Een monsterlijke ontmoeting

42 5 11
                                    

Krrggzzz

Een vreemd geluid laat mij opkijken van mijn boek.

Wat was dat?

"Dapper, wat ben je aan het doen?" vraag ik.

Mijn hond komt vrolijk aangerend en blijf kwispelend voor mij staan.

Hij was het dus niet.

"Wat denk jij dat het is, Dapper?"

Dapper blaft een keer en ploft op zijn buik.

Met zijn poten krabt hij wat op de grond.

"Ligt het onder mijn bed, Dapper?"

Dapper begint nog harder te kwispelen.

Ik laat mij op de grond zakken.

"Wat is het dat je ziet, Dapper?"

Op mijn buik ga ik naast hem liggen.

Meteen zie ik een grote roodharige bol onder mijn bed liggen.

Voorzichtig steek ik mijn hand ernaar uit.

Dapper blaft een paar keer.

De roodharige bol voelt zacht aan.

Het voelt warm aan.

Maar hé, daarnaast ligt nog een blauwe bol.

Ik deins terug als de rode bol zich onder mijn vingers beweegt.

"Ik denk dat het leeft, Dapper."

Dapper blaft een keer.

Twee glanzende, zwarte bolletjes komen tevoorschijn.

Ik knipper een paar keer met mijn ogen.

"Hallo."

"Huhu," antwoordt het rode bolletje.

"Je mag best onder mijn bed vandaan komen."

Zelf krabbel ik een eindje terug.

Het rode en blauwe bolletje komen tevoorschijn.

De rode is bijna net zo groot als Dapper.

De blauwe is nog een stukje kleiner dan het rode bolletje.

Hun poten lijken wel ontzettend breed door alle dikke haren.

"Wat doe je hier?" vraag ik aan de monsters.

"Wij, huis huis?" antwoordt het blauwe monster.

"Wil je terug naar huis?"

"Ja, huis huis." Het rode monster klinkt veel zekerder.

Ik denk dat ze verdwaald zijn.

"Waar wonen jullie dan?"

Ik ken geen plek waar monsters wonen.

Niet in onze straat tenminste.

Misschien wonen ze wel een paar straten verderop.

"Monsterland, huis huis."

Ze hebben een leuke taal daar.

Niet heel uitgebreid, maar wel grappig.

"Waar ligt monsterland?" vraag ik.

"Dichtbij, bos bos."

Het rode monster wijst naar mijn raam.

In het bos?

Ik kom vaak in het bos, maar ik ben nog nooit een monster tegengekomen.

Het rode monster knipt even met zijn vingers.

Een tel later ligt er een kaart in zijn poot.

"Wow," fluister ik. "Hoe deed je dat?"

"Monstermagie, ik ik."

Ik wil ook wel monstermagie hebben.

"Mag ik die kaart eens zien?"

"Ja ja."

Het monster rolt de kaart uit op de grond.

"Daar daar."

Hij wijst een bepaalde plek aan.

Zodra zijn vinger het aanraakt, begint het fel te branden.

Hmmm.

Ik ga op mijn bed staan en open mijn gordijn.

Het is buiten ontzettend donker.

Maar daar.

Daar brandt een kleurrijke plek.

Midden in het bos.

Ik moet vaker uit mijn raam kijken in de nacht.

Het ziet er zo ontzettend mooi uit.

"Wonen jullie daar?" vraag ik de monsters.

Met mijn vinger druk ik op het raam.

"Monsterland, ja ja," roept het blauwe monster uit.

"Zal ik jullie terug thuis brengen?"

"Ja, helpen helpen," antwoordt het blauwe monster weer.

Het rode monster klapt enthousiast in zijn handen.

"Dapper, kom we gaan."

Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu