Vuur en Lucht

205 21 2
                                    

Angel

"Ik heet Angel." Antwoordde ik zacht.
Wie is dit meisje? Is zij ook een elf? Maar waarom heeft ze dan geen vleugels? Ze heeft ook een andere kleur haar aan de onderkant. Is ze zoals mij?
"Wat ben je?" Vroeg Amber en ze haalde me uit mijn gedachten.
"Een mens." Antwoordde ik. Amber keek me verward aan.
"Maar dat kan niet. De laatste keer dat ik er mee bezig was konden mensen hier niet komen."
"Maar het is toch echt zo. Maar wat ben jij dan?"
"Een elf."
"Maar waarom heb je dat geen vleugels? Ik kwam eerder een elf tegen en die had vleugels." Zei ik verward.
"Dat kan. We krijgen ze pas als we zestien worden. En dat ben ik toevallig vandaag geworden. Vanavond krijg ik ze." Zei Amber, ze klonk een beetje trots.
"Waar ben ik." Vroeg ik en ik keek om me heen. Ik lag op een bed, in een luxe kamer.
"Het kasteel. Dit is mijn kamer." Antwoordde Amber. Ik opende mijn ogen wijd. Ik stond op.
"Hoor jij bij die jongens? Die wilden mij naar de koning brengen." Zei ik. Ik maakte me klaar om mijn krachten te gebruiken.
"Nee, ik heb je van ze gered. De koning heeft mij hierheen gehaald omdat ik vuurkrachten heb. Ik heb je van iedereen verborgen gehouden." Zei Amber.
"Vuurkrachten? Ik heb windkrachten." Zei ik en ik liet mijn handen zakken.
"We hebben allebei ook gekleurde haarpunten. We horen bij elkaar." Zei Amber glimlachend.
"Betekend dat dat er nog anderen zijn? Met water- en aardekrachten?" Vroeg ik.
"Dat zou kunnen. Dit is gaaf. Dit wordt een enorm avontuur. Ik moet dit allemaal aan Alec vertellen." Zei Amber opgewonden. Ik haalde mijn handen een beetje omhoog.
"Wie is Alec?" Vroeg ik, een beetje achterdochtig.
"Een vriend van mij. Hij woont in het dorp waar ik vandaan kom. Hij is betrouwbaar. Maak je niet druk." Zei Amber. Ik keek nam haar even in me op en liet mijn handen zakken. Amber zag dat en ze liep naar het bureau wat in de kamer stond. Ze ging zitten en begon te schrijven. Ik liep langzaam naar haar toe. Ik wilde lezen wat ze schreef, maar dat kon ik niet. Ze schreef in een andere taal, zo leek het dan.
"Schrijf je nou in een andere taal?" Vroeg ik.
"Nee hoor. Dit is dezelfde taal als we nu spreken. Het maë." Antwoordde Amber zonder op te kijken.
"Maar we spreken nu Nederlands." Zei ik verward. Deze wereld begon steeds verwarrender te worden.
"Misschien heet het zo waar jij vandaan komt. Het is eigenlijk wel toevallig dat ze dezelfde taal spreken. Maar onze schrijftaal is blijkbaar anders." Ik knikte en liet Amber verder schrijven. Toen ze bijna klaar was, gokte ik, draaide ze zich naar me om.
"Kun jij misschien wat voor me opschrijven. Ik wil kijken of Alec het kan lezen." Zei ze. Ik knikte en pakte de pen van Amber over.
"Wat zal ik schrijven?" Vroeg ik. Amber dacht even na.
"Wat dacht je van: kun je dit lezen? Amber namelijk niet."
"Oké." Zei ik en ik schreef het op. Ik gaf de pen weer aan Amber, die nog wat opschreef en de brief in een enveloppe deed.
"En nu op de post doen?" Vroeg ik onzeker.
"Nee. Ik heb een chippy als huisdier en zij gaat de brief brengen." Antwoordde Amber.
"Wat is een chippy?"
"Zal we wel zien." Glimlachte Amber. Ze liep naar een hoek van de kamer en haalde een kooi tevoorschijn. Er zat een dier in dat erg leek op een vliegende eekhoorn, maar dan veel schattiger en ze had een lichtere kleur dan degenen die ik had gezien.
"Dit is Rinny." Zei Amber trots. Ze haalde Rinny uit haar kooi en gaf haar de brief.
"Deze moet naar Alec." Zei ze tegen Rinny. Rinny knikte kort en vloog weg.
"Knikte ze nou?" Vroeg ik. Amber knikte.
"Ze is erg slim. Chippies zijn in het algemeen erg slim, maar moeilijk te temmen. Het is Alec gelukt en hij gaf deze aan mij. Hij is een goede vriend." Ik knikte. Amber zuchtte.
"Je bent net zoals Rozeline. Zij is ook zo verlegen." Zei ze een beetje geïrriteerd.
"Sorry." Zei ik en ik keek naar de grond. Het bleef even stil. Ik keek langzaam op en zag dat Amber ook naar haar voeten keek. Ze bewoog een beetje met haar mond. Het leek alsof ze stond te oefenen wat ze zou gaan zeggen. Zij keek ook op.
"Sorry. Ik denk dat ik niet zo goed ben met personen." Zij ze langzaam. Ik knikte langzaam.
"Ehm. Dus. Eh. Ja. Wat nu?" Zei ik langzaam.
"Ik weet het eigenlijk niet. Ik denk dat we moeten wachten op Alec. Hij weet het vast wel." Antwoordde Amber.
"Is Alec een alwetende tovenaar of zo?"
"Nee. Ik weet eigenlijk niet eens wat hij is. Maar hij weet dingen, dat weet ik zeker."
"Oké. Maar wat doen we tot dan?"
"Jij blijft hier. Ik zorg ervoor dat niemand je ziet. Ik zorg voor eten en zo." Zei Amber. Ik knikte. Het klonk goed genoeg.
.
Amber liep zenuwachting heen en weer.
"Nerveus?" Vroeg ik. Amber knikte.
"Als jij dan uit het raam kijkt als je het wilt zien." Zei ze. Ik knikte.
Opeens klopte iemand op de deur.
"Verstop je." Zei Amber. Ik stond op en ik verstopte me achter de kast. Amber deed de deur open.
"Ben je er klaar voor?" Hoorde ik een meisjes stem zeggen.
"Kunnen we het buiten doen? Dat voelt fijner." Zei Amber.
"Tuurlijk. Laten we gaan." Zei het andere meisje. Ik hoorde de twee weglopen. Ik kwam achter de kast vandaan en liep naar het raam.

Sorry sorry sorry sorry sorry sorry. Het duurde te lang en er gebeurt niks interessants.

Elements (gestopt, lees de beschrijving voor details)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu