Hoofdstuk 1; De Ontgroening

397 9 2
                                    

Beste Meneer van Houten,

Ik schrijf u vanuit Rotterdam, een grote universiteit, mijn nieuwe thuis.

Veel te ver van u vandaan generaal.

Wel zit ik in een goed studentenhuis, ik krijg echter door vader een bevoorrechte behandeling.

Ik heb geen ontgroening en mijn haren worden niet afgeknipt, zoals bij de andere meisjes.

Generaal ik mis u, wanneer zie ik u weer, waarschijnlijk over een lange tijd pas.

Schrijf me snel terug, alstublieft, ik wil dit contact voortzetten, anders voel ik mij zo alleen.

Groet,

Alisa van Houten

Alisa haalt de brief uit de typemachine, duwt hem in een envelop en plakt er een postzegel op. Ze staat op en loopt in de richting van de deur van haar kamer, terwijl ze de envelop dichtvouwt, ze wrijft even over het gouden hartje om haar nek, dat ze kreeg voor haar verjaardag.

Ze loopt de trap af en hoort al snel de meisjes roepen, hun haren, hoe lang ook, worden afgeknipt tot korte koppies, als ontgroening.

Als ze door de hal loopt, ziet ze de jongens, kaalgeschoren en op en neer springend als kikkers.

Zonder er iets over te zeggen trekt ze haar jas van de kapstok en loopt naar buiten.

Aan de andere kant van de straat staat een brievenbus, daar loopt ze snel naartoe, achter zich golven de roepen van de ouderejaars naar buiten.

Een jongeman in een net pak komt naar buiten gelopen, hij heeft een sigaret in zijn hand en rookt die, leunend tegen de muur, op.

Alisa steekt weer de straat over en wil naar binnen lopen, als de jongeman zijn hand uitsteekt en haar tegenhoudt.

'Naam, studie en jaar.'

Alisa schrikt er een beetje van, maar kijkt de jongeman wel recht aan.

'Alisa van Houten, economie, 0e jaars.'

De jongenman schrikt een beetje en kijkt haar streng aan, terwijl hij steeds rechter staan.

'0e jaars?'

Alisa gaat nog rechter staan op haar hakken, uitdagend kijkt ze naar de jongeman, die de rook van zijn sigaret in haar gezicht blaast.

'Ja een 0e jaars, met voorkeursbehandeling, mag ik ook een trek?'

Zonder op antwoord te wachten pakt ze de sigaret uit de hand van de jongeman en neemt een trekje.

Die kijkt verbaasd als Alisa hem de sigaret weer teruggeeft en naar binnenloopt, langs de zalen met kale jongens en huilende meisjes af, naar de trap, waar ze uit zijn zicht verdwijnt.

Dan grijnst hij breed en neemt nog een trek van zijn sigaret.

Die avond staat Alisa voor haar kaptafel, met een borstel in haar handen en klemmen op het tafeltje.

Voorzichtig steekt ze die er 1 voor 1 in, totdat haar haren perfect opgestoken zijn, niemand ziet het verschil met de meisjes uit haar jaar. In haar jurk loopt ze naar beneden, naar de eetzaal.

Vlak voor de deur botst ze bijna tegen een jongeman en een meisje aan, het meisje kijkt smerig naar Alisa, haalt haar neus op en gaat de eetzaal in, de jongeman kijkt nog even om en grijnst breed, dan volgt hij zijn vriendin naar binnen.

Alisa haalt haar neus op en loopt naar binnen, laat je niet kennen, laat je nooit kennen, een goede raad die ze kreeg van haar broer.

Ze gaat aan een tafel zitten, naast een meisje met kort geknipte haren, die kijkt op en glimlacht zwak.

Soldaat van Oranje (maar dan anders)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu