De snelle reis naar huis

2 2 0
                                    

De vogel voelt ontzettend stevig en zacht aan.

Elke veer is een regenboog aan kleuren.

Het geheel ziet er super mooi uit.

De veren zijn super zacht, maar daaronder is de vogel groot en stevig.

Waardoor het veilig voelt om op te zitten.

Maar toch houd ik Dapper stevig vast.

Om hem op de vogel te houden, maar ook voor de troost.

Dapper troost mij altijd als ik verdriet heb.

Gelukkig nu ook.

Al is hij zelf ook verdrietig.

Dat kan ik aanvoelen.

Ik kijk achterom naar de monsters en zwaai naar ze.

Bordeaux en Aqua zwaaien terug, net zolang totdat we elkaar niet meer zien.

Het heeft nu ook geen nut meer om achterom te kijken.

Monsterland verdwijnt langzaam uit het zicht.

Langzaam vliegen we verder over alle bomen heen.

"Afscheid nemen doet pijn," spreekt de vogel langzaam.

Ik houd Dapper nog steviger vast.

"Maar weet dat het niet voor altijd is, je zal ze vast nog eens zien."

"Ik hoop het," antwoord ik snikkend.

"En ik zal sowieso brieven brengen."

Met mijn hand veeg ik mijn tranen weg.

"Daarnaast heb je altijd nog de herinneringen, die zitten in je hart."

"Dat klopt," antwoord ik zacht.

"En alles wat in je hart zit, zal voor altijd bij je blijven wonen."

Langzaam aai ik Dapper over zijn vacht.

"Dus ook al zijn jullie niet dicht bij elkaar, in jullie harten zijn jullie altijd samen."

"Dat is een mooie gedachte," zeg ik. "Het helpt wel."

"Ik ben niet voor niets de grote, wijze vogel," lacht de vogel.

"Hoe heet jij eigenlijk?" vraag ik.

"Mijn naam is Vogulius."

"Wat een mooie naam," antwoord ik.

Dapper blaft een paar keer vrolijk.

"En Dapper vindt het ook mooi."

Ik laat mij achterover vallen en kijk naar de lichtblauwe lucht.

De vleugels van de vogel fladderen rustig door.

Het voelt zo vredig hier op zijn rug.

Zo zou ik wel vaker willen reizen.

Dit is zoveel beter dan elk vervoersmiddel in de mensenwereld.

"Ik zou ook wel in Monsterland willen wonen," mompel ik zacht.

De vogel lacht even. "In je dromen kan je Monsterland vaak genoeg bezoeken."

"Kan ik ook zonder de monsters in Monsterland komen?" vraag ik.

Dan zou ik ze zelf ook eens kunnen opzoeken.

"Jazeker, als je echt op avontuur wil gaan, kan je zelfs deze verre vrienden vinden."

Langzaam komt mijn eigen dorp in zicht en verlaten we het bos volledig.

We zijn bijna weer thuis.

De vogel begint langzamer te vliegen.

Hij zal zo wel gaan afdalen.

"We zijn er bijna, Lina en Dapper, dan zit deze reis er weer op," zegt Vogulius.

"Ergens is het ook wel weer fijn om thuis te zijn," zeg ik.

"Dat is het altijd, avontuur is leuk, maar thuiskomen ook."

De vogel daalt en landt op ons platte dak.

Net voor mijn slaapkamerraam.

"Bedankt voor alles, Vogulius."

"Tot uw dienst, ik zal spoedig terugkeren met een brief."

De vogel vliegt er weer vandoor.

En ik kruip door het raam snel mijn warme bed in.


Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu