"Waar heb je zin in?"
Liselotte en Bram staan in de kleine, knusse slaapkamer van Liselottes appartement. Buiten regent het heftig. Ze wachten tot de bui is overgetrokken voor ze de stad in gaan om te eten.
"Lies, heb je al een besluit genomen? Weet je al wat je gaat doen?"
Bram is nu drie dagen in Praag en heeft maar vijf dagen vrij. Hij heeft Liselotte tijd en ruimte proberen te geven om na te denken, maar nu ze er na drie dagen nog steeds niet over is begonnen, begint Bram een beetje ongeduldig te worden.
"Ik heb het er met meneer Dvorák over gehad, maar ik ben er nog niet uit."
"Wat zei hij dan?"
"Bram, alsjeblieft, ik sterf van de honger. Wat zullen we eten?"
Liselotte loopt naar het raam en probeert te zien of er al een blauw stuk lucht aankomt. De daken van de andere gebouwen in de smalle straat blokkeren haar uitzicht. Ze ziet alleen een klein stukje van de donkere wolkenmassa die over de stad trekt. Bovendien wordt het zicht vervormd door het water dat tegen de ruit slaat.
"Boerenkool met worst."
Liselotte draait zich weer om naar Bram, die op de rand van het bed zit.
"Ten eerste hebben ze dat hier niet en ten tweede eet jij geen worst. Dat is varkensvlees."
"Ja, dat weet ik ook wel. Stamppot zonder worst dan."
Ze ziet aan zijn gezicht dat hij helemaal niet over eten wil praten. Zijn toon is kortaf.
"Volgens mij noem je nu expres Hollandse gerechten om mijn aandacht bij jouw vraag te houden."
"Ja? Jij bent het genie, zeg jij het maar." Het komt er geërgerd uit. Dat is niet Brams bedoeling, maar hij voelt zich erg gespannen naarmate zijn vertrek dichterbij komt en Liselotte nog steeds niet kenbaar heeft gemaakt dat ze van plan is naar huis te komen.
Liselotte slaakt een diepe zucht. "Bram, ik kan je geen antwoord geven. Nog niet. Geef me nog eventjes de tijd."
"Lies, ik gun je alle tijd van de wereld, echt, maar ik heb nog maar een paar dagen vrij. Maandag wordt ik weer op het bureau verwacht en dan moet ik de anderen gaan vertellen of je nog terugkomt ja of nee. En als je wel naar huis komt, wat we allemaal het liefste willen, dan moet het zo snel mogelijk gebeuren."
"Hoezo?"
"Omdat er dan misschien nog een kans is dat Carla blijft." Daar. Hij heeft het gezegd. Precies wat hij zich voorgenomen had om niet te zeggen. Liselotte slaat defensief haar armen over elkaar en Bram heeft meteen spijt van zijn opmerking.
"Carla heeft zelf de beslissing genomen om te stoppen. Dat heeft niks met mijn afwezigheid te maken."
Bram zucht. "Wij denken dus van wel."
"Wij? Wie zijn wij?" Liselotte voelt dat ze boos wordt. Wat Bram zegt is oneerlijk en hij weet het ook.
Bram wendt zijn blik af. "Fenna, Evert, en ik. En Menno."
"Dus dat is de reden dat je hier bent," zegt Liselotte koeltjes, "Om mij over te halen naar Nederland te komen voor het team. Omdat jullie geen zin hebben om met iemand anders te werken. Maar ook -" Liselotte houdt een vinger omhoog om te voorkomen dat Bram haar onderbreekt, "omdat jullie denken dat het mijn schuld is dat Carla ontslag heeft genomen. Daarom denken jullie dat ik haar kan overhalen te blijven. Als ik me niet had aangesteld, als ik niet zo zwak was geweest, was Carla's schuldgevoel niet zo groot geweest dat ze vond dat ze op moest stappen."
Nu onderbreekt Bram haar toch. "Lies! Jezus, waar haal je die onzin vandaan? Is dat wat je denkt? Denk je dat dat de waarheid is?"
"Misschien niet, maar zo'n gevoel geef je me wel," zegt ze beschuldigend, en een beetje gekwetst.
JE LEEST
Sneeuw
FanfictionHet is een barre winterdag wanneer er een jonge vrouw in een oud riool wordt gevonden. Het rechercheteam van Carla Vreeswijk moet ondanks de moeizame omstandigheden haar werk zien te doen. Als blijkt dat er veel meer achter de moord zit dan iemand h...