Hoofdstuk 10; Anton Rover

450 4 0
                                    

'Binnen!'

Alisa opent de deur en kijkt de kamer in, er staat een groot bed in het midden en een bureau onder het raam, daaraan zit een jongeman met zwarte haren, die helemaal gefocust is op zijn werk, naast hem staat een doos en voor hem liggen allemaal brieven die hij om de beurt leest en aantekeningen op maakt.

Alisa sluit de deur achter zich en loopt zachtjes naar hem toe, maar zonder dat hij op kijkt, ze gaat op bed zitten en wacht.

Na een paar minuten vouwt de jongeman zijn laatste brief dicht en zet de doos weg, dan draait hij zich om en kijkt Alisa recht in de ogen, dan staat hij plotseling op en trekt een pistool onder het bureau vandaan, van schrik schiet Alisa verder het bed op.

'Wie ben je en wat doe je hier?'

Alisa blijft gespannen zitten en kijkt alleen maar in de ogen van de man, die vuur spuwen.

'Ik eh...ben Alisa van Houten...'

Het gezicht van de jongeman blijft strak, maar Alisa bedenkt zich iets en ontspant een beetje.

'Wij hadden elkaar aan de telefoon, de dag dat de oorlog uitbrak, sinds die tijd heb ik ruzie met jou broer en ik vroeg me af of je wist waar hij was.'

Het gezicht ontdooit eindelijk en Anton laat het pistool zakken, hij loopt naar Alisa toe en gaat naast haar zitten.

'Dus, jij komt uit Rotterdam? En je wilt weten waar mijn broer is.'

Alisa knikt lichtjes en glimlacht.

'Klopt, maar ik ben nog meer benieuwd naar jou Anton, ik bedoel, ik wil heel graag weten met wie mijn broer samenleeft.'

Anton kijkt haar verbaasd aan.

'Broer?'

Alisa knikt.

'Ja, heb ik dat niet gezegd aan de telefoon toen, Fred van Houten is mijn broer.'

'Ouder?'

Alisa knikt opnieuw, nu gaat hij dichter bij haar zitten lacht.

'Dus jij weet ook hoe het is om de jongste te zijn.'

Verbaasd van de omslag van Antons emoties, gaat Alisa iets verder bij hem vandaan zitten.

'Rustig maar, je hoeft niet bang te zijn, ik wil alleen maar zeggen dat ik ook de jongste ben. Thomas is mijn oudere broer.'

'Dat weet ik.'

Alisa kijkt hem aan, zijn ogen schieten vuur, maar dat is licht gedoofd, ze legt een hand op zijn schouder en staart hem recht in de ogen.

'Anton, wat is er?'

Plotseling staat Anton op en beent naar het raam, in de weerspiegeling ziet ze zijn kwade gezicht, ze staat op en loopt naar hem toe.

'Anton, wat is er?'

Ze legt weer haar handen op zijn schouders, Anton blijft staan, zijn armen gespannen langs zijn lichaam, Alisa's handen glijden naar beneden en pakken zijn handen.

'Anton...'

Haar hoofd komt op zijn schouder te liggen en langzaam verdwijnt de woede uit zijn ogen, maar hij blijft naar buiten staren.

'Thomas was altijd beter, Thomas deed het altijd goed. Ik was een mindere zoon, altijd. Ondanks dat hij altijd tegen de NSB en het lidmaatschap van onze ouders is geweest en maanden geen contact met ze had hierdoor.'

Nu springen er tranen in zijn ogen en draait hij zich om, Alisa's handen houdt hij stevig vast en hij legt zijn voorhoofd op haar schouder.

Alisa laat een hand los en strijkt daarmee door zijn haren.

Soldaat van Oranje (maar dan anders)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu