‘Welk plan?’ Vroeg ik nieuwsgierige aan haar. Ze keek me aan.
‘Het plan dat jij niet hoeft te weten.’ Ze grijnsde en stond op. Castiel kwam in actie, maar iets hield hem op zijn plek.
‘Wat..’ hij probeerde zich los te wrikken uit de onzichtbare kracht die hem op zijn plek hield, maar dit lukte niet.
‘Verrader’ mompelde hij zachtjes terwijl hij naar mij keek en iets fluisterde. ‘Ren.’ Ik stond op en rende naar de deur, maar er schoot iets voor. Een man met een geweer, dat gericht stond op mij.
‘Wat doe je?’ Ik schreeuwde naar Gerda en keek om me heen. Misschien was er een weg naar buiten?
Ze glimlachte en draaide zich om naar de man, die de enige uitweg naar buiten blokkeerde.
‘Vermoord haar.’Mijn hart klopte in mijn keel. Er stond een man met een pistool naar me toe en hij leek niet bang om de trekker over te halen.
'W...wacht!' Ik keek naar Castiel, hopend dat hij misschien een uitweg vond uit de onzichtbare kracht die hem ervan weerhield zich te bewegen. Er gebeurde niets. Ik deed mijn ogen dicht en verwachtte een pistoolschot te horen, maar het enige wat ik hoorde was een oorverdovende schreeuw. Wat er daarna gebeurde ging te snel voor mij. Ik snapte niet helemaal wat er gebeurde, maar Castiel was vrijgekomen uit het geen dat hem op zijn plek hield en stond tussen de man en mij in. De schreeuw kwam van de man. Zijn hand zat dubbelgevouwen op een manier die niet gezond kon zijn voor iemands lichaam. Compleet verbaast staarde ik ernaar. Maar veel tijd daarvoor had ik niet, want enkele seconden later had Cas me over zijn schouder heen gegooid en stonden we op een plek die ik nog nooit eerder had gezien.
‘Wat…maar..’ ik keek om me heen om me te realiseren dat we binnen minder dan 1 seconde van de ene plek naar de andere plek waren gekomen.
‘Hoe..?’ Ik probeerde hem aan te kijken, maar hij begon met lopen dus dat lukt me niet meer.‘Weet je nog over hoe ik wilde vertellen wat mijn kracht is maar toen werden onderbroken door het gebouw dat heen en weer rammelde?’ Hij deed geen moeite om me aan te kijken.
‘Ja, dat weet ik nog.’ Ik begon te snappen waar hij naartoe wilde gaan, maar ik kon het me nog niet heel goed realiseren. Poef en we waren op een andere plek.
‘Teleporteren. Gewoon mezelf, maar ook andere dingen, delen van iets, dit..’ Hij stopte met praten en stak zijn hand uit. Het verdween in een soort zwart gat en een aantal meter verderop kwam zijn hand tevoorschijn uit z’n zelfde zwart gat.
‘Cool…’ mompelde ik met mijn ogen uit. Hij kon gewoon op de bank gaan zitten en met z’n hand in z’n zwart gat gaan en dan kon hij alles pakken wat hij wilde. Of gewoon in de kluis van een bank teleporteren. Dat was een leuke kracht om te hebben.‘Maar goed, dat was dus een mislukt plan. We weten nog steeds niet wat Gerda bedoelt met het plan en ook waren we er bijna aan. Waarom kon je je trouwens niet bewegen?’ Ik maakte mezelf los uit zijn grip zodat ik half naar benden viel. Ik pakte zijn heupen vast zodat ik me netjes op de grond kon laten zakken. Het de hele tijd gedragen worden werd me een beetje te veel.
‘Klopt, ik denk dat we het maar gewoon aan je vader moeten vragen.’ Hij klonk heel nonchalant toen hij mijn vader zei in plaats van de koning, of Zijne Majesteit.‘Ik denk dat het tijd word om naar Fidele te gaan.’ Hij keek me aan en grijsde. Fidele. Ik zou echt naar die andere wereld gaan. Met feeën en vampiers en weerwolven.
JE LEEST
On kings road (On-hold)
FantasiVoorheen ''Op de weg van de Koning'' 'Ooit was er het prachtige koninkrijk van Fidele. Haar koning en koningin geliefd door haar volk, dat bestond uit wezens die wij elven, feeën en zeemeerminnen noemen. Natuurlijk had je dan ook de wat ''duistere''...