De norse kluizenaar

6 3 0
                                    

De man blijft in de deuropening staan.

Hij staat precies in de enige straal van licht.

Ik slik even.
Verstijfd blijf ik op mijn plek staan.

Bordeaux lijkt er geen last van te hebben.

Hij springt meteen voor ons.

"Ga, weg weg," schreeuwt hij uit.

Hij gebruikt er allemaal wilde handgebaren bij.

Alleen de man ziet het niet.

Hij kijkt alleen naar mij.

Met zijn donkere ogen.

"Wat doe jij hier in mijn huis, klein meisje?" vraagt hij nors.

"Ik, uhm... ik zoek iets," stamel ik zacht.

"Zo, zo, en wat zoek jij dan?"

Bordeaux begint te antwoorden, maar de man heeft alleen oog voor mij.

Waarom ziet hij de monsters niet?

Ziet hij Dapper dan wel?

"Ik zoek een kaart. Van het bos."

De man slaat zijn armen over elkaar.

"En jij denkt jouw kaart in mijn huisje te vinden?"

Zijn stem klinkt gevaarlijk.

Hij vind het niet leuk om mij hier te zien.

Dat snap ik ook wel.

We zijn in zijn huis, zonder toestemming.

Dat mag nooit, zeggen mijn papa's.

Dat heet inbreken.

"Ik wilde niets stelen," zeg ik snel.

De norse man laat een kleine, schuine glimlach zien.

"Nee, dat denk ik ook niet, nee."

"Echt niet, en ik wist ook niet dat hier iemand woonde."

"Nou, nu weet je dat wel."
De man houdt de deur verder open.

"Ga maar snel weer het bos in en kom niet nog eens hier naar binnen."

Ik knik snel en ren dan langs de man naar buiten.

Dapper volgt snel, maar de monsters niet.

De deur is alweer dicht.

Hoe moeten Bordeaux en Aqua nu naar buiten komen?

Ik moet hier niet in het zicht blijven staan.

Straks komt die man weer terug.

Samen met Dapper loop ik naar de struiken.

Hierin kan ik mij wel even verstoppen.

"Nu moeten we een plan verzinnen om de monsters te bevrijden."

Ik kijk Dapper aan, maar de hond gaat liggen met zijn hoofd op mijn benen.

Nou ja, dan zal ik zelf iets moeten bedenken.

Maar de monsters komen vrij.

"Misschien moeten we wachten tot het donker is," mompel ik.

Dapper kijkt mij aan.

"Als de norse man slaapt, kunnen we ze zeker bevrijden."

Ik aai Dapper door zijn vacht.

Het zal wel lang duren voordat het weer donker is.



Dapper en ik hebben ontzettend lang zitten wachten, maar het is eindelijk donker.

Het licht in het huisje is een uur geleden al uitgegaan.

Dus nu ben ik er wel zeker van dat de norse man slaapt.

Langzaam sluip ik naar de deur van het huisje.

Zo voorzichtig mogelijk open ik de deur.

Ik hoop maar dat het niet te erg kraakt.

"Bordeaux, Aqua," fluister ik. "Waar zijn jullie?"

Meteen nadat ik de woorden heb gesproken, glippen de monsters naar buiten.

"Ja, vrij vrij." Bordeaux springt een paar keer in de lucht.

"Laten we gaan kijken hoe we jullie thuis kunnen krijgen," zeg ik.

"Ja, huis huis!" roept Aqua blij.

"Hoe gaan we dit doen zonder kaart?" vraag ik hardop.


Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu