Bram, Evert en Olaf lopen in gebukte houding de gang door. Evert gaat voorop met een zaklamp. Hij heeft al snel de krijtmarkeringen opgemerkt en besluit ze te volgen. Het geluid van hun voetstappen en ademhaling weerklinkt door de tunnels. Plotseling bereikt een verschrikkelijk geluid hun oren. Bram en Evert herkennen de stem meteen.
"Help!"
Er klinkt volledige paniek door in de schreeuw om hulp. En pijn. Het is een noodkreet die dwars door je heen lijkt te snijden, en waarop je als mens instinctief reageert. De mannen verplaatsen hun voeten zo snel ze kunnen. De adrenaline raast door hun bloedsomloop.
"Godverdomme!" vloekt Bram. Elke seconde die ze er nu nog over doen om bij hun collega te komen, is er een te veel.
Wanneer de krijtstrepen plotseling lijken te verdwijnen, ziet Evert dat ze de hoek om moeten. Het lijkt alsof ze al een eeuwigheid onderweg zijn. Het duurt veel te lang. De schreeuw om hulp is al een tijd geleden verstomd.
Dan is er licht. Zwak licht, van een kaars. Het werpt flakkerende schaduwen op de muren, en op wat er zich voor hen afspeelt.
Ook al staat ze met haar rug naar hem toe, Evert herkent Fenna ogenblikkelijk. De mannen zijn tot stilstand gekomen en Evert loopt langzaam op zijn collega af. Ze staat voorovergebogen, haar dienstwapen in een trillende hand.
"Klootzak!" schreeuwt Fenna, "Geef me alsjeblieft een reden om je door je kop te schieten!"
Evert wil ingrijpen, maar dan ziet hij waarom Fenna zo van streek is. De man op wie Fenna haar wapen gericht houdt, lijkt in eerste instantie op zijn buik op de grond te liggen. Er is weinig licht, maar genoeg om op te merken dat er nog iemand onder hem ligt.
"Evert, wat staan jullie daar nou?" roept Fenna naar hem, en haar stem breekt bijna van emotie, "Haal hem van haar af, verdomme!"
Ineens springt Bram naar voren en grijpt de man. Zijn actie schudt Evert wakker en hij komt Bram snel te hulp. Binnen een seconde is de man van Liselotte af gegooid en Evert slaat hem hardhandig in de boeien. De man geeft geen kik, hij laat het allemaal gebeuren.
Inmiddels heeft Fenna haar wapen weggestopt en is naast Liselotte op haar knieen gevallen.
"Liselot? O, god, wat heeft hij met je gedaan -"
Fenna is niet de enige bij wie de aanblik van Liselottes toegetakelde gezicht een sterke emotie oproept. Bram voelt een bom van woede in zich ontploffen wanneer hij ziet in welke vernederende houding Liselotte is achtergelaten.
Haar haren liggen los om haar hoofd, een paar krullen hangen over haar gezicht. De blauwe plekken in haar hals steken donker af tegen haar blanke huid. Haar torso vertoont meer bloeduitstortingen die een verschrikkelijk scenario schetsen. Het zijn tekenen van geweld achtergelaten op haar borsten, haar ribben, haar heupen... Bram moet slikken wanneer hij ziet dat haar broek is losgemaakt. Haar armen zijn op haar rug gedraaid, en ze ligt doodstil. Tijdens alle commotie lijkt ze niet te hebben bewogen. Toch zijn haar ogen open en is ze bij bewustzijn. Haar borst gaat met kleine, schokkende bewegingen op en neer.
Bram trekt vlug zijn jas uit en legt hem over haar heen. Hij kan het niet verdragen dat ze daar nog langer zo ligt, zo kwetsbaar.
Fenna veegt voorzichtig Liselottes haar uit haar gezicht. Nu is de schade aan haar oog goed te zien, en Fenna haalt scherp adem bij de aanblik. Liselottes oog zit bijna helemaal dicht door de donkere zwelling. Haar andere oog vermijdt elke vorm van contact.
Aan Olaf wordt de taak toevertrouwd om de geboeide man in de gaten te houden, zodat de rechercheurs zich om hun collega kunnen bekommeren. Bram en Evert hebben veel vragen, zeker wanneer ze opmerken dat Fenna's arm in een geimproviseerde mitella hangt, maar die bewaren ze voor later. Op dit moment hebben ze één missie en dat is om iedereen veilig het riool uit te krijgen.
JE LEEST
Sneeuw
FanfictionHet is een barre winterdag wanneer er een jonge vrouw in een oud riool wordt gevonden. Het rechercheteam van Carla Vreeswijk moet ondanks de moeizame omstandigheden haar werk zien te doen. Als blijkt dat er veel meer achter de moord zit dan iemand h...