Een nieuwe baan

236 28 3
                                    

Ik fietste naar het lab toe. Ik was erg enthousiast. Ik was er later dan de eerste keer, maar de vorige keer dacht ik dat ik bijna te laat was. Eenmaal bij het lab zette ik mijn fiets in de fietsenstalling. Er waren meer fietsen dan gisteren, maar nog steeds niet heel veel.
De mensen hier houden zeker niet zo veel van fietsen. Ach ja, lekker boeiend.
Ik liep naar de ingang en daarna naar het kantoor van de professor. Eenmaal bij de juiste deur klopte ik op de deur.
"Kom binnen." Hoorde ik de professor zeggen. Ik ging naar binnen.
"Ah Chase. Mooi je bent er. En net op tijd. Goed zo." Zei de professor. Hi zat aan zijn bureau wat papieren door te kijken.
"Wat moet ik doen?" Vroeg ik.
"Ga maar daar zitten." De professor wees naar de stoel aan de andere kant van zijn bureau en ik ging erop zitten.
"Ik wil je nog even opleiden. En vandaag gaan we daarom gewoon praten."
"Waarover?"
"Uitvindingen natuurlijk." Zei de professor enthousiast.
"Ik vind het goed." Zei ik.
"Je bent op weg naar mijn kantoor met de lift gekomen toch?"
"Ja."
"Weet je waar die uitvinding vandaan komt?" Ik dacht even na, maar had eigenlijk geen idee.
"Nee, dat weet ik niet." Zei ik.
"De uitvinding komt niet uit deze wereld." De professor glimlachte.
"Waar komt de uitvinding dan vandaan?"
"Aarde. En ik wil je graag vertellen over deze wereld."
"Oké. Maar wat heeft dat met mijn werk te maken?"
"Dat hoor je nog wel."
De rest van de middag vertelde de professor me over deze wereld. Het was eigenlijk heel interessant. Dus natuurlijk wilde ik alles aan Henry vertellen, aangezien hij andere werelden heel interessant vind.
"Dus wat heeft hij je allemaal verteld?" Vroeg Henry toen ik eenmaal thuis was en een klein beetje over mijn dag had verteld. We zaten aan het avondeten, want ik en Henry waren allebei laat thuis. Ik kon hem dus niet eerder iets vertellen.
"Hij vertelde over de wereld Aarde. Veel uitvindingen zijn uit die wereld gekomen. Zoals de lift en de fiets." Zei ik.
"Echt waar? De fiets? Daar had ik nog nooit van gehoord."
"Ja echt waar. Er is ook een land in doe wereld die heel veel fietsen hebben. In de hoofdstad van dat land zijn er meer fietsen dan inwoners. Bizar hé?"
"Echt wel. Maar wanneer ga je nou echt beginnen?"
"Morgen." Zei ik. Ik verheugde me er al op. Ik had heel veel zin om voor de professor te werken en morgen zou ik voor het eerst echt zijn assistent zijn. Nadat we klaar waren met eten en opruimen las ik nog in mijn boek en ging daarna naar bed. Ik ging vroeg, want om de een of andere reden was ik erg moe. Gelukkig had ik die nacht geen rare dromen en rustte ik goed uit.
.
Ik werd wakker doordat ik een prik voelde in mijn rug. Ik deed mijn ogen langzaam open. Ik draaide me om en zag mijn wekster. Ik ging rechtop zitten en deed hem uit. Ik stond op en kleedde me aan. Daarna ging ik naar de woonkamer. Maar er was verder niemand. Ik liep naar de eetkamer, maar daar was ook niemand. Ik vond het een beetje vaag. Meestal was Henry er al rond deze tijd. Ik liep naar de keuken, maar daar was hij ook niet. Ik vond het echt heel raar nu. Ik besloot naar Henry's slaapkamer te gaan om te kijken of hij daar was. Ik deed langzaam de deur open en keek in Henry's bed. Daar lag hij gelukkig.
"Henry. Wakker worden." Zei ik en ik liep dichterbij.
"Chase?" Vroeg Henry als een zombie. Ik keek naar hem en ik zag dat Henry er niet goed uitzag. Ik voelde aan zijn voorhoofd.
"Auw. Je bent echt heel heet Henry. Gaat het wel?" Zei ik nadat ik aan zijn hoofd had gevoeld.
"Nee. Pijn. Ziek. Eenhoorns en chippy's." Zei Henry. Hij was zeker heel ziek. Ik wist niet of ik hem alleen kon laten.
"Ik ga een dokter voor je halen." Zei ik en ik liep weg. Het kwam nu heel goed uit dat onze buurman een dokter was. Ik liep naar buiten en klopte aan bij het huis van mijn buurman. Een vrouw deed open
"Hallo. Hoe kan ik je helpen?" Vroeg de vrouw.
"Ik ben op zoek naar meneer Balic." Antwoordde ik.
"Dat is mijn broer. Ik ben bij hem op bezoek. Ik zal hem even voor je halen." En de vrouw ging naar binnen. Ze deed de deur niet dicht, maar ik besloot buiten te blijven staan. Na een paar tellen kwam mijn buurman naar me toe. Hij was een jonge man, maar zag er wel heel serieus uit.
"Hoe kan ik je helpen?" Vroeg hij aan mij.
"Mijn voogd, Henry, is ziek. Hij ijlt en ik weet niet goed wat ik moet doen." Zei ik.
"Henry. Mijn buurman Henry?"
"Ja."
"Aha. Nu herken ik je. Ik zal je wel helpen."
"Dank u. Volg mij maar." Ik liep naar mijn huis toe en meneer Balic volgde me. Ik ging mijn huis binnen en bracht de dokter bij Henry.
De dokter deed wat dokters dingen en kwam tot een conclusie.
"Henry heeft de jekilla-koorts. Ik heb daar wat pillen voor. Ik ga ze even halen. Dan neemt hij ze in en dan gaat het zo weer beter met hem." Zei de dokter.
"Maar kan ik wel naar mijn werk gaan?" Vroeg ik.
"Ja hoor. Na die pillen slaapt hij waarschijnlijk de hele dag."
"Mooi."
De dokter haalde de pillen en zag ze aan Henry. Nadat de dokter weer weg was ging ik naar mijn werk.
.
"Je bent een beetje laat." Zei de professor toen ik zijn kantoor binnen kwam.
"Ja, mijn voogd Henry werd ziek. Ik moest even een dokter voor hem halen." Zei ik.
"Oh dat snap ik. Maar je kunt hem wel alleen laten?"
"Ja. Anders zou ik niet gekomen zijn. Nou waarschijnlijk wel, maar dan om te zeggen dat ik niet kan werken."
"Ja. Daar ben ik trouwens mee bezig. Een uitvinding om van een afstand mee te praten."
"Dat zou heel erg handig zijn. Dan kan ik via dat apparaat zeggen dat ik niet kan komen, als ik niet zou kunnen komen dan."
"Dat is precies waarom ik het wil maken."
"En wat gaan we vandaag doen?" Vroeg ik.
"Je gaat me helpen dat communicatie apparaat te maken." Antwoordde de professor. Ik keek hem blij aan om te laten zien dat ik er zin in had.
.
"Henry?" Vroeg ik. Ik was thuis en ik keek even hoe het met Henry ging.
"Chase?" Vroeg Henry slaperig.
"Hé, je bent wakker."
"Ja, je maakt me net wakker."
"Oh sorry. Ik wilde gewoon even kijken hoe het met je ging."
"Het gaat wel beter, maar nog niet goed. Ik ga weer slapen. Ik hoef ook geen eten."
"Dat is goed. Slaap lekker. Ik ging de kamer uit. Ik maakte die avond zelf eten en ging vroeg naar bed. Ik voelde me ook niet helemaal geweldig en ik wilde niet ziek worden.

Elements (gestopt, lees de beschrijving voor details)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu