Hoofdstuk 7

543 28 2
                                    

Ik schrok wakker toen er op mijn deur werd geklopt. Ik stapte uit bed en deed de deur open. Het was Charlie.
‘Hé,’ zei ze. Ze bekeek me van top tot teen. Ze had haar haren in een slordige knot gebonden, wat haar heel goed stond. Ze droeg een wit shirt dat erg ruim was, eronder droeg ze een zwart topje. Samen met een lichte jeans en geheel zwarte sneakers, zag ze er heel modieus uit.
‘Hé,’ zei ik. Ze keek me zelfverzekerd aan. ‘Als ik jou was, zou ik afstand houden van Dan.’ Ik fronste mijn wenkbrauwen. Hoorde ik dat nou goed? Afstand nemen van Dan?
‘Waarom?’ vroeg ik. Zou er echt iets tussen haar en Dan spelen? Ze kneep haar ogen tot spleetjes.
‘Hij zit zwaar in de problemen,’ zei ze. ‘Hij is het niet waard. Geloof me, ik kan het weten.’
Ik hield mijn hoofd een beetje schuin en keek haar vragend aan. Ik wist wel, ze had iets met Dan gehad. ‘Ik bepaal zelf wel met wie ik wel en niet omga,’ zei ik.
Ze trok één mondhoek langzaam op. Charlie leek me opzich aardig, maar op dit moment mocht ik haar niet echt.
‘Zelf weten,’ zei ze. Ze draaide zich om en wilde weglopen.
‘Wacht,’ zei ik snel. Ik slikte zo onopvallend mogelijk. ‘Wat voor problemen?’ Charlie bleef staan en draaide zich langzaam om. Ze glimlachte. ‘Dat moet je hem zelf maar vragen,’ zei ze en ze liep weer weg. Ik keek haar na. Daarna ging ik mijn kamer weer in en sloot de deur achter me.

Ik liep achter Naomi aan naar de afwasruimte. Ze had me zojuist uit mijn kamer gehaald. Ook had ze me een rooster gegeven met de tijden wanneer ik hier moest werken. Ik moest beginnen bij het afwassen en als dat goed ging mocht ik een steeds een stapje verder. Dit was dus waarschijnlijk één van de nadelen, maar ik legde me erbij neer.
Tijdens het afwassen dacht ik aan Dan. Zou hij ook dit soort klusjes moeten opknappen?
Na een uur afwassen, zag ik Charlie en Jazmine ook de werkruimte inlopen. Zij gingen aan de slag bij het koken. Ik zag hoe ze aan het praten waren terwijl ze groenten sneden.
Ik droogde de borden af en begon een aantal glazen te wassen. Mijn handen rimpelde al helemaal. Dat was ook niet gek, ze waren al een uur in contact met water. Dit was zeker geen leuk werk.

Eindelijk was ik klaar met werken. Ik vroeg aan Naomi of ze wist waar Dan was. Ik was inmiddels erg nieuwsgierig geworden naar zijn problemen. Ik wist wel dat hij me toch niets zou vertellen. Maar niet geschoten altijd mis, toch?
Naomi legde uit waar ik hem kon vinden en ik liep door het gebouw heen. Uiteindelijk vond ik hem bij een soort sportschool. Alleen waren hier geen luxueuze sportapparaten, maar werden hier verschillende vechtsporten beoefend. Ik trof Dan aan bij een boxbal. Hij was er hevig op aan het slaan en schoppen. Naast hem lagen allemaal maten waar verschillende mensen op aan het duelleren waren. Ik ging naast hem staan en leunde tegen de muur aan. ‘Wat moet je,’ vroeg hij terwijl hij doorbleef gaan met slaan. Hij had zijn pet afgezet en ik kon nu goed zijn haren zien. Het was, zoals ik al had verwacht, erg kort en donker. ‘Ik hoorde dat je in de problemen zat,’ zei ik. Ik bekeek hem even. Hij droeg een los, zwart broekje dat net over zijn knieën heen kwam. Hij had weer een zwarte top aan, alleen stonden hier in grote, rode letters de cijfers “58” op. Zijn huid glom door de hele kleine druppeltjes zweet. Zijn benen waren heel licht behaard.
‘Dat zijn niet jouw zaken,’ zei hij geïrriteerd. Hij schopte een keer hard tegen de boxbal aan. Ik deed mijn armen over elkaar. Ik had mijn rechtervoet plat tegen de muur aan gezet.
‘Dat weet ik,’ zei ik. Dan stopte met stopte met slaan en schoppen en keek me aan. Gelijk voelde ik mijn maag omdraaien.
‘Maar?’ vroeg hij. Ik glimlachte. Ik zou natuurlijk niet zomaar opgeven.
‘Ik wil het graag weten,’ zei ik. Ik keek naar de duellerende mensen op de matten. Hij volgde mijn blik en keek me daarna weer aan.
‘Ik daag je uit,’ zei ik. Ik keek hem strak aan. Ik knikte kort richting de matten. ‘Als jij wint, zal ik je niet meer lastig vallen. Als ik win, doe je wat ik zeg.’
Dan lachte hardop. Ik deed moeite om niet al te verrast te kijken. Hij lachte! Ik zag voor het eerst zijn stralend witte tanden. Als hij lachte was hij nog knapper. Ik voelde hoe ik automatisch mijn wenkbrauwen optrok. ‘Vind je dat grappig,’ vroeg ik. Hij stopte met lachen, maar hield nog steeds dezelfde grijns op zijn gezicht. Hij liet zijn hoofd even zakken en keek naar de grond. Maar hij tilde hem gelijk weer op en keek me vol zelfvertrouwen aan. ‘Oké, deal,’ zei hij grijnzend.
Ik glimlachte. Ik draaide me om en liep naar de matten. Toen ik op één van de matten stond draaide ik me snel om en wilde gelijk mijn vuist in zijn gezicht slaan, maar hij zag het aankomen en hield met zijn hand mijn vuist tegen. Gelijk daarna schopte ik hem in zijn zij, die was wel mooi raak. Hij kreunde zachtjes en hield zich in. Ik grijnsde breed. Weer tilde ik mijn voet op om hem te schoppen, maar dit keer pakte hij mijn been vast. Voor ik het door had verloor ik mijn evenwicht en lag ik op de grond. Maar ik zo gemakkelijk gaf ik niet op. Ik trapte hard tegen zijn enkel aan waardoor ook hij op de grond terecht kwam, ik kroop snel naar hem toe en sprong boven op hem voordat hij de kans kreeg om weer op te staan. Ik wist wel dat ik hem tien tellen op de grond moest houden voordat ik gewonnen had.
Één, twee. Hij probeerde weer op te staan. Maar ik hield mijn elleboog in zijn buik, wat waarschijnlijk aardig pijn deed.
Drie, vier, vijf. Ik moest veel zetten om hem op de grond te houden.
Zes, zeven, acht. Ik voelde hoe Dan tegenstribbelde. Met een snelle beweging pakte hij mijn polsen vast en duwde hij me van hem af. Hij rolde met me mee en nu lag hij boven op mij. Ik voelde mijn ademhaling sneller gaan toen ik recht in zijn ogen keek. Ik voelde zijn warme, gespierde lichaam dicht tegen me aan.
Één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Ik besefte me wat er aan de hand was. Ik probeerde snel op te staan maar dat lukte niet, want Dan hield me tegen. Ik schopte hem en het was niet bepaald zacht.
Ik zag in zijn gezicht dat hij enorm veel pijn had. Ik stond zo snel ik kon op. Dan lag op de mat liggen. Hij had zijn ogen dichtgeknepen en kreunde luid. Ik besefte me dat ik hem zojuist in zijn kruis had geschopt. Een enorm schuldgevoel bekroop me. Ik wist dat de tien seconden allang om waren en dat ik gewonnen had. Maar ik had niet eerlijk gewonnen, vond ik.
Ik keek hem bezorgd aan en ging naast hem op mijn hurken zitten. ‘Gaat het,’ vroeg ik bezorgd, maar dat was natuurlijk een stomme vraag. Dan keek me aan. ‘Trut,’ riep hij boos naar me. Ik schrok een beetje toen hij dat zei. Ik was voor veel ergere dingen uitgemaakt, maar het ging dit keer om het feit dat Dan me uitschold. Ook al was dit terecht, meer dan terecht zelfs.
Dan keek me nog steeds ongelofelijk aan. ‘Sorry,’ zei ik snel. Hij probeerde overeind te komen en ik probeerde hem daarbij te helpen. Toen hij weer stond sloeg hij gelijk mijn armen weg en liep hij heel langzaam weg. Je kon zien dat het pijn deed. ‘Sorry,’ zei ik nogmaals, maar dit keer wat zachter. Hij liep zonder om te kijken de zaal uit.
Ik bleef achter tussen de onbekende mensen die druk aan het trainen waren. Zuchtend liet ik mezelf achterover vallen, zodat ik op de mat lag en naar het plafond keek. Wat was ik toch goed in dingen verpesten.

Ik was inmiddels teruggekeerd naar mijn slaapkamer en lag op mijn bed. Ik keek naar een oude, versleten envelop met mijn naam erop. Ik haalde de brief die erin zat eruit. Ik had hem al duizenden keren gelezen, maar het verveelde nooit. Ik kende het inmiddels al helemaal uit mijn hoofd. Ik begon het weer te lezen:

Lieve Jessy,

Je bent vast al op de hoogte van het één en ander. Ik weet niet wat je precies weet, dus ik zal wel gewoon alles vertellen.
Ik ben weg, dat had je vast al gemerkt. Je hebt een nieuw thuis gekregen. Ik weet dat je het nu erg moeilijk hebt. Ik weet dat er liever niet over praat en dat je afsluit van de rest van de wereld. Maar ik wil dat je weet dat ik geen andere keuze had. Ik ben opgepakt, Jessy. Ik zit de komende tien jaar in de cel. Ik heb fouten gemaakt, Jessy. Daar heb ik heel veel spijt van. Ik wil niet dat jij dezelfde fouten maakt. Volg je hart, dan komt het goed. Vertrouw op jezelf en geef nooit zomaar op.
Ik houd van je,
Dikke kus,
Mama

De tranen sprongen elke keer weer in mijn ogen. Mijn moeder was opgepakt toen ik elf was en ik was naar een weeshuis gebracht. De eerste jaren had ik mijn moeder niet mogen zien. Maar ik mocht uit eindelijk af en toe opzoeken. Toen ik dat deed vertelde ze me verhalen over haar leven. Ze was ook bij een gang gegaan, alleen woonde zij nog wel gewoon thuis. Waar ze precies voor opgepakt was, wilde ze me nooit vertellen. ‘Dat doet er niet toe,’ zei ze dan altijd.
Zuchtend stopte ik de brief weer weg.

Girl in the GangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu