13.2 - De stilte breken

15 6 4
                                    

De stilte breken

De hele middag wandelde ik op van de zenuwen door het huis: van de keuken naar de living, de trap op en af.

Toen eindelijk de bel ging, die me uit mijn lijden verloste, haastte ik me naar de deur. Ik trok de deur open. Kriss baande zich vrolijk een weg pratend langs me heen en verdween richting de living. James bleef buiten wat rond dralen.

'Wil je binnenkomen?' vroeg ik bang, mijn hart bonkte in mijn keel.

Hij was vast nog steeds boos op me.

Tot mijn grootte verassing zei hij: 'Het spijt me.'

Nog nooit had ik mezelf zoveel gehaat. Ik had beter moeten nadenken over mijn acties. Misschien had ik moeten blijven en huilen in plaats van weglopen en huilen. Waarschijnlijk had ik hem dan ook een schuldgevoel bezorgd, maar misschien was het minder groot geweest.

'Als ik zeg dat het mijn schuld is zul je me vast niet geloven,' begon ik, 'maar dat is het wel. Ik had het je moeten vertellen en ik was het echt wel van plan om dat te doen, maar toen zei jij ineens dat hij me verlaten had en...toen wist ik niet meer hoe ik je de waarheid moest vertellen.'

Hij zei niets, opende zijn mond een paar keer om een zin te beginnen, en zei uiteindelijk: 'Toch had ik dat niet mogen zeggen. Ik wilde je steunen doordat te zeggen, maar ik had er beter over na moeten denken. Misschien miste je hem wel heel erg en raakte ik zo een gevoelige snaar en...'

'Het is al goed,' onderbrak ik hem, 'als je je zo graag schuldig voelt, laten we de schuld dan verdelen. Ik dacht aan negentig-tien.'

'Als in negentig voor mij en tien voor jou.'

'Ben je helemaal gek geworden? Oké laat maar vijvennegentig voor mij en vijf voor jou.' Hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar ik onderbrak hem: 'Hierover wordt niet onderhandelt.'

Even later zaten we naast elkaar in de zetel naar de glanzende vleugelpiano te staren. Niemand zei iets, we staarden gewoon. Ik denk dat ik toen pas besefte hoe eng het eigenlijk was.

'Dus wat is het plan?' vroeg Kriss en ze rekte de 's' van dus onnodig lang.

'Ik weet het niet zo goed eigenlijk. Ik dacht dat het wel duidelijk zou worden wat ik moest doen van zodra ik het had besloten, maar zo werkt het blijkbaar niet,' antwoordde ik.

We zwegen weer. Opnieuw starend naar het glanzende oppervlak. Ik startte me net te herinneren hoeveel er van mijn tranen eraan dat ding hingen, toen James zei: 'Ik heb vanmorgen wat opzoekwerk gedaan naar die audities. Voor je echt wordt uitgenodigd voor een live auditie moet je een filmpje insturen waarop je laat zien wat je kan. Misschien kunnen we daar mee starten?'

Kriss keek sceptisch: 'Zeker? De vorige keer moest ze helemaal geen filmpje maken?'

Ik zwaaide haar bezwaar weg: 'Mijn vader had aan een paar touwtjes getrokken, connecties weet je wel.'

'Kunnen we dan nu geen gebruik waren van die connecties?' stelde James voor en Kriss knikte instemmend.

Ik schudde resoluut mijn hoofd: 'Ik wil dit doen, maar niet op die manier.'

'Wil je dan iets spelen?' vroegen ze allebei op exact hetzelfde moment.

Ik bevroor. Misschien was ik dom, heel dom, maar ik had het moeten zien aankomen dat ik ook daadwerkelijk weer moest spelen. Mijn benen trilden toen ik opstond. Voorzichtig tilde ik de klep die over de toetsen stond op en nam ik plaats op het bankje.

Mijn vingers bleven boven de toetsen zweven. Kriss en James zaten nog steeds op de zetel naast de piano, toch had ik het gevoel dat er iemand mijn schouders fijn kneep. Konden herinneringen dat doen? 

Ik herinnerde me dat mijn vader op exact deze manier in mijn schouders had geknepen. Hij was niet kwaad geworden, wel ijzig kalm en om de één of andere reden jaagde me dat meer angst aan dan zijn woedeaanvallen. Hij had me bij mijn schouders gegrepen en ik had gevoeld hoe zijn nagels zich in mijn schouders boorden.

'Doe je zelfs je best?' had hij in mijn oor gesist. Tranen hadden over mijn wangen gestroomd, want ja ik deed mijn best. Heel erg mijn best. Ik luisterde naar klassieke muziek als ik mijn huiswerk deed, keek naar concerten op tv en speelde elk vrij moment. 

Toch was het niet genoeg. Toch was ik altijd teleurstellend. Mijn leraar die ik toen nog had, zei vaak dat ik beter was dan mijn leeftijdsgenoten. Geen wonderkind zoals Mozart, maar wel héél goed. Waarom was dat voor hem niet goed genoeg geweest?

Ik huiverde bij de herinneringen. Als straf had ik de hele avond dat lied opnieuw moeten spelen tot het foutloos was en toen ik daarmee klaar was, had ik op de viool moeten herhalen ook tot het foutloos was. De dag erna had mijn schouder blauw gezien, want mijn vader geloofde niet in een schoudersteun. Je moet de viool kunnen voelen, zou hij zeggen. Ik had met mijn boekentas in mijn hand gelopen omdat mijn schouder pijn deed. Ik durfde niet te klagen, want ik wist dat hij dit deed omdat hij me graag zag. Hij hield van me, daar was ik van overtuigd.

'Celeste? Is er iets?' Ik schrok op toen ik nu echt handen op mijn schouders voelde en verschrikt worstelde ik me los. Kriss keek gekwetst.

'Sorry, je liet me schrikken,' mompelde ik.

Ze keek me nog steeds bezorgd aan.

'Ik moest ergens aan denken,' wuifde ik haar bezorgdheid weg. Hopelijk trapte ze erin. Ze hoefde het niet te weten. Kriss wist niets van die "enge" situaties met mijn vader. En dat wilde ik zo houden. Ze zou zich toch alleen maar zorgen maken, of medelijden voelen.

Zo overtuigd mogelijk klapte ik de klep van de piano weer dicht.

'Hier kan ik niet op spelen.' Ik stond op en zonder nog iets te zeggen liep ik de trap op.

James en Kriss volgden me de trap op, terwijl ze blikken van verwarring naar elkaar bleven sturen.

Boven aan de trap draaide ik de deur van de muziekkamer los. Ik wist uit één van mijn verre herinneringen dat hier mijn vaders oude keyboard moest staan. Daar had ik nooit op gespeeld. Dus daar zaten ook geen slechte herinneringen aan. Of dat was toch mijn logica. Ik was er van overtuigd dat ik hier beter op kon spelen. Kriss en Nathan keken verbaasd rond.

Ik nam plaats achter het keyboard. Kriss en James zeiden geen woord. Bang dat ze misschien de magie zouden verbreken die hier hing. Al denk ik niet dat die hier hing.

Mijn hart sloeg een slag over toen mijn vingers boven de toetsen zweefden, ergens in mij was er die stem die zei dat er nu geen weg meer terug was. Dit was nu mijn pad. Het pad dat ik gekozen had, waarvan de uitkomst onvermijdelijk was.

Er waren duizenden handen die de mijne zouden vasthouden op deze weg. Al moet ik toegeven dat ik er nu alles voor zou willen geven om over dit pad gedragen te worden.

Want elke stap zou een steek in mijn hart zijn.

Toch plaatste ik mijn vingers op de toetsen en speelde ik. Op een rare manier voelde het toch als thuiskomen.

 Op een rare manier voelde het toch als thuiskomen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Het Levenslied van CelesteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu