Lily?!

239 8 3
                                    

Pov: Fleur
Eindelijk komen we aan bij Privet Drive 4. Jessica en ik zijn alvast gegaan. Oorspronkelijk zouden we tegelijk met de rest van de Orde komen, maar ik wilde graag nog wat tijd alleen met Harry doorbrengen. En toen Jess hoorde dat ik eerder heen zou gaan wilde zij uiteraard ook met mij mee. We lopen naar de deur. Ik bel aan en na een aantal seconden doet iemand de deur open. Als ze mij ziet gilt ze en valt flauw. Ik gok dat dit Petunia is, Harry's tante, en dus ook die van mij. Dan komt er een dikke man met een snor aanrennen. Ook meen ik voetstappen op de trap te horen. De man knielt bezorgd naast haar neer terwijl hij "Petunia" zegt. 'Ik had dus gelijk, dat is inderdaad onze tante. En dan is dat vast en zeker oom Vernon' denk ik. Dan gaat de deur een stukje verder open en zie ik Harry erachter verschijnen. "Fleur!" Zegt hij blij en hij geeft me een knuffel. "Hey Jessica. Kom binnen jongens" zegt hij. We stappen over Petunia heen en gaan naar de woonkamer. Daar zie ik een stevige jongen zitten. Dat zal Dudley, onze neef, wel zijn. Hij kijkt ons een beetje bang aan. Dan komt Vernon met Petunia in zijn armen binnen en legt haar op een stoel. Dudley kijkt bang van zijn moeder naar ons. Ook Vernon kijkt ons boos en bang aan. "Wat kijk je ons nou zo aan? Wij hebben niks gedaan. Ze deed de deur open, begon opeens te gillen en viel flauw" zegt Jess brutaal. Vernon pakt dan een tijdschrift en wappert Petunia toe. Na een tijdje komt ze bij. "V-Vernon. I-ik dacht dat ik m-mijn zus L-Lily zag" zegt ze stotterend. Dan ziet ze mij. Ze trekt helemaal wit weg en gilt: "L-Lily?! Nee... d-dat kan niet! HET KAN NIET!" Ik pak snel mijn toverstaf en gebruik silencio op haar, zodat ze eindelijk eens ophoudt met gillen. "Kalmeer eens, Jezus, ik ben niet Lily. Ik ben Fleur, haar dochter en Harry's zus. Ik lijk gewoon haast een exacte kopie van haar doordat ik door magie ben geboren" leg ik uit. Ze kijkt me nog steeds bang aan, maar kalmeert gelukkig wel een beetje. Ik maak de spreuk ongedaan en ze blijft me aanstaren. "Dus dit zijn onze oom, tante en neef?" Zeg ik niet erg enthousiast. "Jep" zegt Harry al net zo enthousiast. "Geweldig" zeg ik zuchtend. Ondertussen blijft Petunia nog steeds naar me staren en blijven Vernon me boos en Dudley me bang aankijken. Ik kijk ze allemaal even aan en zucht dan nog eens. Een paar minuten later zitten Jessica en ik samen op de bank naar een drama show te kijken. Niet op de televisie, maar gewoon recht voor onze ogen. Uiteraard moest meneer Dursley er weer een drama van maken. Hij is constant aan het ijsberen en heeft het over zaken die in een zaak van leven of dood onbelangrijk zijn, zoals werk en school. Harry probeert de sukkel in te laten zien dat ze beter gewoon zometeen met Dedalus en Hecuba mee kunnen gaan, zodat ze tenminste niet gemarteld en vermoord zullen worden, maar zelfs als hij dat soort dingen zegt blijft Vernon er lastig over doen. Ik begin het nu een beetje zat te worden. Ik sta op en zeg boos: "Ben je nou echt zo dom? Heb je enig idee hoe gevaarlijk Voldemort is? Hij zal jullie martelen en vermoorden. En hij heeft een heel leger, die niet alleen uit Death Eaters bestaat, maar waarschijnlijk ook uit wezens als reuzen en dementors." Ik zie hoe Dudley onwillekeurig zijn handen tegen zijn mond drukt. Als hij ziet hoe iedereen naar hem kijkt, laat hij ze weer zakken en vraagt: "Zijn... zijn er dan nog meer?" "Meer? Meer dan de twee die ons hebben aangevallen bedoel je? Ja natuurlijk. Tegen deze tijd zijn er honderden, misschien wel duizenden. Als je nagaat dat ze zich voeden met wanhoop en angst" zegt Harry dan. "Goed, goed, je hebt nu wel duidelijk gemaakt wat je wilde zeggen" zegt Vernon dan zuchtend. "Dat hoop ik, want zodra ik eenmaal 17 ben zullen al die wezens, dementors, Death Eaters en misschien zelfs wel Necroten, dat zijn lijken die gecontroleerd worden door een duistere tovenaar, jullie kunnen vinden en jullie zeker aanvallen. En als je terugdenkt aan de laatste keer dat je probeerde om tovenaars te slim af te zijn, zal je het hopelijk met me eens zijn dat jullie hulp nodig hebben" zegt Harry. "Maar hoe moet het dan met mijn werk? En Dudley's school? Dat is vast-" begint Vernon, maar dan onderbreek ik hem: "Luister als jullie niet met hun meegaan, dan zal ik jullie zelf hoogstpersoonlijk aan de dementors voeren." Ik zie ze me bang aankijken en dan zegt Dudley: "Pa, ik ga met die mensen van de Orde mee." "Dudley, voor het eerst in je leven zeg je eens iets verstandigs." En eindelijk stemt ook Vernon in. Dan gaan Harry, Jessica en ik naar Harry's kamer. Als de bel gaat gaan we weer naar beneden. Natuurlijk moppert Vernon nog wat en dan nemen ze ongemakkelijk afscheid. Dan vraagt Dudley opeens of Harry niet met hen meegaat. En natuurlijk kan het Vernon niet minder uitmaken. Dedalus en vooral Hecuba zijn wel verbaasd over hoe weinig Harry's familie om hem geeft en hoe ongeïnteresseerd ze in hem zijn. Ik heb al zo vaak verhalen van Harry gehoord dat het me niet verrast. Als Dudley opeens zegt "Ik vind je geen waardeloos stuk verdriet" ben ik wel verrast. Het verbaast me, maar zorgt er tegelijk ook wel voor dat ik hem niet meer haat, want de laatste paar minuten heb ik kunnen zien dat hij eigenlijk wel om Harry geeft. Dan nemen Dedalus en Hecuba nog afscheid van Harry en wensen hem het beste. En, nadat Harry en Dirk elkaar de hand hadden geschud, vertrekken ze dan eindelijk.

His sisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu