Een verassing

294 28 5
                                    

Chase

"Waar gaan we nou heen?" Vroeg ik voor de zoveelste keer. Henry trok me mee en ik wist niet wat onze eindbestemming was. Hij had een verassing voor me en natuurlijk mocht ik niet weten wat de verassing was. We bleven nog voor ongeveer tien minuten lopen en daarna kwamen we bij een klein huis. Het zag er best cool uit en ik vond het leuk. Het stond best wel dichtbij het lab en de winkelstraten.

"En nu?" Vroeg ik ongeduldig. Ik hield niet zo van verassingen en lang wachten.

"Kom, dan gaan we naar binnen." Zei Henry. Ik volgde hem naar binnen en hij liet trots het huis zien.

"Waarom zijn we hier en wiens huis is het?" Vroeg ik.

"Die van jou." Zei Henry trots. Ik opende mijn ogen wijd en keek Henry ongelovig aan.

"Wat?" Vroeg ik stamelend.

"Dit een cadeau van mij, voor jou. Nu kun je op jezelf wonen. Nou ja, over een tijdje dan. Je hebt nog niet genoeg geld om eten van te kopen. En je kunt nog niet koken."

"Echt waar? Hoe heb je dit ooit kunnen betalen?"

"Ik heb een spaarpotje voor dit soort dingen en ik had nog een gunst tegoed van een paar mensen. We moeten nog wel de spullen die je al hebt thuis hierheen brengen als je gaat intrekken."

"Dit is zo vet." Zei ik.

"Ga maar rond kijken. Het is niet veel, maar toch." Zei Henry. Ik knikte en begon rond te kijken. In de woonkamer stond een kleine bank, twee stoelen en een salontafel. In de hoek stond ook nog een boekenkast en in de andere hoek stond een plant. Ik liep verder, de keuken in. Hij was klein, maar genoeg voor mij. In de kamer naast de keuken stond een tafel met vier stoelen, ik gokte dat dat de eetkamer was. Ik liep de hal weer in en naar boven. Boven waren drie deuren. Er waren twee lege kamers, een slaapkamer en een kamer waarmee ik kon doen wat ik zou willen. De derde deur leidde naar een waskamer. De waskamer was ook klein, maar genoeg. Dat was alles eigenlijk. Toen ik weer beneden kwam zat Henry op me te wachten. Ik keek hem blij aan.

"Bevalt alles?" Vroeg hij.

"Ja. Het is best cool." Antwoordde ik.

"Dat is mooi. Over een maand of twee, als je genoeg geld verdient hebt, kun je intrekken. Maar voor nu blijf je nog even in mijn huis."

"Of. Ik kan hier wonen en bij jou eten of je koopt gewoon eten voor mij." Ik wilde graag weg uit Henry's huis en op mezelf wonen, daarom zei ik dit.

"Nee. Dat gaat niet gebeuren. Nog een maand of twee, dat duurt echt niet meer zo lang." Ik zuchtte. Henry had gelijk, hoe vervelend ik dat ook vond.

"Kom, we gaan." Zei Henry opeens. Ik knikte en we liepen zwijgend naar huis.

Thuis begon Henry aan het avondeten en ging ik naar de bibliotheek. Ja, Henry had een bibliotheek in zijn huis. Een kleintje maar hoor.

In de bieb ging op zoek naar mijn favoriete boek, DrakenHart. Het ging over een jongen die een drakenei vond en een drakenrijder werd. Hij beheerste ook twee elementen, vuur en aarde. Hij moest op zoek naar de andere drakenrijder en zijn wereld redden van het schaduw leger. De andere drakenrijder was een meisje dat wind en water bestuurde. Alles werd uit het oogpunt van de jongen beschreven. Ik vond het een geweldig goed boek.

"P, p, p." Mompelde ik terwijl ik de kasten doorzocht. Alles stond op de naam van de schrijver en de naam van de schrijver van het boek wat ik zocht begon met de letter p.

"Aha. Hier is het." Zei ik hardop tegen mezelf terwijl ik het boek pakte. Ik glimlachte en nam het mee naar mijn kamer, daar begon ik te lezen.

"Chase!" Eten!" Riep Henry na een tijdje. Ik schrok op. Ik was zo in het boek verzonken dat ik was vergeten dat ik op mijn kamer zat te lezen. Nu ik uit het boek was bleek het dat ik best erge honger had. Ik legde het boek op mijn nachtkastje en ging naar de eetkamer. We aten avondeten zoals normaal, ik hielp met de afwas zoals normaal en ik ging weer naar mijnkamer om te lezen, zoals normaal. Het was best een normale avond, ook al was de rest van de dag anders geweest.

Na een tijdje gelezen te hebben ging ik slapen. Ik zette mijn zelfgemaakte uitvinding aan en ging slapen.

Ik was op een feestje en iedereen was aan het dansen. Er waren ook elven bij. Ik stond aan de zijkant met een drankje en keek naar twee personen verderop. Een jongen en een meisje met zwart haar. Het meisje was erg verlegen en vroeg de jongen iets. De jongen zei vrolijk was terug en het meisje werd blij. Opeens zag ik een zwarte schaduw over me heen en ik keek naar boven. Boven me vloog een grote zwarte draak. Ik keek weer oplaag met maakte oogcontact met de jongen en het meisje, en daarna met een ander meisje. Ik keek weer terug naar de zwartharige jongen en zag dat hij zijn zwaard had getrokken. Ik glimlachte even en mijn lichaam werd heel heet. Maar daar had ik geen last van.

Ik schrok wakker toen mijn uitvinding mij wakker maakte.

Waar ging dat over? Maar hé, mijn uitvinding werkt tenminste.

Ik stond op en zette de uitvinding uit. De uitvinding noemde ik de wekster. Hij maakte je wakker door je te prikken. Hoe langer het duurde voordat je hem uit deed, hoe harder hij ging prikken. Totdat hij je op een gegeven moment ging slaan. Ik vond hem best handig. Ik liep naar de kast toe en trok mijn kleding aan. Vandaag was mijn eerste werkdag en ik ging mijn best doen. Ik was er helemaal klaar voor.

Elements (gestopt, lees de beschrijving voor details)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu