Hoofdstuk 36

1.8K 89 14
                                    

Hoofdstuk 36.

Rowan v.d Lugt

• • •

Ik voelde hoe ik langzaam mijn vingers kon bewegen. Ik was verbaasd. Was ik nu dood? Was ik in de hemel of de hel? Bestond dat echt?

Ik merkte dat ik even weg was geweest, maar voor hoelang wist ik niet. Was het nu de bedoeling dat ik mijn ogen zou openen?

Ineens schoten mijn ogen open. Voor een seconde dacht ik dat ik daadwerkelijk in de hemel was. Ik zag fel, wit licht. En toen hoorde ik naast me ineens iets omvallen. Ik draaide mijn hoofd een kwartslag en zag daar vaag het silhouet van mijn moeder staan. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen om mijn zicht te verbeteren. Ik zag nu hoe ze haar handen voor haar mond had geslagen, de tranen liepen over haar wangen. Aan de andere kant stond mijn vader. Ook hij was emotioneel. Ik besefte me dat ik in het ziekenhuis lag.

Toen realiseerde ik me pas echt dat ik mijn tweede zelfmoordpoging overleefd had. Ik keek terug naar plafond en mijn lip begon te trillen. Ik had het overleefd. Waarom? Ik wilde hier niet meer zijn. Ik hoorde hier niet. Waarom was ik hier verdomme nog steeds?

'Rowana,' snikte mijn moeder. 'Mijn meisje, ik ben zo blij dat je wakker bent.' Ze gaf me kusjes op mijn wang en had mijn hand krampachtig vast geklemd in die van haar.

Mijn vader bleef alleen liefkozend mijn arm strelen, hij zei niks.

Eén van mijn ouders had blijkbaar op de noodknop gedrukt, want er kwam gelijk een arts aanlopen. De man die op me af kwam lopen, was een kale man. Hij was een beetje dik en had een vriendelijke blik in zijn ogen. 'Wat fijn dat ze wakker is! Ik wil graag gelijk even kort wat testjes met haar doen, jullie kunnen zo terugkomen,' zei hij tegen mijn ouders. Mijn ouders knikten gedwee en liepen de kamer uit. Mijn moeder keek nog een keer over haar schouder voordat ze snikkend de kamer verliet.

'Zo meisje,' zei de arts. 'Ik ben meneer Weena. Ik heb even een aantal vragen voor je. Is dat goed?'

Mijn lip trilde nog altijd. Langzaam knikte ik.

'Goed zo. Weet je wat je naam is?'

Ik probeerde mijn naam te zeggen, maar merkte dat mijn stem weg was. Ik voelde paniek ontstaan in mijn lichaam.

Dokter Weena pakte mijn hand vast. 'Rustig aan, je stem is een beetje weg omdat de ademhalingsapparatuur wat schade aan heeft gericht, dat komt over een paar dagen allemaal goed. Weet je hoe oud je bent? Steek je vingers maar op.'

Ik voelde hoe zwak mijn lichaam was geworden, het kostte me gewoon moeite om mijn vingers op te steken. Dokter Weena noteerde wat op zijn klembord. 'Je zult wel erg geschrokken en in de war zijn na alles wat er is gebeurd. Er komt straks een psycholoog langs die je wat vragen gaat stellen. We houden je nog een paar nachtjes op de IC om te kijken of het goed blijft gaan. Daarna wordt je overgeplaatst naar de afdeling psychiatrie.'

Het enige wat ik kon doen was knikken.

'Het komt goed, Rowan,' zei hij, voordat hij wegliep.

Ik keek hem na. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik was in paniek. Alle herinneringen van de bewuste avond kwamen langzaam binnen. En Maurice... Ik snapte echt niet waarom hij me dit aan had gedaan. En waarom ik door moest leven zonder hem. In deze hel. Tranen stroomden over mijn wangen. Ik had geen spijt van mijn poging. Als ik de kracht had gehad, had ik er nu nog een gedaan.

Mijn ouders liepen de kamer weer in. Mijn moeder huilde nog steeds, mijn vader had haar hand stevig vast. Ook in zijn ogen stonden tranen. Het liet me schuldig voelen, maar mijn suïcidale gedachtes overheerste dat gevoel.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 12, 2021 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Niets is wat het lijktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu