De bel klonk en de eerste kinderen renden al naar de deur. "Even wachten, jongens!" zei Emma terwijl ze haar armen in de lucht stak. "Vergeet niet om maandag je gymspullen mee te nemen voor de ..."
"Sportdag!!" schreeuwden de kinderen. Emma grijnsde. "En iedereen een ..." "Heel! Fijn! Weekend!" schreeuwden de kinderen weer.
Emma klapte twee keer in haar handen, boven haar hoofd. "Tot maandag, meiden," zei ze tegen Lotte en Leila, die vooraan bij haar bureau zaten.
"Juf," zei Lotte. "Wat gaat u doen dit weekend?"
"Oh," zei Emma. "Nou. Boodschappen. En het huis schoonmaken. En misschien wel naar de film."
"Met uw vriendje, juf?" vroeg Leila met een engelen-glimlach op haar gezicht. Lotte sloeg allebei haar handen voor haar mond om een giechel tegen te houden.
'Dat gaat je niets aan, nieuwsgierige aapje' dacht Emma. "Ga nou maar," zei ze hardop. "Je vader wacht al op je bij het hek." Sophie keek snel naar buiten en zag inderdaad haar vader staan, zijn ogen gericht op zijn smartphone. Ze zuchtte.
"Nou. Ik doe ook niets spannends dit weekend, hoor juf," zei ze terwijl ze de klas uitliep. "Dag!"
Emma wuifde haar weg. Ze haalde diep adem en pakte haar spullen in haar tas. Ze was net bezig met het opruimen van boeken en schriften toen haar collega Eva haar hoofd om de hoek van de deur stak. "Heeey! Ga je meee?" zong ze. "We gaan zo nog naar Koffieboon, ga je mee voor een cappuccino?"
"In de middag?" zei Emma, alsof ze geschokt was. Maar ze schudde haar hoofd. "Nee, Eva. Dank je, maar ik ga zo boodschappen doen."
"Saai hoor," zei Eva terwijl ze haar jas aantrok. "Zo ontmoet je natuurlijk nooit een leuke jongen."
Emma keek haar niet eens aan maar zei: "Tot maandag."
"Sportdag. Blegh," Eva stak haar tong uit en giechelde toen ze de gang op liep. Emma pakte haar spullen en haar jas, trok de deur dicht en liep naar haar auto. 'Natuurlijk had ik mee moeten gaan naar de Koffieboon. Waarom doe ik dat niet?' Maar ze startte haar auto en reed naar de supermarkt. Ze draaide net de parkeerplaats op toen ze zag dat een auto uitparkeerde, vlak bij de ingang van de winkel. 'Ha, mooi,' dacht ze, 'da's mijn plekkie.' Ze deed haar richtingaanwijzer aan, en wachtte op gepaste afstand tot de auto was gedraaid en wegreed. Net toen ze wilde optrekken schoot een auto naast haar het parkeervak in.
Emma voelde zich licht geïrriteerd worden, en deed haar richtingaanwijzer weer uit. Ze zou nog een rondje maken, er was vast wel plek. Een bleke jongen stapte uit de auto die haar plekje gestolen had. Hij gooide zijn portier open tegen de auto die naast hem stond. Emma kneep haar ogen een beetje samen, terwijl haar irritatie groeide. 'Wat een eikel,' dacht ze. 'Blij dat ik er niet naast sta.' Ze zette het van zich af terwijl ze haar boodschappenlijstje nog eens na ging in haar hoofd.
'Bananen, yoghurt, muesli,' Emma keek nog eens in haar boodschappenkarretje toen ze bij de kassa stond. Ineens voelde ze een karretje achter haar tegen haar been aanrijden. "Hee!" zei ze, en keek om. Het was die bleke jongen. Hij zei niks. Emma wachtte op een excuus.
"Wat zeg je? Sorry? Ohhhh, geeft niet hoor. Fijn dat je je excuses aanbiedt, erg galant van je!" zei ze geïrriteerd.
"Hmm?" zei de jongen met een gefronste blik. "Waar heb je het over?"
Emma zuchtte diep en rolde met haar ogen. "Waar héb ik het over? Jouw gedrag, man! Je reed keihard tegen mijn been aan!"
"Nou? Is-ie gebroken dan?"zei de jongen nors. "Je staat toch nog overeind. Zeur niet, mens."
"Mens? Mens??" Emma hapte nu naar adem. Ze maakte zich op om de knul eens flink de les te lezen.
"Mevrouw? Mevrouw? Wilt u uw boodschappen op de band zetten?" zei de kassière. Emma gromde binnensmonds. maar zette wel de rest van haar boodschappen op de band.
"Sommige mensen...," begon ze tegen het meisje aan de kassa, maar die onderbrak haar met "Da's 27, 65, mevrouw." Emma keek nog eens boos naar de bleke jongen, die net blikjes kattenvoer op de band zette. Ze haalde haar pinpasje tevoorschijn en betaalde. 'Ik zeg niks meer,' dacht ze.
Nadat ze haar boodschappen in de auto had gezet, zette ze het karretje terug bij de winkel. De bleke jongen kwam achter haar aan met zijn karretje. Terwijl Emma het muntje aan haar sleutelbos hing, kon ze het toch niet laten. "Jij moet echt aan je manieren werken," zei ze tegen hem. Hij zei niets terug. Tevreden liep Emma naar haar auto.
"En jij zou eens beleefder moeten zijn en mensen die je niet kent aanspreken met 'u'." De stem klonk dichtbij haar oor, want de jongen was achter haar aangelopen om haar dit nog even te zeggen. Ze schrok en liet haar sleutels vallen. De jongen liep ondertussen door naar zijn eigen auto.
"Nou ja,' zei Emma, tegen niemand in het bijzonder. "Wat een ... Ach. Laat ook maar."
----------------
Berichtje van de schrijverIk begon dit verhaal meer dan een jaar geleden. Het heeft even stil gelegen, terwijl ik andere dingen deed (zoals onze nieuwe pup opvoeden). Maar ik ga het nu afschrijven, en zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat.
JE LEEST
Lief van je
RomanceEerste indrukken zijn niet altijd de juiste. Emma ontmoet een stoere brandweerman en een botte kok. En Emma zelf? Is zij wel een verlegen basisschool-juf?