- Ik ga even een hoofdstuk anders schrijven. Kijken of het mij bevalt en of jullie het bevalt! Laat me weten wat je ervan vindt! -
Castiel keek Felix met een argwanende blik aan. Hij zuchtte en stak vermoeid zijn handen in de zakken van zijn zwarte spijkerbroek.
'Ga je gang.' Hij haalde zijn schouders op, draaide zich om en liep de deur uit.
Felix en Daciëlle bleven verbaast achter.
'Hoe durft ie!?' mopperde Felix kwaad, maar nog steeds voorzichtig. De loop van het geweer stond nog steeds tegen Daciëlle haar hoofd aan gericht. Ze voelde hem trillen. Hij wist niet wat hij moest doen. Ze hadden zo veel moeite gedaan om de demon te vangen en nu liep hij gewoon weg, haar achterlatend. Het verbaaste haar nog steeds wie de demon was. Ze had het niet zien aankomen dat Cas de persoon was die...De persoon waarvan haar ouders dachten dat hij haar beschermengel was. Ze geloofde nog steeds dat alles onzin was. Ze wilde geloven dat alles onzin was. Demonen, feeën, het bestond niet. Het kon niet bestaat! Toch? Ze begon steeds meer te twijfelen an wat waar was en wat een leugen was.'Verdomme!' Felix schreeuwe en drukte de loop harder tegen haar hoofd aan. Alsof hij wilde dat het geweer door haar hoofd heen kon.
'Je bewoog, je hebt bewogen sukkel.' Hij haalde diep adem en duwde mij haar voren. Daciëlle keek geschrokken op en zag het als een kans om te ontsnappen. Ze klauwterde snel omhoog en rende naar de deur toe. Maar een pistool schot zorgde ervoor dat ze deze niet bereikte. Ze zag bloed, haar bloed naar benden druipen. Ze zakte naar benden en gaf een zachte kerm van de pijn.
'Sukkel!' schreeuwede ze angstig terwijl ze haar handen om haar enkel heen bond. De eerste tranen liepen over haar zacht roze wangen naar benden toe. Hij had haar neergeschoten. Felix, de man die ze al haar hele leven kende en tot op heen beschouwde als een vriend, had haar door haar been geschoten.
'Je gaat nergens heen,' antwoorde hij angstig 'de feeën kunnen haar prinses niet terugkrijgen. Het plan zal doorgaan! Dat mag niet gebeuren. Ze mogen jou niet terugkrijgen!' Hij mompelde snel en zacht in zichzelf, maar het was voor Daciëlle nog prima te verstaan. Ze negeerde Felix en zat op te grond, proberend om het bloed te laten stoppen dat door haar vingers naar de grond gleed. Ze keek op, van plan te vragen aan Felix waarom hij haar had neergeschoten, maar haar aandacht werd getrokken naar Castiel. Castiel, hij was niet weg. Hij stond enkele meters achter Felix met een blik op zijn gezicht die ze pas een keer eerder had gezien. Ze had gehoopt hem nooit meer te zien. Het was een kille blik, hij was pissig. Zijn temperament was nooit geweldig geweest, maar zo boos had ze hem in tijden niet gezien.'Geen slim plan.' Zijn stem was kalm. De autoriteit die dat met zich meeracht was door de hele ruimte te voelen. Het dominante mannetje in de kamer. Maar hij was ook een demon en Felix was maar een mens. Een bang mens. Hij was zielig om te zien. Dat Castiel zo angstaanjagend was had ze nooit gemerkt. Maar misschien was het niets Castiel die gevaarlijk was, maar de demon die zich in hem schuil hield. De demon waarmee zij kennis zou gaan maken in de volgende aantal minuten.
Felix draaide zich geschrokken om en de loop van het pistool zwierde naar de andere kant.
'Jij was weg? Je was weggelopen!' Het kwam niet in hem op dat het pistool op Castiel richten niet veel zin hand. Met een soepele beweging had hij het pistool uit de handen van Felix gemakt en balanceerde het enkele seconden later op de palm van Cas zijn hand.
'Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op spelletjes, maar het spelletje dat jullie nu spelen is er een die ik niet graag speel.' Rustig liep hij naar voren, steeds kwam hij een stap dichter bij de bevende Felix. Het was een treurig gezicht. De opgewekte man die zeker was over het feit dat zij niet kon ontsnappen was veranderd in een huilend kind dat nachtmerries had. Hij opende zijn mond maar de woorden die hij wilde zeggen hadden de kans niet. Hij hapte even naar adem en voel toen als een afgedankt lapje stof op de grond.
'Dat zal je leren.' mompelde Castiel zwak grijnzend en hij richtte zijn aandacht op mij. Voorzichtig liep hij naar maar toe. Waarschijnlijk snapte hij dat ook zij angstig was.
'Het is oké Daciëlle, het is oké.' Zijn rustige en vertrouwelijke stem was het laatste dat ik hoorde. Want voor de tweede keer die nacht werd de wereld zwart.- DUUUSSS, in een andere vorm in een andere tijd. Beetje oké? Want anders ga ik gewoon weer terug naar het schrijven in de ik vorm haha.
Oh en denk je aan het interessante ster knopje dat je kunt indrukken wanneer je het leuk vindt? :D -
JE LEEST
On kings road (On-hold)
FantastikVoorheen ''Op de weg van de Koning'' 'Ooit was er het prachtige koninkrijk van Fidele. Haar koning en koningin geliefd door haar volk, dat bestond uit wezens die wij elven, feeën en zeemeerminnen noemen. Natuurlijk had je dan ook de wat ''duistere''...