Een klein huisje van mos

4 3 1
                                    

Na een lange tijd van rennen, staat Bordeaux eindelijk stil.

Door de struiken zien we een oud en verlaten huis.

De stenen zijn allemaal bedekt onder een dikke laag bladeren.

Takken hangen voor de ramen.

Het ziet er niet vrolijk uit.

Alsof hier al heel lang niemand meer heeft gewoond.

Ik kan niet geloven dat onze dief hier woont.

"Weet je zeker dat het hier is, Bordeaux?" vraag ik zacht.

Met zijn vieren lopen we een rondje om het huis heen.

"Ja, ja. Kluizenaars, huisje huisje."

Er woont hier een kluizenaar?

Iemand die de buitenwereld haat.

Dat kan ik wel snappen.

Misschien vindt die het huis dan wel ontzettend mooi.

Ik ga dicht tegen een raam staan.

Ik probeer tussen een paar takken door te kijken.

"Er is niets te zien in het huisje."

"Zoeken, zoeken," zegt Aqua.

Als ik mij naar hem omdraai, zie ik dat hij de deur heeft geopend.

"Nee, niet naar binnen gaan. Het kan gevaarlijk zijn."

Helaas luistert hij niet meer.

Het blauwharige monster glipt zo naar binnen.

"Oké, Bordeaux en Dapper, jullie blijven hier op de uitkijk."

Ik wijs de twee hun plek toe.

"Ik ga achter Aqua aan."

Langzaam ga ik door dezelfde deur als Aqua doorheen ging.

Het is donker in het huisje, maar ik kan gelukkig wel alles zien.

Ik wil hier zeker niet te lang blijven.

Het voelt als een spookhuis.

"Aqua, waar ben je?" fluister ik.

"Hier, hier," antwoordt het monster op luid volume.

Ik loop op het geluid af en vind hem bij de eettafel.

"Geen, kaart kaart," zegt Aqua verdrietig.

"Heb je wel overal al gekeken?" vraag ik.

Aqua kijkt even in het rond en knikt dan.

"Meestal verstoppen dieven de gestolen spullen."

Ik denk even na.

"We moeten ook in de kastjes kijken."

"Ik, doen doen," roept Bordeaux.

Waarom luisteren die monsters nou nooit?

Ik slaak een diepe zucht.

"Goed, nu je toch binnen bent, kun je beter helpen met zoeken."

Dapper kwispelt met zijn staart tegen mijn been.

"En jij ook," zeg ik, terwijl ik hem een aai over zijn kop geef.

Ik begin in de woonkamer, terwijl Aqua de eetkamer bekijkt.

Bordeaux zoekt in de keuken en Dapper in de kleine slaapkamer.

Gelukkig is er geen bovenverdieping.

Niemand van ons zou de trap op durven.

Daarom kijken we ook niet in de kelder.

Dat is vast een hele enge plek.

Ik hoop maar dat dat niet een schuilplaats is.

Na een tijdje zoeken begin ik het in mijn kamer op te geven.

Hier ligt de kaart zeker niet.

Ik heb in alle hoekjes en kastjes gekeken.

Teleurgesteld loop ik terug naar de hal.

De twee monsters staan er al.

Dapper komt niet veel later aangerend.

Niemand heeft de kaart gevonden.

"We moeten een nieuw plan bedenken," zeg ik.

"Wat wat?" vraagt Aqua.

"Misschien vinden we de weg ook wel zonder kaart."

"Luister luister," zegt Bordeaux.

Het monster wijst naar de deur.

De deur begint te kraken.

Een grote, brede man stapt de hal binnen.


Een monsterlijk avontuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu