Identification

4.7K 150 74
                                        

De telefoon gaat meerdere malen over en ongeduldig trommel ik met mijn vingers op tafel. Als er eindelijk wordt opgenomen slaak ik een zucht. 'Hallo Layra, ik bel om langs te komen.' Bij het horen van haar zachte stem, zie ik haar golvende blonde haar weer voor me. Die prachtige smaragdgroene ogen, die me uitnodigen. Voor wat ze me uitnodigen, daar ben ik nog niet achter. 'Ik kom alleen,' beantwoord ik op haar vraag. 'Ze wilt wel mee, maar het is niet verstandig. Ze is bij een vriend van me.' Brandon heeft zich ontfermd over Sofia. Nadat we Sofia ingestort op de grond hebben aangetroffen, hoefde ik niet veel te zeggen. Brandon opperde om haar onder zijn hoede te nemen. In eerste instantie wilde ik er niets van weten, maar de identificatie moet gebeuren. Brandon heeft mij verzekerd dat het goed komt. Ik geloof hem, ik geloof alles wat hij zegt. Sofia heeft niet tegengestribbeld, simpelweg omdat ze gebroken is. Natuurlijk weet ik dat ze Brandon wel ziet zitten, maar Brandon houdt het altijd af. Brandon heeft Sofia meegenomen naar zijn huis, omdat ze het niet aankan om in het huis van onze ouders te zijn. Die vuile klootzakken, ik zal ze krijgen. 'Prima, zie ik je zo,' zeg ik tegen Layra.

Mijn gedachten gaan terug naar het gesprek wat Brandon en ik in de auto hebben gevoerd. Zou het kunnen zijn dat hij zelf ontsnapt is uit het pakhuis? Het is bijna onmogelijk. De beveiliging van mijn vader was altijd waterdicht. Het kan niet dat hij ontsnapt is. Dat betekent echter wel dat ze hem eruit hebben gekregen of dat hij dood is. De laatste optie is bijna onmogelijk, want het is nog steeds onduidelijk waar Paulo verblijft. Ik weet dat ik nog geen beëdigd maffia baas ben, maar ik heb zo mijn connecties. De telefoon wordt bijna direct opgenomen. 'Ralph, kan je iets voor me doen?' Ingespannen luister ik naar wat er aan de andere kant van de lijn gebeurt. Ik hoor gekraak, alsof een zak chips naast de hoorn wordt gehouden en in elkaar verfrommeld wordt. 'Hallo?' Het gekraak houdt op en ik hoor Ralph. 'Ik hoorde je niet. Maar je moet me helpen met iets. Het pakhuis wat leegstaat aan de Kruitiër,' Ralph onderbreekt me, 'ja, precies. Dat pakhuis bedoel ik. Zou je sporenonderzoek kunnen doen?' Ik luister naar Ralph. 'Per direct? Er is nogal haast bij geboden.' Ralph maakt wederom een opmerking. 'Ja, het hele pakhuis.' Hij slaakt een diepe zucht en mijmert over de drukte van zijn gezin. Ik blijf stil, luisterend naar de kinderen op de achtergrond. Zijn vrouw schreeuwt iets en dan hoor ik dat hij toegeeft. 'Super, bedankt. Je hoort van me.'

Onderweg naar het crematorium voor de lijkenidentificatie, bel ik Brandon op. Zijn stem galmt door heel de auto als hij opneemt. 'Hey gast, hoe gaat het?'

Een kleine lach hoor ik door de microfoon. 'Het gaat goed, maak je niet druk,' Brandon sust me.

Ik draai rechts een straat in en tuur voor me uit. 'Hoe gaat het met Sofia?'

Brandon schraapt zijn keel. 'Goed, ze ligt te slapen.'

'Dat is mooi,' hum ik. Ik blijf stil, geen idee hebbend wat ik verder zeggen moet.

'Cley, gaat het?' Brandon zijn bezorgde stem laat me beven.

'Ik weet het niet,' beantwoord ik zijn vraag met alle eerlijkheid. Brandon blijft stil, alsof hij verwacht dat ik meer ga vertellen. Ik ben inmiddels aangekomen bij het mortuarium en staar naar de deur, waardoor ik straks naar binnen moet. Een koude rilling gaat langs mijn ruggengraat. 'Kan ik dit wel?'

Ik schrik op als ik Brandon zijn stem hoor. 'Natuurlijk kan je dit. Ik weet dat het zwaar is, maar dit is je plicht om te doen. Ondanks dat ze zijn overleden, heb je nog steeds een plicht naar je ouders. Je wilt ze wreken, dat is goed. Kom ze onder ogen en zie waarom je ze wilt wreken.' De tranen wellen op in mijn ogen. 'Ik geloof dat je dit kan. Ik weet zeker dat je ouders trots op je zullen zijn, dat je op deze manier handelt. Dat jij het voortouw neemt en Sofia in bescherming neemt. Jij kan dit.'

Verwoed wrijf ik een traan weg, die langs mijn wang rolt. Dit is niet het moment om zielig te gaan doen. Ik zie de deur opengaan en er lopen twee mensen, al huilend, gearmd naar buiten. Ik heb geen directe steun, al weet ik dat Brandon me onvoorwaardelijk zal steunen. Ik kijk de twee na en zie ze in een auto stappen. De vrouw leunt voorover en aan haar schokkende houding zie ik dat ze hard huilt. De man rijdt zwijgend bij mij vandaan, waarna ik peinzend naar de deur staar. Daarachter zijn mijn ouders, mijn dode ouders. 'Bedankt, tot zo,' schor verlaat het mijn mond. Nadat Brandon gedag heeft gezegd, is er doodse stilte in de auto. Ik sluit mijn ogen een moment om tot mezelf te komen. Het is alsof er een bandje in mijn hoofd afspeelt. De woorden die herhaaldelijk gezegd werden in het kamp, zorgen ervoor dat de emoties niet de overhand nemen.

Rebound (18+)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu