Hoofdstuk 7 - Alarm

581 27 8
                                    

Liselotte is naar het licht gelopen. Het komt vanuit een andere gang. Hoopvol gaat ze de hoek om, maar haar verheuging verdwijnt als sneeuw voor de zon. Deze gang is hoger en breder, en een paar meter verderop staat een kaars op de grond. Het is zo duister in het riool dat Liselotte dacht dat het een groter licht zou zijn dan een kaarsvlam.

De volgende vraag is natuurlijk: hoe komt een brandende kaars in dit riool terecht? Liselottes hart gaat sneller slaan wanneer ze zich realiseert dat er nog iemand in de tunnels moet zijn. Misschien weet diegene de weg naar buiten!

"Hallo?"

Haar stem echoot door de ruimte en verplaatst zich door de gangen. Liselotte loopt naar de kaars toe en tuurt verder de tunnel in. Plotseling hoort ze achter zich een geluid. Ze wil zich omdraaien om wie het ook is te begroeten, maar er wordt vliegensvlug een arm om haar keel geslagen. Ze wordt naar achter getrokken en valt tegen iets zachts aan.

"Daar is ze dan," fluistert een mannenstem in haar oor. Zijn baardharen prikken in haar wang. Liselotte probeert zich los te rukken.

"Hé! Hou daarmee op! Ik heb een mes, ik ga je steken," waarschuwt de stem, en Liselotte voelt inderdaad een scherpe punt in haar hals prikken. Ze houdt zich heel stil.

"Wie ben je?"

Zonder antwoord te geven, duwt de man haar ineens van zich af. Liselotte landt op haar handen en knieen. Ze ziet nu dat voorbij de kaars dekens op de grond liggen, alsof iemand een bed heeft proberen te maken. Hoe lang woont deze gek hier al?

Al deze gedachten gaan binnen een seconde door haar hoofd. Ze kruipt naar de kaars toe, weg van de man met het mes.

Maar hij komt haar achterna. Hij trapt hard met zijn schoen op haar kuit. De pijn is zo plotseling en hevig dat Liselottes armen onder haar wegzakken. Ze valt op de grond. De man grijpt haar jas en draait haar op haar rug. Hij laat zich op haar borst vallen en blijft daar zitten.

"Wat een prachtig exemplaar is dit," mompelt de man in zichzelf. Hij kijkt naar Liselotte alsof ze een ding is. Ze kan geen oogcontact met hem maken, hij focust niet op haar ogen.

Liselotte probeert omhoog te komen. Haar benen trappen zonder iets te raken en met haar handen duwt ze tegen hem aan, maar ze krijgt hem geen millimeter opgeschoven. Ze is simpelweg niet sterk genoeg.

Ondertussen blijft hij kalm zitten, met zijn volle gewicht op haar borstkas. Liselotte voelt zich duizelig worden. Ze kan geen adem meer halen. Haar longen worden leegedrukt en het lijkt de man niks uit te maken dat ze bijna stikt. Ze opent haar mond om naar adem te happen, maar er gebeurt niks. Zo veel zuurstof om haar heen, maar ze krijgt het niet haar longen in.

Haar ogen stellen niet meer scherp en haar bewegingen verstillen. Haar lichaam geeft toe aan de zuurstofloze toestand en blijft stil liggen. Op dat moment klimt de man van Liselotte af. Haar longen vullen zich langzaam weer met lucht.

Liselotte voelt dat er aan haar gesjord wordt, maar ze is teveel bezig met ademhalen om te merken wat er precies gebeurt. Eerst lucht, eerst zuurstof. Wanneer ze de controle over haar lichaam terug voelt keren, draait ze zich weer op haar buik en probeert weg te komen.

Ze probeert de paniek te onderdrukken, te blijven denken. Ze kruipt op haar ellebogen een paar meter naar voren. Maar de man grijpt op het laatste moment haar enkel vast. Hij grinnikt erbij. Hij denkt dat ze een spel spelen, alleen maakt zij geen kans.

Wild schopt ze met haar benen terwijl ze zich aan haar armen vooruit probeert te trekken. Nu pas merkt ze dat ze haar jas en witte pak niet meer aan heeft. Ze trekt haar bleke huid open aan de stenen op de vloer, maar voelt er niks van. Ze moet weg zien te komen.

SneeuwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu