De Babysitter Moorden 1-5

🎃deel 7🎃

In het dorp

Het is rustig op de weg. Op de radio klinkt vrolijke nummers en de vrouwen zingen.

'Wat heb jij allemaal opgenomen van het interview,' haar collega drukt op de afspeelknop.

Het interview speelt af en beiden luisteren naar de opname. 'Kijk daar,' roept haar collega.

Ze kijken beiden door het raam en zien een auto staan op de parkeerplaats. Langzaam rijden ze voorbij en nemen de afslag naar de rotonde. 'Zou, dat hem zijn?' Beiden kijken elkaar aan.

Langzaam rijd de auto weer terug naar de parkeerplaats en kijken ze weer door hun raam.

'Ik zie niemand in de auto zitten,' zegt haar collega en ze trapt op de rem en stopt.

'Hij staat daar wel in het donker met de lichten uit, misschien een zwerver die zo woont,'

Langzaam rijdt de auto de parkeerplaats op en parkeren achter de stilstaande auto.

'Ga jij eerst kijken of ik,' vragen ze aan elkaar. Beiden dames moeten om de grap lachen.

'we waren tegelijk,' zeggen ze lachend tegen elkaar. 'Dan gaan we beide kijken,'

Zonder geluid stappen de dames hun auto uit en doen het portier dicht. 'Ssst,' sist de ander.

Ze schijnen met hun mobiel in de auto maar nergens is de ontsnapte man te vinden.

'Eh, Amber...' bibbert haar collega. 'Daar staat hij,' Amber kijkt op en ziet een man staan.

Ik ben niet zo bang denkt ze en kucht zacht. 'Hé Michael,' roept ze luid over de parkeerplaats.

'Wat doe je,' bibbert Iris bang. Amber wijst naar het schaduwfiguur en wenkt. 'Michael, waarom wil je wraak op Mila,' vraagt Amber. Er klinkt geen reactie en het blijft stil.

Iris loopt naar hun eigen auto, ze vindt het maar eng dat Amber die vent opjaagt.

Plots klinken er voetstappen en Michael loopt op hen af. 'Grapje,' slikt Amber serieus.

De persoon komt op de auto afgelopen en draagt een wit masker maar zegt geen woord.

Amber rent naar de auto en duwt Iris aan de kant. 'Snel open die auto snel,' roept ze.

'jij wilde hem wakker maken,' roept Iris woedend naar haar collega. 'jij vond dit zo leuk!'

Iris en Amber springen de auto in en doen hem op slot. De persoon komt dichterbij.

'Rijdt nou weg,' roept Iris paniekerig en wenkt naar de enge man. 'schiet op,' snikt ze.

Amber start de auto net in zijn één als er glasgerinkel klinkt. Een hand komt de auto in.

Iris slaakt een schreeuw en voelt hoe twee handen haar bij de keel beetgrijpen. Iris worstelt en schreeuwt maar de handen trekken haar richting het kapotte raam. Iris voelt langzaam haar lichaam verslappen. Er klinkt nog gegorgel en het plots is het stil.

Amber probeert de auto open te duwen maar het kinderslot zit er nog op. Met haar kracht duwt haar portier open en valt uit de auto. Ze staat snel op en schreeuwt luidkeels.

Michael laat Iris los waarna het lichaam uit het raam hangt en loopt naar de andere dame.

Amber struikelt over haar voeten en valt met een klap op de grond. Er klinkt een krak...

Meteen voelt ze zich misselijk en de hoofdpijn komt op. Plots grijpen twee armen haar beet.

Ze voelt een stevige kracht die haar meetrekt over de grond. Dan wordt het zwart...

In het ziekenhuis

Kay gaat met het meisje naar een kamer en de moeder loopt mee. 'Mam, niet weer,' zucht ze.

De moeder schrikt en kijkt naar de dokter. 'Dokter, ik vind dit niet kunnen,' zegt ze.

Rebecca komt tussenbeide en legt het uit. De moeder knikt en loopt met de dokter weg.

'Fijn, want mijn dochter is te jong voor deze man,' fluistert ze nog naar de dokter.

'Dame, hoe heet je en wat kan je vertellen over Michael?,' vraagt Kay en kijkt het meisje in haar ogen aan. 'Felicia, mijn achternaam doet niet ter zaken, waarom ben ik hier?,' vraagt ze.

Kay schraapt zijn keel en kijkt de dame weer opnieuw aan. 'Ik moet het weten voor er veel slachtoffers vallen. Die vallen nu ook al en als jij paranormaal bent kan ik misschien die voorkennis gebruiken zodat we hem sneller kunnen vinden.' Felicia hijgt en schudt haar hoofd. 'Nee, nee, mij niet gebruiken.' Ze blijft koppig haar hoofd schudden en Rebecca schudt haar hoofd naar Kay. 'Dit wordt hem niet, dus ga maar zelf op onderzoek,' zegt ze.

'Het slachtoffer is gevonden bij het tankstation. Misschien moeten we daarvandaan,' verteld Rebecca en ze ziet Felicia maar mokkend op de stoel zitten. Kay kijkt op en knikt.

Felicia ziet haar ogen groot worden heel angstig kijken. 'Nee, Nee... laat die dames los.'

Rebecca en Kay zien het meisje wit worden waarna ze flauwvalt en op de grond beland.

Snel rent Rebecca naar de gang. 'Dokter, we hebben weer iets,' roept ze meteen.

Felicia komt langzaam overeind en kijkt in de ogen van haar moeder. 'Mam, ik vind mijn gave niet meer leuk... ik wil er vanaf.' Snikt Felicia met tranenede ogen.

'Als jij ons helpt, helpen wij jou eraf!,' reageert Kay snel. Felicia kijkt de mensen aan. 'Erewoord?,' vraagt ze snikkend en hijgt zwaar. 'Erewoord,' antwoord Kay met een knipoog.

De dokter heeft alles gehoord en wenkt de mensen naar de gang. 'Dan is het hoog tijd om hem te vinden,' reageert de dokter. 'U mag haar meenemen!' De moeder ziet haar kind langslopen en tikt Rebecca op haar schouder. 'Mijn kind gaat dit toch wel overleven!,' roept ze in paniek. Rebecca kijkt Kay aan. Kay sluit zijn ogen en kijkt naar Felicia die rustig door blijft lopen.

Lia staat bij de receptie en ziet haar twee collega's aankomen. 'Ik heb zojuist de Politie gesproken, ze hebben een verlaten auto aangetroffen,' vertelt Lia en ze laat de locatie zien. 'Dat is vlakbij het huis van Mila, we moeten dus gewoon naar het dorp toe,' reageert Kay.

Ze lopen met zijn allen het ziekenhuis uit. Waarna de volle maan helder naar hun toe schijnt. Terwijl de moeder naar haar auto loopt neemt Rebecca, het meisje onder haar hoede.