Tobias

127 7 0
                                    

Met Tris in mijn armen val ik in slaap. Als ik wakker word is het al middag. Ik rammel van de honger en Tris vast ook. Ik besluit ontbijt voor ons te maken. Voorzichtig maak ik me los uit Tris haar greep, maar ze word wakker. ‘Goedemorgen.’ Zeg ik terwijl ik haar een kus op haar hoofd geef. ‘Ik ga wat ontbijt halen, goed?’ Tris murmelt wat en strekt zich uit. Die is nog niet helemaal wakker. Zachtjes sluip ik de kamer uit. Binnenkort gaan we allemaal weer verhuizen naar de stad. Ik vind het een raar idee om terug te gaan, om vervolgens een nieuw leven op te bouwen. De stad heeft zo zijn geschiedenis, en ik weet niet of ik dan opeens kan doen alsof er niets is gebeurd. Ik gaap, ik ben zo verveelt de laatste tijd. Er is niets meer om te doen nu. Als ik bij de ontbijtzaal aankom, zie ik Shauna en Zeke al aan een tafeltje zitten. Ik besluit om even langs hun te lopen als ik ontbijt voor Tris en mij gehaald heb. Met een vol dienblad loop ik naar hun toe. Ik heb ze lang niet meer gesproken. ‘Hey.’ Zeg ik als ik aan kom. ‘Hey’ zegt Shauna. Ze zit nog steeds in een rolstoel. Een van de Erudieten, nah ja, nu niet meer Erudiet, kon haar helpen een nep been te maken. Een elektrische waarmee ze, als ze goed oefent, in de toekomst ooit weer mee zou kunnen rennen. Ik ben blij voor haar. ‘Hey.’ Zegt Zeke nu ook. ‘Kom je bij ons zitten?’ ik schud mijn hoofd. ‘Ik ga zo weer naar Tris.’ Ik knik naar het volle dienblad in mijn handen. Zeke knikt begrijpelijk. ‘Ben je al bij Uriah op bezoek geweest?’ ik word een beetje rood. Ik schud mijn hoofd. Het is niet dat ik niet wil gaan, het is dat ik niet durf. Zeke zucht. ‘Tobias, zet jezelf er over heen. Het is niet alleen jou fout.’ Ik snuif. ‘Maar wel deels mijn fout.’ Zeke knikt. ‘Dat klopt, maar dat betekent niet dat je hem moet ontwijken. Hij wil je wel vergeven, net zoals ik, maar dan moet je hem daar wel de kans voor geven.’ Shauna knikt. ‘Zeke heeft gelijk’ Zeke grinnikt. ‘Ik heb altijd gelijk.’ Ik ben blij om te zien dat het beter gaat met Zeke, hij was zo down om Uriah. ‘Bedankt.’ Zeg ik een beetje zacht. ‘En het spijt me.’ Zeke kijkt me intens aan. ‘Ik heb je allang vergeven, je bent een goede vriend, die vergeef je sneller.’ Ik glimlach opgelucht en dankbaar naar hem. Shauna verbreekt de stilte. ‘Vind je het leuk als wij anders even mee gaan naar Tris?’ ik knik. ‘Jullie zijn nog niet bij haar geweest hè?’ ‘Jawel,’ zegt Shauna. ‘nog voordat jij bij haar was, toen ze nog sliep.’ Verrast gaan mijn wenkbrauwen een eindje omhoog.

Als we bij Tris aankomen, ligt ze nog steeds te slapen. ‘Zal ik haar wakker maken?’ Fluistert Zeke. ‘Kunnen we dat vertrouwen?’ vraagt Shauna met een grijns. Ik ben blij dat ik nog even langs Shauna en Zeke ben gegaan. Mijn deprimerende gevoel over Uriah, Tris en David  is alweer een beetje gezonken. Zachtjes ga ik op de rand van het bed zitten, zoals altijd, en streel haar over haar wang. Langzaam knippert ze met haar ogen. Ze glimlacht. ‘Ik ben terug met het ontbijt.’ Zeg ik. ‘Niet alleen het ontbijt.’ Voegt Shauna er aan toe. Dan pas ziet Tris Shauna en Zeke. Nu glimlacht ze nog breder. ‘Hey.’ Zegt ze met een schorre stem. ‘Hey Tris, gaat het een beetje?’ vraagt Zeke. Tris knikt. ‘Hoe gaat het met jullie?’ vraagt ze terug. ‘Goed.’ Antwoord Zeke kortaf. ‘Met mij ook,’ reageert Shauna. ‘Een van de Erudieten, wou me helpen met mijn been. Ik krijg een elektrische, waarmee ik later misschien wel weer mee kan rennen!’ Het enthousiasme druipt van haar af. Ik moet er om lachen. Het doet me goed om iemand zo blij te zien na alle erge dingen die ik heb meegemaakt. Ik pak een broodje en neem er een grote hap van. Tris gaat rechtop zitten, waar ze nog steeds moeite mee heeft, en pakt ook een broodje. Snel pakt Zeke een broodje van het dienblad en gaat weer zitten. ‘Zeke!’ zeg ik. ‘Dat was voor Tris!’ Zeke propt alles gauw in zijn mond. Tris moet lachen. ‘Ze vind het heus niet erg,’ zegt Zeke met volle mond. ‘kijk maar ze lacht.’ Het klinkt grappig met zijn mond vol eten. ‘Moet ik hem slaan?’ vraagt Shauna vol leedvermaak. Zeke kijkt Tris smekend aan. ‘Doe het me niet aan, Tris.’ Zegt hij gemaakt bang. ‘Hmmm, zegt Tris, jou lot ligt in mijn handen. En nadat je míjn broodje hebt gestolen, ligt het niet in de goeie handen.’ Zegt Tris wreed. Ik moet lachen om hun toneelspel. ‘Ik doe alles voor je, als je me maar red van de grote boze Shauna!’ Tris moet even nadenken. ‘Je bent me nog wat te goed.’ Besluit ze. Zeke maakt het toneelstuk af met een lange opgeluchte zucht. Tris neemt een slok van haar melk. ‘Ik ben blij dat jullie hier zijn, jongens.’ Zegt ze. ‘Jullie geven me een wat beter humeur. ‘Graag gedaan hoor.’ Zegt Zeke met een grijns. ‘Zeke hoef je de volgende keer niet mee te nemen,’ grijnst Tris terug. ‘die eet al mijn ontbijt op.’ Iedereen lacht. ‘Maar nu moeten we weer gaan.’ oppert Shauna. ‘Je hebt rust nodig.’ Tris zegt mopperend: ‘Jullie mogen met zijn allen lol hebben, en ik moet mezelf hier in mijn eentje vermaken met slapen en eten.’ Shauna rijd een beetje naar Tris toe. ‘We komen je elke dag bezoeken.’ Belooft ze haar. Ik kijk haar troostend aan. ‘Het komt wel weer goed Tris. Over een paar weken word je alweer ontslagen uit het ziekenhuis.’ Tris zucht en ik geef haar een kus. Zeke en Shauna beginnen te joelen. ‘En nu allemaal opgehoepeld.’ Zegt Tris lachend. Voor het eerst voel ik me weer een beetje blij.

 

Allegiant part 2- Happily ever afterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu