11. Madeliefjes

99 3 0
                                    

Julia

Eva haalt de ijszak van mijn gezicht en plakt een nieuwe pleister op mijn wang.

'Eva, je mag echt wel weer terug gaan naar de spelletjes. Ik red me wel'

Ik had Eva te vroeg beoordeeld. Ja ze is druk en luid en ziet eruit als een soort levende barbie maar ze is wel heel aardig en behulpzaam.

'Weet je het zeker?'

'Ja, ga',

'Eindelijk', zucht Maarten, die alleen maar langs komt om Eva op te halen. Ze glimlacht even naar me voordat ze met Maarten mee loopt.

Ik praat nog even met de zuster en verlaat dan de tent.

In mijn hand heb ik een plastic zakje met pleisters, verband en handdoekjes.

Ik neem plaats op het gras en leun tegen een boom aan de zijkant van het veld.

De spelletjes nemen plaats in het midden van een bos op een open veld.

Ik bekijk de verschillende spelletjes. Ons team is aan het voetballen tegen team oranje.

'Hier'

Ik voel de koude zak op mijn benen en schreeuw het uit.

'Waarom doe je dat', ik leg de ijszak op het gras

'Omdat jij zo dom bent om hem te vergeten. Houd hem op je neus'

'Er moet een theedoek omheen'

Hij zucht diep. Alsof het mijn schuld is en het heel veel moeite om een theedoek te halen.

'Wacht hier'

Nee. Denk ik. Maar ik zit wel lekker in de schaduw.

Mijn hoofd doet zoveel pijn.

Hij komt terug, wikkelt de ijszak in en legt hem, een beetje hardhandig, tegen mijn neus.

'Au', mompel ik zachtjes. Ik neem de zak over maar hij blijft staan.

'Moet je niet gaan spelen'

Hij beantwoord mijn vraag niet maar staart me aan met zijn armen over elkaar.

Het is even stil. De stilte duurde zo lang dat het ongemakkelijk wordt. Ik bekijk mijn nagels en doe alsof ze super interessant zijn. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat hij nog steeds naar mij kijkt.

Ik durf om de een of andere reden niet terug te kijken maar het wordt gewoon irritant.

Ik kijk terug en frons.

'Wat', zijn mondhoek schiet een klein beetje omhoog zodat er een scheve glimlach ontstaat

'Je ziet er verschrikkelijk uit. Gewoon echt lelijk'

Een steek in mijn hart.

Hij gaat schuin naast mij in het gras zitten.

'Toen je die bal in je gezicht kreeg wilde ik zo hard lachen, maar jij moest natuurlijk weer je neus breken dus dat kon niet'

Ik staar hem maar een beetje dom aan, dat weet ik, maar ik kan gewoon niet geloven dat hij dit zegt.

Hij is zo ongevoelig.

'Wat?', zegt hij uiteindelijk. Alsof we een normaal gesprek aan het voeren zijn.

'Je kan zelf toch ook wel zien. Je hebt die spiegel in je handen gehad. Je neus is zo gezwollen en blauw. Alsof je in elkaar geslagen bent', hij lacht een beetje alsof hij een grap maakt.

Ik bijt op mijn lip om te voorkomen dat ik ga huilen, domme keus want dat doet ook heel veel pijn.

'Ben je nou aan het huilen'

Nee, denk ik, ik wil het ook zeggen maar het lukt niet. Tranen prikken in mijn ogen. Ik knipper snel zodat ze weggaan.

'Nee'

Ik draai mijn hoofd naar hem toe zodat ik hem recht aankijk. Op deze manier wil ik het laten lijken alsof ik heel zelfverzekerd ben.

Spoiler alert, ben ik niet.

Zijn ogen kijken mij, net zoals altijd, ijzig aan. Voor een seconde staar ik terug zonder een woord te zeggen. Hij is de eerste die zijn blik weer afslaat.

'Wat een kluns', hij kijkt naar het veld 'Hij sloeg de zo hard weg, als jij er niet was om hem op te vangen was hij sowieso in de bosjes geëindigd'

'Graag gedaan', ik probeer te lachen maar het doet pijn. Ik start met het trekken van gras uit de grond. Ik voel de tranen in mijn ogen maar kan ze niet op tijd tegen houden. Ze glijden over mijn wangen en vallen op de muis van mijn hand.

'Wat is er nou weer. Heb je meer pijnstillers nodig?'

Ik kijk naar hem op. Mijn blik schiet over zijn gezicht. De blauwe ogen die mij normaal ijzig en verveeld aankijken hebben nu iets anders in hun.

Hij grijpt naar een doosje paracetamol, alsof ik daar al niet meer dan genoeg van op heb, en overhandigt zijn flesje water.

'Hier, drink', Ik pak de spullen aan, maar blijf hem aankijken. Ik wil de blik beter bekijken. Ik wil weten wat hij denkt, wat hij voelt. Hij kijkt mij aan alsof ik dom ben.

'Ben je vergeten hoe je een pakje openmaakt', hij trekt het doosje weer uit mijn handen en opent hem een tikkel geiriteerd.

'Waarom doe je dat?'

'Omdat jij blijkbaar te dom bent om het zelf te doen', hij drukt de paracetamol in mijn handen en opent het flesje.

'Nee', ik sluit het flesje weer en gooi de paracetamol weg.

'Hoe je je gedraagt. De meeste tijd ben je de chagrijnigste persoon op aarde. Je loopt boos rond en staart naar iedereen alsof ze je dodelijk irriteren. En dan zijn er van die momenten dat die blik in je ogen verandert. Voor een milliseconde lijkt het net alsof je niet bezorgd bent, sommige momenten ben je zelfs....oke. Niet aardig, niet vriendelijk, maar oke. Bijna aardig.

En dan switch je terug naar deze ijskoele gast die het allemaal niets uitmaakt. Ik zou bij wijze van spreke hier dood kunnen vallen en die gast zou heel misschien een ambulance bellen. En dan alleen zodat mijn dood niet zijn schuld is en je een straf kan vermijden'

Hij bijt een zijn kaak een tikkel op elkaar, zijn kaaklijn verstrakt een klein beetje, en dan laat hij los en staart hij weer naar het veld. Ik zucht diep en pluk bloemen uit de grond.

Er valt een stilte. In die tijd verzamel ik genoeg bloemen bij elkaar. Met een stukje gras bind ik ze aan elkaar vast tot een boeket.

'Zijn dat je favoriete bloemen', ik kijk hem aan, ijsblauwe ogen.

'Ja, madeliefjes', hij maakt een bevestigend geluid met zijn keel.

Mijn moeder schreeuwt vanaf de andere kant van het veld dat het lunchtijd is en dat we nu moeten komen.

Broodjes met warme tonijnsalade....die de hele dag in de zon hebben gelegen.

Hmm, ik voel de misselijkheid nu al.

Ik stop alles weer in de tas en duw mezelf overeind. Ik veeg de gras van de achterkant van mijn broek en durf de zweren dat ik ogen op mij voel. Als laatste raap ik mijn bloemen van de grond.

Grey zet een paar stappen maar draait dan naar mij om.

'Even dat je het weet, de meeste mensen irriteren mij ook'

Daisy (in love with my brother's roommate)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu