Het was al een maand later, en van Rein had ik niks meer gehoord. Nils was zo vaak mogelijk weg van huis, omdat hij heel kwaad was geworden toen hij hoorde dat Rein en ik gezoend hadden. Rein vond het onzin en was tegen Nils ingegaan, wat hij niet had moeten doen, want Nils was héél boos. Ik was er dan ook niet aan toe, om met Nils te praten, en om met Rein een relatie te hebben. Zijn woorden maakte me al misselijk, want iedere als ik hem appte of hij wilde afspreken reageerde hij niet. Mij zei het al genoeg, hij speelde een spel. Ik gooi mijn techniek boeken op mijn bureau neer en laat mezelf op de stoel vallen. Stijn komt de kamer binnen. " Shar, er komt dalijk bezoek. Mam wilt weten of je mee wilt eten of dat je met Nils ergens gaat eten. " Ik zuchtte, veel keus had ik niet, want Nils wilde mij niet meer zien de komende tijd. " Ik eet wel mee. " Stijn knikte en kwam naar me toegelopen. Hij ging op mijn bed zitten. " Gaat alles wel zusje? " Ik schudde mijn hoofd. " Alles gaat fout Stijn. Nils is harstikke boos op me, Rein negeert me, jij bent nooit thuis en ik mis je enorm. Het zit me gewoon niet mee! " Stijn trekt me op zijn schoot. " Je weet dat ik over 2 maanden uit huis ben hè? " Ik knik. " Natuurlijk weet ik dat, maar ik wil het niet. " Stijn zuchtte. " Als jij mijn leeftijd hebt, dan zou je ook het liefst uit huis willen. " Ik knikte. " Daar heb je wel gelijk in, maar jij gaat samen wonen met je vriendin, dat is iets anders. " Mompelde ik. Stijn haalde zijn hand door mijn haar. " Je hebt Nils nog. " " Als hij niet meer boos op me was ja, en bovendien, over anderhalf jaar is hij ook al het huis uit en dan blijf ik alleen over. " Stijn slikte even. " Maar je weet dat Nils en ik er altijd voor je zullen zijn, misschien kunnen we er niet altijd bij zijn, maar weet dat je op ons kunt rekenen. " Ik knikte. " Je bent echt de liefste broer ooit. " Stijn grijnste. " Weet ik. " Ik rolde mijn ogen en gaf hem een klein duwtje. " Eigendunk. " Hij lachte en stond op. " Ga jij maar je huiswerk maken, ik ben even naar de supermarkt, moet je nog wat hebben? " Ik schudde mijn hoofd. " Ben niet zo'n vreetzak als jou. " Ik stak mijn tong naar hem uit en begon aan mijn huiswerk zodra hij de kamer uit was.