Een tweede zoektocht

6 3 1
                                    

"Laten we rustig naar aanwijzingen kijken," stel ik voor.

De monsters knikken hevig.

Ik kijk naar Dapper.

"Misschien kun jij een spoor ruiken?"

De hond gaat met zijn neus over de mosgrond.

Vrij snel komt hij hoofdschuddend terug.

"Misschien kunnen we wel wat zien."

"Ja, zien zien," roept Bordeaux.

Het monster begint over de grond te kruipen.

Aqua kijkt hoog tussen de bomen.

Hij slingert als een aap van tak naar tak.

"Ik, niets niets," zegt Bordeaux teleurgesteld.

"Nee, ik heb rondom de hut ook niets gevonden."

Ik gebaar naar Aqua dat hij uit de boom kan komen.

"Heb jij wat gezien?" vraag ik.

Hij schudt zijn hoofd. "Nee, niets niets."

"Niet, huis huis?" vraagt Bordeaux verdrietig.

"Natuurlijk wel," antwoord ik. "We vinden wel een manier."

"Echt echt?" vraagt Aqua.

Ik kijk de twee verdrietige monsters aan.

"Ik ben ervan overtuigd."

Dapper blaft ook een paar keer.

"Laten we nu eerst verder lopen."

Aqua kijkt mij vragend aan.

"We zijn gestopt, maar we moeten nog verder rechtdoor."

"Ja, ja," Bordeaux klapt vrolijk in zijn handen.

Hij begint meteen voor ons uit te rennen.

Dapper volgt hem enthousiast.

Aqua en ik lopen rustig achter de twee aan.

Een constant gebonk doorbreekt de stilte in het bos.

"Wat is dat?" vraag ik Aqua.

Hij haalt zijn schouders op.

Ik blijf stil staan en zie een groepje herten voorbij rennen.

Een klein, jong hert remt af en blijft voor ons staan.

Bordeaux komt terug, met Dapper op zijn hielen.

Een zwerm van magie vliegt door de lucht.

"Sliepen jullie in die hut?" vraagt het hert.

Ik knik zacht.

Ik zal er nooit aan wennen om dieren te horen praten.

"Waar gaan jullie naartoe?"

Het hert beweegt sierlijk op haar poten.

"Huis huis," roept Bordeaux vrolijk.

"Kaart, kwijt kwijt," voegt Aqua er verdrietig aan toe.

"Hoe zag jullie kaart eruit?"

"Een beetje geel, wit, maar ook vies," antwoord ik snel.

Hopelijk kan zij ons verder helpen.

Dat zal heel veel zoeken schelen.

"Ik heb iemand met zo'n kaart voorbij zien komen."

"Echt waar? Waar ging die heen?" vraag ik enthousiast.

"Dat wil ik jullie wel vertellen, maar dan wil ik ook iets van jullie."

"Wat wil je hebben?"

"Die paar eikels die je in de tas hebt zitten," antwoordt ze glimlachend.

Eikels?

"Ik heb ze al zolang niet gehad en ik vind ze zo lekker."

Ik knik. "Prima, waar ging onze kaart naartoe?"

Ik open mijn tas om de eikels eruit te halen.

"Ik zag degene met de kaart richting het huisje gaan."

"Welk huisje?"

"Het kleine huisje van mos, aan de rand van het bos."

"Ja ja," roept Bordeaux. "Daar daar."

Hij wijst met zijn vinger een kant op.

"Laten we gaan."

Ik geef de eikels aan het hert, die ze snel opeet.

Ik rits mijn tas dicht en hang hem weer op mijn rug.

"Pas wel op voor de-"

De laatste woorden van het hert vallen weg in de wind.

We zijn ook snel weggerend.

We hebben haar niet eens bedankt.

Oeps.


Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu