Er klonk een korte stilte. Kraaien landden in de bomen, en bestudeerden het gezelschap dat zich op de open vlakte bevond met een behoedzame nieuwsgierigheid.
Kat schudde haar hoofd. 'Nee. Ik weet dat je plannen idioot zijn, maar dit gaat te ver. Ze is een prinses! Ze gaat ons echt niet helpen.'
'Hoezo niet?' Caelum glimlachte zelfverzekerd. Hij streek zijn gewaad glad. 'Ik heb vernomen dat Alice veel ruzie met haar vader heeft, de laatste tijd.'
'Dat zegt niet dat ze meedoet aan een missie om hem te vermoorden!'
'Dat betwijfel ik.'
Kat begon te ijsberen. Het natte gras zwiepte tegen haar laarzen.
'We kunnen Alice hier niet voor gebruiken.' zei ze.
'Kat, dit plan gaat werken, geloof me.' hij zette een stap naar haar toe. 'Alsjeblieft.'
Ze zuchtte en sloeg haar armen over elkaar. 'Ik kan je toch niet op andere gedachten brengen, of wel?'
'Nee.'
De zon liet zich niet zien. Stapelwolken hingen boven het landschap, als een beschermende koepel. De dauw was te ruiken in de lucht. Een doorzichtige mist drong tussen hun voeten door. Kat staarde ernaar. Ze kwamen steeds dichter bij Noord-Ravendal, dat was te voelen aan de energie die om hen heen hing. Ze huiverde en sloeg haar mantel dichter om zich heen.
'Prima.' zei ze. 'Maar ik denk niet dat het gaat lukken.'
'Bedankt.'
Nu het besluit was genomen kwam Caelum in actie. Hij zei Altar dat hij de prinses in de gaten moest houden, en dat hij contact moest houden. Ook begon hij de benodigdheden voor de reis naar het Nachtwoud in te pakken.
'Mara Arbor is een reiziger.' zei hij, terwijl hij het eten in een tas propte. 'Ze zal niet lang in het Nachtwoud blijven. We moeten opschieten.'
Nox zweeg. Hij nam de gebeurtenissen slechts in zich op. Het was een oude gewoonte, die hij niet graag losliet. Hij bestudeerde mensen. Hij wilde hun zwakten en hun krachten kennen.
Maar bij deze wezens lukte dat hem niet.
Kat had overduidelijk geheimen, maar ze zweeg erover. En Caelum had er misschien nog wel meer. Maar hij verborg zich achter een glimlach, zoals velen dat deden.
En Altar. Wat was hij? Had hij geheimen? Nox kon hem niet inschatten. Het frustreerde hem.
Het gezelschap splitste zich op. Altar ging richting De Cor, het midden van Ravendal, waar het paleis van de koning zich bevond. De anderen ging naar Noord-Ravendal, op zoek naar Mara Arbor. Ze wensten elkaar het beste, tegen beter weten in hopend dat ze elkaar ooit nog terug zouden zien.
Hun wegen scheidden zich.
Nos volgde Caelum en Kat, op zijn hoede voor dreigend gevaar. Hij had zich eerder makkelijk laten uitschakelen, en dat zou hem niet weer gebeuren. Ze liepen door de bossen, langs de rivier de Draun. De Draun was één van de grootste rivieren van het rijk, en liep van de Zuiderzee tot de Kille Oceaan. De rivier zou hen rechtstreeks naar het Nachtwoud leiden.
Naarmate ze noordelijker liepen, begon de kou zich om hen heen te wikkelen, als een ijzige klauw. Ze mist was opgetrokken, en de grauwe lucht was helder. Kat, die uit Oost-Ravendal kwam, was wel wat gewend, en toch wenste ze dat ze in Valderi winterinkopen had gedaan. Nu had ze slechts een dunne mantel en laarzen die niet geschikt waren voor lange wandelingen.
Caelum voelde de kou nauwelijks. Hij genoot van de frisse wind, en de dauw op de bladeren. Het gaf een reinigend gevoel. Alsof alles van hem af waaide.
Hij sloot zijn ogen en luisterde naar de wind. De wind stond gunstig. Hij kon alles horen, zelfs van ver. In Valderi klonken de geluiden van de markt, en in nabijgelegen dorpjes werd gepraat over de nieuwste huwelijkskandidaat van de prinses.
Kats stem onderbrak zijn gedachten. 'Wat doe je?'
Hij opende zijn ogen. 'Ik luister naar de wind. Het vertelt me alles wat er in Ravendal gebeurt. Overal waar de wind waait, zijn mijn oren.'
'En? Heeft de wind nog iets interessants gedeeld?'
Hij glimlachte en sloot zijn ogen weer. 'Geduld, Katherine.'
Ze wilde hem vertellen hoe erg ze het haatte als hij die naam gebruikte, maar ze was er door middel van ervaring achter gekomen dat het geen nut had.
Zwijgend vervolgden ze hun weg. De kou werd steeds intenser, maar niemand klaagde. Allemaal hadden ze één doel voor ogen. Allemaal dachten ze aan de vreselijke dingen die hen overkomen waren. Allemaal dachten ze aan hun wraak. Die gedachte hield hen warm.
'Alice heeft haar huwelijkskandidaat afgewezen.' zei Caelum. Hij opende zijn ogen. 'Het gerucht verspreid zich als vuur. Men zegt dat haar vader haar dwingt om met een graaf te trouwen. Rudolf, heet hij.'
Kat fronste. 'Ik heb van Rudolf gehoord. Hij komt uit Noord-Ravendal. Het is een vreselijke man, maar hij verbergt het goed. Het volk houdt van hem.'
Nox gromde zacht. 'Ik heb nog wel een appel te schillen met die man. Hij is degene die ervoor heeft gezorgd dat ik achter tralies kwam te zitten. Samen met de koning, natuurlijk.'
'Des te meer reden om Alice te helpen.' Caelum liep snel en energiek vooruit, gevolgd door Nox. Kat moest moeite doen om hen bij te houden. 'We zijn bijna bij het Nachtwoud.' mompelde hij.
De rivier naast hen kabbelde vrolijk. Visjes sprongen op, hun schubben glinsterend in het licht van de zon, die tevergeefs tussen de wolken door probeerde te dringen. Alles was kalm. Vrolijk. Noord-Ravendal straalde rust uit, en veel nomaden en vluchtelingen zochten daar hun thuis. Er was niets om voor te vrezen.
Toch legde Nox zijn hand op de dolk, die in zijn riem zat. Zijn nekharen kwamen overeind, alert op het gevaar. Hij hoorde iets. Geritsel.
Hij gebaarde Caelum en Kat dat ze stil moesten staan.
'Wat-'
Kats woorden stierven weg in het geluid van de lange, afgrijselijke huil. Het geluid klonk zo gruwelijk, zo van verdriet doordrenkt, dat ze hun handen tegen hun oren duwden, wensend dat het zou stoppen.
Het geluid stopte abrupt, en een heerlijke stilte daalde neer over de vlakte waar ze zich bevonden. Caelum fronste.
'Het zijn GrafWolven. Ze wonen alleen in het NachtWoud.' hij glimlachte. 'We zijn er bijna.'
JE LEEST
How to kill a king | DUTCH
FantasyIn Ravendal is magie een zonde. Een zonde die je zal bekopen met de dood. Een zonde die met de dag gevaarlijker wordt om te begaan. Luchtmagiër Caelum Venturius beseft dit maar al te goed, en weet dat er maar één persoon verantwoordelijk is voor de...