Alice hapte naar adem. Ze smoorde het geluid snel door haar handen tegen haar mond te drukken. Haar hart bonsde in haar keel toen ze zich tegen de muur aanduwde. De stemmen zwollen aan.
Alice verzamelde al haar moed en gluurde om het hoekje van de muur. Ze zag Ryu, in menselijke gedaante. Ze zat op de grond, rukkend aan de ijzeren ketting die aan haar enkel was gebonden. Alice had een groot deel van haar leven in de bibliotheek doorgebracht, en herkende dan ook meteen de betovering op de ketting. De spreuk was uitgesproken door een Emotieloze, en zorgde ervoor dat Ryu niet meer kon transformeren.
Ryu, die hier sterk van bewust was, grauwde enkele scheldwoorden naar de figuur die voor haar stond. Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar ze zag meteen wie het was.
Ze herkende hem aan de gouden kroon, die onterecht glinsterde op zijn ravenzwarte haar. Ze herkende hem aan de rechte rug, en de autoritaire houding die hij had aangenomen.
'Dit is je straf, draak.' gromde de koning. Hij trok aan de ketting, om aan te tonen dat die stevig vastzat.
'Voor wat?' Ryu stond op. Ondanks het feit dat ze onder het vuil zat, lijkbleek was en graatmager behield ze haar waardigheid, zoals altijd. 'Voor het zijn van een draak? Het spijt me zeer, majesteit, dat ik niet een mens kan zijn. En het spijt me zeer,' haar brutale blik boorde zich in de zijne. Haar ogen glinsterden. 'dat u zo'n gigantische zak bent.'
Alice zoog haar adem naar binnen. Het maakte een scherp, sissend geluid. Ze duwde haar nagels in de palm van haar hand. Hoewel ze de gebruikelijke brutaliteit van haar vriendin geweldig vond, was het niet altijd slim.
Nu al helemaal niet.
De koning verstijfde, en Alice hoefde zijn gezicht niet te zien om te weten dat hij woest was. Zonder aarzelen gaf hij Ryu een harde stomp tussen haar ribben.
Ryu kermde en zakte op haar knieën, haar handen tegen haar ribben geduwd. Ze kreeg de kans niet om overeind te komen. De koning schopte haar overal waar hij raken kon.
Alice stond bij de muur, verscheurd door emoties. Ze staarde naar Ryu, die op de grond lag, zich opgerold tot een bal in een poging de regen van klappen te ontwijken. Het voortdurende geluid van zijn laars tegen haar huid maakte Alice gek.
Ze moest iets doen.
Ze kon het niet meer aanhoren.
'Stop!'
Ze stapte bij haar schuilplaats vandaan, in het licht van de fakkel. Ze aarzelde niet. Ze moest haar vriendin helpen, ongeacht de gevolgen.
Hij stopte. Zijn voet bleef twijfelend in de lucht hangen, waarna hij die met een hard geluid weer op de grond zette. Hij draaide zich om.
Alice keek hem in de ogen, zonder enig spoor van angst.
Even staarde hij haar verbijsterd aan. Even was hij verward. Maar de verwarring maakte al snel plaats voor een akelige, gemene grijns.
'Alice.' zei hij. 'Ik had niet verwacht je hier te treffen. Ik zou je voor willen stellen aan Ryu, maar ik neem aan dat je onze gevleugelde vriendin hier al wel vaker hebt bezocht, nietwaar?' hij trok een wenkbrauw op.
'Laat haar met rust.' zei Alice. Haar stem klonk zekerder dan ze zich voelde. In werkelijkheid was ze doodsbang.
'Waarom?' hij hield zijn hoofd schuin. 'Een koning buigt voor niemand, Alice.'
Nu was zij degene die grijnsde. 'Ik ook niet, pa.'
'O, ja?' Hij schudde zijn hoofd, zijn groene ogen glinsterend met een emotie die ze niet thuis kon brengen. Er klonk een schurend geluid toen hij zijn zwaard uit de schede trok, en die tegen Ryu's nek duwde. Een straaltje bloed sijpelde langs haar hals naar beneden.
Ryu had de kracht niet meer om zich te verzetten, en bleef bewegingsloos liggen. De koning grinnikte bij het zien van Alice's geschokte gezicht.
'Wat is er? Meen je dat nou? Geef je echt om dit schepsel?' hij trok walgend zijn lip op. 'Ik had meer van je verwacht.' hij hief het zwaard, klaar om de genadeklap uit te delen.
'Nee!' Alice stak haar hand uit. 'Stop!' schreeuwde ze, hoewel ze wist dat het geen zin had.
Nee. Ryu kon niet sterven. Dat mocht niet.
Ryu was alles wat ze had.
Ze voelde het door haar aderen stromen. Een ontembaar vuur, dat knetterde onder haar huid, wachtend om naar buiten te dringen.
Voordat ze doorhad wat er gebeurde schoot een felle vlam uit haar hand. De vlam vloog op de koning af, die snel opzij sprong. Even lichtte de grot op in een warm, geel licht, dat zo fel was dat Alice een hand voor haar ogen hield. Het vuur schoot tegen de wand van de grot, en verdween net zo snel als het gekomen was.
De koning krabbelde overeind. Zijn zwaard en kroon waren op de grond gevallen, en zonder die twee objecten zag hij er veel minder machtig uit. Hij zag eruit als een doodgewone man, en in feite was hij da ook. Een kroon op een hoofd maakte hem niet bijzonderder dan hij was, vergat ze weleens. Hij stond niet meer rechtop, zoals eerder. Hij staarde haar aan, zijn ogen groot van angst.
Haar Gaven werkten.
Alice hapte naar adem, en staarde naar haar hand. Het was nog steeds dezelfde hand, dat wist ze, maar het voelde anders. Ze voelde de kracht nog door haar aderen stromen.
En het ergste was nog hoe goed het voelde.
Ze had eindelijk de macht. De macht om te vernietigen en te beschermen. De macht om te doden, en te redden. Ze kon doen wat ze wilde.
Toch verdween het gevoel van macht al snel. Misschien kwam het door haar vader, die haar nog steeds geschokt aanstaarde, of het kwam door Ryu, die op de grond lag, haar lichaam bezaaid met blauwe plekken. Ze zag het gevaar van haar Gave. De koning zag het ook, dat wist ze. Plots was ze bang. Samuels woorden schoten door haar gedachten.
'Je mag dan wel zijn dochter zijn, maar dat zegt niet dat je behoed bent.'
JE LEEST
How to kill a king | DUTCH
FantasiaIn Ravendal is magie een zonde. Een zonde die je zal bekopen met de dood. Een zonde die met de dag gevaarlijker wordt om te begaan. Luchtmagiër Caelum Venturius beseft dit maar al te goed, en weet dat er maar één persoon verantwoordelijk is voor de...