🎃deel 7🎃

11 1 0
                                    


Felicia zit voor zich uit te staren als ze plots een schreeuw geeft. Kay remt de auto en kijkt naar de dame. 'wat bezielt je?,' vraagt hij snel. 'Hij hij... Jamie. Jamie..' hakkelt Felica. Ineens zakt Felica weg en is doodstil. Rebecca, knikt en wenkt naar Felicia. 'Ze heeft gelijk, we moeten meteen naar Mila. Als we daar een valstrik weten op te zetten.' Kay rijdt de auto richting het huis en kijkt ondertussen naar links en rechts. Plots ziet hij iets langslopen. 'Daar, daar gaat hij,' roept hij. Plots komt er een politieauto de hoek omgereden met gierende banden. Harris stapt uit en richt zijn pistool op de persoon. De jongen begint in paniek zijn handen omhoog te gooien en trekt zijn masker af. 'Ik ben het niet,' snikt de jongen snel.

Kay stapt uit en ziet Harris het pistool wegstoppen. 'Op een haartje na, net niet.' De commissaris kijkt de leider van de instelling aan en schudt zijn hoofd. 'Elke persoon die een masker op heeft of niet zegt wie het is, die schiet ik neer.' Kay houdt zijn mond stijf dicht.

Plots komt Rebecca uit het raampje omhoog. 'kay, Kom snel Felicia voelt waar hij is.' Kay rent naar de auto en tikt Felicia op haar wang. 'waar is hij,' vraagt hij. Felicia kijkt angstig in zijn ogen. 'IK weet wie jij bent...' roept Felicia. Kay hijgt zacht. 'DAT weet ik ook wel! ,' Rebecca denkt diep na, 'Nee, ze bedoelt iemand, zegt ze. Felicia kijkt weer angstig. 'Weerwolf,' Kay schudt zijn hoofd. 'ik weet het niet meer, ik rijdt wel naar het huis van...' Rebecca knikt. 'goed, rijdt maar gewoon richting Mila, dan zien we hem wel!'

Bij Lowa en Miriam

Marijke loopt richting haar vriendinnen en komt naar het huis. Ze ziet iemand in de stoel zitten en zwaait terug. ze twijfelt of de voordeur open is en gaat toch maar door de achterdeur naar binnen. Ze loopt de oprit op en ziet de kat wegspringen bij het licht dat aan gaat. De achterdeur staat wel op een vreemde manier open. Langzaam komt ze binnen en voelt aan de deurklink. 'HALLO, is daar iemand?' roept ze zacht. Ze ziet een bloedspoor in de keuken liggen en slaat een hand voor haar mond. Ineens ziet ze een vinger liggen. Ze slaakt een kreet.

Op de grond ziet ze twee dames liggen. ze hurkt door haar knieën en voelt aan de pols. Plots pakt een van de dames haar hand beet. Ze plast uit paniek in haar broek. 'Stom denkt Marijke, daar hebben we de poep en pis grap al van Clara.' Miriam pakt de hand van Marijke beet en trekt zacht. 'Renn... reee..' hapert Miriam. 'wat zeg je? vraagt Marijke nuchter.

uit haar ooghoek ziet ze een zwart persoon in de stoel zitten. De persoon komt op uit zijn stoel en loopt op Marijke af. Ineens ziet Marijke de gedaante en staat snel op. ze wordt kwaad en pakt haar handtas bij de hand. 'Heb jij mijn vriendinnen, om het leven gebracht.' vraagt ze met een boze toon in haar stem en ze wijst naar de gedaante met het masker.

Met een grote mep slaat ze de griezel met haar tas in het gezicht. De persoon wankelt en valt achterover. Snel neemt Marijke de benen en loopt de achterdeur uit, oppassend dat ze niet uitglijdt over het bloedspoor. Michael loopt kalm achter Marijke aan en zet zijn masker goed. Marijke loopt naar haar auto en ziet plots weer de gedaante dichterbij komen. Met al haar kracht slaat ze opnieuw de persoon in het gezicht. De hand van de man komt dichterbij en slaat om haar nek. 'Dood, dood,' piept Marijke zacht naar adem zoekend. Michael kijkt met zijn zwarte ogen in het gezicht van Marijke. en knijpt haar nek strakker beet.


De Babysitter Moorden 1-5Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu