hoofdstuk 11

148 14 1
                                    

herman pov

ze zijn nu al twee uurs met angie bezig, ik weet niks. ik weet niet of ze nog leeft, of het goed gaat, of dat het goed komt. niks gewoon niks. ik word echt ongerust. ik kan angie niet kwijtgeraken nu niet, nooit niet. ik wil niet nog een vrouw kwijt van wie ik hou, die alles voor me betekend. ik loop wat heen en weer in de wachtzaal. 'pap, doe rustig. het komt goed.' zegt violetta. 'ga even zitten, meneer herman.' zegt olga. ik doe wat ze zegt. 'ik ga wat drinken voor je halen.' zegt roberto en loopt weg. na een tijdje komt hij terug met een bekertje met drinken. ik neem hem aan en drink het op. ik voel me al wat rustiger worden.

'meneer castillo?' zegt een dokter die naar ons toe komt. 'ja?' antwoord ik. 'wel, voor het moment ziet het er goed uit, ze had alleen een paniek aanval en moest zwaar ademen, maar het gaat al beter.ze moet veel rusten en als alles goed gaat mag ze morgen rond de middag al naar huis. ze weet nu ook dat haar zus er niet meer is. en probeer zo veel mogelijk over het verleden te praten, zodat ze haar geheugen wat terug krijgt.' zegt de dokter. 'oke dankje, mogen we naar der toe?' vraag ik. de dokter knikt 'doe wel rustig' zegt hij nog en gaat dan weg. we lopen met zen alle naar de kamer van angie. als we binnen komen zien we haar op een bed liggen. ze slaapt. ze ziet er best zwak uit, maar de dokter zei dat het goed ging, dat is toch geweldig nieuws? ik ga naast haar zitten. violetta gaat aan de andere kant zitten. na een tijdje pak ik angie's hand. het is best stil. 'pap, ga je mee naar huis?' vraagt violetta die opstaat. ik schud mijn hoofd. 'ik blijf nog even' zeg ik. 'oke, het komt goed.' zegt violetta en geeft me een knuffel. even later vertrekt ze met olga en roberto. ik knijp zachtjes in angie' hand. haar ogen gaan langzaam open. als ze helemaal open zijn, lach ik zachtjes naar haar en dat doet ze terug. ze wilt wat rechter gaan zitten maar dat lukt niet, dus help ik haar. 'dankje' zegt ze zwakjes. 'is niks.' zeg ik en ga terug op de stoel zitten. 'waarom ben je nog hier?' vraagt ze 'ik kan je moeilijk alleen laten.' zeg ik. ze glimlacht. zal ze nog weten dat we samen zijn? ik kan het best er nu niet over hebben, want als ze weer zo'n aanval krijgt, dan is het misschien wel het einde en dat wil ik niet!

hoofdstukje voor Margonar

Kelder liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu