hoelang nog

141 2 0
                                    

ik zet mijn kaken op elkaar. Duw mijn hand de verkeerde kant op. Er komt een vreselijke pijn vrij. Een schreeuw verlaat mijn mond als mijn pols wegschiet. Ik wurm mezelf door het touw heen en maak met èèn hand matt los. Ik huil. 'Het doet pijn' jammer ik. 'Ik weet het lieverd, ik ga je helpen' matt komt voor me zitten en veegt mijn tranen weg.

We kijken naar mijn pols. 'Doe je ogen dicht' ik sluit mijn ogen. Zet mijn kaken op elkaar en wacht.

Klik.

Pijn. Weer een schreeuw. Ik doe mijn ogen open. Mijn pols staat weer goed. ik haal opgelucht adem. Mijn pols doet wel nog pijn maar hij staat goed. Ik geef matt een knuffel. 'Samen komen we hier weg' fluistert hij. Ik knik.

'We kunnen weg door het raam' zegt matt na een tijdje. 'Nee, we moeten wachten en observeren. Ik klim nu door het raam en kijk even de omgeving, dat doen we een paar keer voor we echt weggaan' zeg ik hem. Ik heb geleerd van mijn fouten.

ik sta naast het huis. Overal is bos. Alles is omringt door bos. Ik klim terug door het raam. 'En' ' alles is bos als we weg willen moeten we kilometers ver rennen om ergens uit te komen' leg ik uit. Fuck, we komen hier nooit weg.

de deur gaat open. Matt en ik draaien ons om. 'Mats' 'Angel' we kijken elkaar aan. Matt staat er een beetje dom bij. Normaal had ik nu wel om hem kunnen lachen maar nu niet. Nu is het serieus. 'en ik dacht dat de jongens een grap maakte' lacht hij. ik kijk hem boos aan 'maar hier staat ze dan, de oh zo beroemde Angel' ik snap echt wel waar hij naar hint. 'Jij dumpte me daar' 'ja met het idee dat er niemand was, het terrein zag eruit alsof er niemand woonde'

ik vond het al zo'n rare plek. 'nou ik moet weer gaan' mats loopt weg. 'Mogen we een bed' stop ik hem. 'En dan kunnen jullie hier zeker gaan neuken. Nee over een paar dagen hebben wij genoeg geld gekregen om weg te gaan en dan zullen we eens zien hoe goed jullie relatie is' boos stap hij de kamer uit.

'hoeveel denk je dat ze voor ons gaan vragen' ik kijk naar buiten en haal mijn schouders op. Ik wil het ook niet weten. Misschien is dit mijn breekpunt. het punt waar mijn gedachten stopt. Er niks meer binnen komt. Ik overleef. Stilte.

het is een paar uur verder. Ik zit op de grond. Ongeveer 15 meter bij matt vandaan. Ik heb nog niks gezegd. Ik ben aan het nadenken. Mijn rug tegen de koude muur en mijn benen opgetrokken tegen mijn koude lichaam.

Ik zit vast in mijn hoofd. Waarom kan het niet gaan zoals de vorige keer? Waarom gaat mijn hoofd niet op blanco? Is het vanwege matt? Is hij mijn ultime zwakte?

'Kom op praat tegen me' matt is naast me komen zitten. Ik kijk hem aan. Ik voel hoe bleek ik ben. Ik schud mijn hoofd. Is stil zijn een reactie op iets traumatiserend? Maar nu is het anders toch? Nu is matt er. 'Kom op, laat me je stem horen' 'ze gaan jouw tegen mij gebruiken' zeg ik. Het meer als een besef voor mezelf dan naar matt toe.

'hoezo' 'om wraak te nemen' ik weet dat het hem gaat lukken. Hoe sterk matt ook is er komt een moment dat hij op moet geven. Mats gaat winnen. 'We komen er wel, al moet ik spelen dat ik jou zou achterlaten, ik kom voor je terug' hij kan makkelijk praten. Hij heeft geen geheimen zoals die van mij. Grote dingen. Over mijn ouders en mijn tijd met mats. Ik heb hem nooit vertelt hoe ik bij hem terecht kwam alleen over mijn tijd daar.

'ja wakker worden' ik schrik wakker. Alles doet pijn maar ik lig dan ook met matt op de grond. we zitten voor hem. 'Angel jij gaat mee' zegt hij. 'Nee ze blijft hier' matt neemt het voor me op. Mats kijkt ons doordringend aan. 'Nee het is goed lieverd ik ben okè' ik geef hem een kus en sta op om mee te gaan.

we lopen het huis door terwijl mats tegen me praat. Ik zeg niks terug en luister al helemaal niet. We zijn helemaal boven. Het is een slaapkamer. Zo erg nog niet. hij open een luik aan de zijkant. Het is een smalle gang met weinig ruimte. Ik kijk hem vragend aan. 'Jij gaat hier slapen'
ik breng er niks tegen in en kruip het luik in. Het is compleet donker. Ik kan nauwelijks bewegen.

matt heeft het ruim. In de kelder, alleen. Dit is het moment dat ze hem tegen me op gaan zetten. Zolang hij maar gaat, toch? Stiekem hoop ik dat ik morgen weer naar beneden mag. me mag nestellen in zijn armen. De geruststellende woorden in mijn oren horen. Maar nee. Dit is de realiteit. Een koud hok. In mijn eentje. in de stilte.

'Kom eruit' het luik gaat open en er staan mensen voor. Ik klim eruit en sta nu stoffig in de kamer. 'We hebben contact gehad met politie, ze willen bewijs van leven en dat ga jij ze geven' ik zeg niks. Ze pakken een telefoon. Ik draai een rondje en sta daarna stil. Ze knikken. 'Doe maar wat je wilt ik ga dit beneden opsturen'

ik loop naar het luik om erin te klimmen. 'Loop je nou weg gore slet, je weet nog geen eens wat ik wou doen' ik stap terug naar waar ik stond.  Ik blijf met dezelfde blik kijken. Geen emotie. 'zo ga maar op bed liggen' er verschijnt een gemene grijns op zijn gezicht. Ik weet hoelaat het is. Geen emotie. Niks zeggen.

Hij heeft me achtergelaten op bed. Mijn polsen vast aan het bed. Er is niemand. De tranen gaan over mijn wangen. Ik mis matt. Hij zit 10 meter onder mij maar ik mis hem. Zijn lach, zijn vrolijkheid en zijn warmte. kan ik ooit zijn zoals hem? Levendig. Nee niet na vandaag. Ik moet uit staan. Geen emoties, niet praten, strak vooruit kijken. Blijven overleven. Afwachten.

kop dichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu