Een grote, lieve wolf

7 3 1
                                    

Automatisch open ik mijn mond om te gillen.

Er komt alleen geen geluid uit.

Bordeaux strompelt zo ver mogelijk naar achteren.

Hij neemt mij mee.

Alleen Aqua lijkt niet bang te zijn.

Of hij is bevroren van angst.

"Aqua, kom hier," fluister ik angstig.

De wolf staat nog steeds op dezelfde plek.

Aqua schudt zijn hoofd.

Hij loopt nog dichter naar de wolf toe.

"Wat doet hij nou?" vraag ik aan Bordeaux.

Bordeaux haalt zijn schouders op.

Wat er best grappig uit ziet.

Hij houdt Dapper namelijk ook stevig vast in zijn armen.

"Hallo, wolf wolf," begint Aqua zelfverzekerd te praten.

"Wij, paarse struik zoeken zoeken."

Ik houd mijn adem in vanaf onze verstopplek.

Bordeaux laat Dapper met één hand los.

Dapper bungelt nu over één arm heen.

Hij schiet magie op de wolf af.

Daarna pakt hij de hond weer stevig vast.

"Jullie zoeken dus de paarse struiken?" vraagt de wolf.

Aqua knikt.

"Ik kan jullie wel helpen daarheen te gaan."

Deze wolf heeft een hele lieve stem.

Terwijl ze er heel ruig uitziet.

"Voor mijn werk kom ik er elke dag langs, dus ik ken de route goed."

"Ja ja," roept Aqua. "Ons helpen helpen."

De wolf schraapt even met haar voorpoot over de zanderige grond.

"Ik breng jullie er wel naartoe."

De grijze wolf kijkt onze kant op.

"En jullie hoeven je niet te verstoppen."

Nog steeds op mijn hoede kom ik achter de struik tevoorschijn.

"Je kan ons de route ook vertellen," stel ik voor.

"Dat zal veel langer duren en meer kans voor jullie om te verdwalen."

Ik knik. "Dat is waar."

"Daarbij kunnen we er met mij veel sneller naartoe."

Ik kijk de wolf verbaasd aan. "Hoe dan?"

"Nou, de monsters en de hond kunnen net als mij heel hard rennen."

"En ik dan?"

De grijze wolf neemt mij snel in zich op.

"Jij kan bij mij op de rug."

Automatisch begint mijn hart sneller te kloppen.

Bij een wolf op de rug?

"Ik help jullie graag," zegt de wolf.

De monsters en Dapper staan al klaar om te vertrekken.

"Oké, laten we maar gaan dan."

Ik adem even diep in en klim dan op de rug van de wolf.

Ik houd mij stevig vast aan de zachte, grijze vacht.

Zonder waarschuwing sprinten ze er alle vier vandoor.

Ik word tegen de wolf aangeduwd.

En het zit niet eens zo heel verkeerd.

Hier kan ik ook wel aan wennen.

We doorkruisen grote stukken van het bos.

Ik zie de bomen aan mij voorbij vliegen.

Bladeren stuiven op van de grond als we er met zijn vijven langskomen.

Na een veel te korte rit, komen de paarse struiken in mijn gezichtsveld.

"Daar is het," roep ik vrolijk uit.

De wolf huilt even luid en remt dan af.

Recht voor de struiken laat ze mij van haar rug afgaan.

Ze zegt vaarwel en sprint er dan weer vandoor.

De wolf zei dat ze weer voor haar eigen jongen gaat zorgen.

We zijn bij het volgende punt.

Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu