Hoofdstuk 21

9 1 0
                                    

Met trillende handen deed ik mijn auto op slot en pakte ik mijn pasje om op mijn werk in te checken. Ik had zo'n domme fout gemaakt, die ik mezelf bijna niet kon vergeven. Ik had een boos telefoontje verwacht, of berichtje... Maar in plaats daarvan, bleef het stil vanuit Mace zijn kant. Ik had dit weekend verder geen oog dicht gedaan, wilde hem nog wel opzoeken, maar ik wist niet of dat wel goed ging komen.

Ik had besloten om geen kop thee te halen, maar zelf drinken mee te nemen. Ik wilde niet nog een keer kokend hete thee laten vallen, door stress.

Jessie had mij eerst boos aangekeken, maar kon er daarna wel mee lachen. 'Het is gewoon een typische Lucy actie, maar ik weet totaal niet wat hier uit moet gaan komen.' Had ze mij vertelt.

Ik had internet compleet afgestruind, gezocht naar eventuele consequenties, wat mij dat zou gaan kosten. Ik wilde de verzekering bellen, maar iets wat expres toegebracht was, zou ik zelf moeten betalen.

Ik wist dat ik Mace vandaag onder ogen zou komen en ik wist ook dat de woede die in mij zat door alles, nooit helemaal zou vergaan. Ik zou boos oud worden.

'Zo te zien heb jij geen oog dicht gedaan.' Jessie kwam voor mij staan. 'Je laat mij schrikken.' Zei ik, terwijl ik een hand op mijn borstkas legde.

'En wat denk je zelf, ik sta strak van de stress.' Daar zou geen slaapmiddel tegen geholpen kunnen hebben, bedacht ik mezelf.

'Probeer het vandaag, gaat het niet kom dan naar mij toe, dan verplaats ik jou naar een andere ruimte. Ik verzin vandaag, voor als het nodig is, een smoes voor Willem.'

Ik knikte dankbaar, pakte haar arm even vast en liep verder naar de ruimte waar ik altijd samen met Mace zat. De stress werd met elke seconde erger en mijn hart kon het bijna niet meer aan, tot ik de deurklink vast pakte. Ik kneep even mijn ogen dicht en gooide in een zwaai de deur open.

Niet flauwvallen, niet flauwvallen...

Ik opende mijn ogen en zag hem zitten, met een koptelefoon op. Hij had zijn bureau gedraaid, zodat ik nu tegen zijn rug aan zou kijken en als ik achter mijn bureau ging zitten, zag ik alleen zijn zijkant.

Had dan een andere collega aangevraagd, kleuter.

Voetje voor voetje zette ik richting mijn bureau, zodat hij mij niet op zou merken. Ik zette mijn tas op de grond, haalde mijn gebruikelijke spullen eruit en moest weer wennen aan de geur die hier binnen de ruimte hing.

'Dacht je dat ik je niet zou zien?' Zijn stem haalde mij uit mijn gedachten en geschrokken liet ik mijn telefoon op de grond vallen.

'Daar hoopte ik stiekem op, omdat jij jouw bureau had gedraaid.' Dat hij überhaupt nog tegen mij wilde praten.

'Ik heb mijn bureau gedraaid vanwege de zon, die weerkaatste in het glas richting mijn gezicht.' Ik kon alleen maar knikken. Hij had inmiddels zijn koptelefoon afgezet.

'Wat krijg je van mij?' Vroeg ik opeens. 'Wat is de schade? Moet ik spullen gaan verkopen? Ik weet het niet!' Ik begon te paniekeren. Iets wat weleens door mijn hoofd spookte om te doen, had ik dit weekend gedaan, uit boosheid.

Mace gaf geen antwoord en bleef mij geamuseerd aankijken. Ik stond op om naar zijn bureau te lopen en zwaaide voor zijn ogen. 'Hallo, Mace!'

Hij haalde zijn schouders op. 'Dat is voor jou een vraag, voor mij een weet.' En zoals gewoonlijk, haalde hij het bloed onder mijn nagels vandaan.

'Ik begin steeds minder spijt te krijgen van die deuk in jouw auto, weet je dat? Met je walgelijke gedrag, al dagen lang. Als jij denkt de rekening naar mij op te kunnen sturen, dan verdwijn ik naar de andere kant van de wereld, asshole.'

Het gedrag van hem was zo walgelijk, dat het hele date idee met hem het meest slechte idee was, waar ik ooit aan deelgenomen had.

'Ik rende weg, dat klopt ja. Ik heb een deuk in jouw auto gemaakt, dat klopt ook. Ik ben bij jou thuis geweest, je hebt mij dingen vertelt over wie jij bent, wat je verleden is. We hebben meerdere keren gezoend, jij wilde mij laten zien dat het ook anders kon, op een nette manier. Wat is dan het hele punt van dit alles?'

Ik hoefde mezelf niet schuldig te voelen, ik wilde alleen duidelijkheid. Het feit dat ik over de grens heen ging, zowel het mijne en eventueel het zijne, zei genoeg.

'Ik heb mezelf open gesteld voor jou, want ik wilde weten wie de échte Mace is. Ik snap echt niet waar jouw rare gedrag vandaan komt. Ik heb al uitgelegd waarom ik eerder ben vertrokken!'

Hij stond op van zijn bureau, pakte mijn beiden armen vast en duwde mij op de vensterbank, waardoor de lamellen tegen het raam aangedrukt werden.

'Mace.' Mompelde ik, uit angst. Ik voelde zijn vingers in mijn armen drukken en angstig keek ik hem aan. 'Mace, wat doe je?' Zijn ogen konden wel vuur spuwen, wat mij bang maakte. Hij beet op zijn onderlip en ik kon hem niet meer zien als de aantrekkelijke man, die zichzelf open had gesteld.

'Jij weet niet...' Fluisterde hij in mijn nek. 'Jij weet niet waar ik vandaan kom, ook weet ik dat dat geen excuus is.'

Ik trok snel mijn hand los en greep zijn keel vast, hoe toxisch.

'Jij weet toch godverdomme ook niet precies waar ik vandaan kom? Ik heb toch ook niet het achterste van mijn tong laten zien?'

Ik kneep mijn vingers harder in zijn keel, dat was blijkbaar een van mijn overlevingsmechanismen. 'Ik ben geen tovenaar of entertainer, ik ben Lucy met gevoel. Geen zandzak waar je mee kan smijten. Hoor je mij?!'

Ik liet zijn keel los, waar mijn vingerafdrukken inmiddels ingebrand stonden. Die ene avond was te mooi om waar te zijn, het was te onwerkelijk. En ik maar denken dat hij mij echt zag zitten als persoon, om onze gelijke interesses.

Hij deinsde achteruit, ging terug op zijn bureaustoel zitten en legde zijn hoofd in zijn handen. Ik kon de vele emoties niet plaatsen en liet de stilte tussen ons in hangen.

'Luister, Lucy. Ik weet dat ik een klootzak ben en dat ik mijzelf soms ook niet begrijp. Om dan maar meteen open kaart te spelen... Ik ben een aantal jaren geleden mijn toenmalige vriendin verloren, ze kreeg een auto ongeluk en overleefde dat niet. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik echt verliefd was en ineens werd ze bij mij weggerukt, zonder dat ik nog iets kon zeggen.'

Hij tilde zijn hoofd op en keek mij met waterige ogen aan. Ik sloeg een hand voor mijn mond en kreeg opnieuw een schuld gevoel erbij. Ik liep naar hem toe, opende mijn armen en Mace stond op. Ik legde mijn armen om zijn nek en trok hem naar mij toe. Ik hoorde en voelde hem snikken tegen mij aan en ik wreef met mijn handen over zijn rug, om hem gerust te stellen. Dit had ik zo niet verwacht.

Ik pakte zijn hoofd tussen mijn handen en keek hem aan. Hij maskeerde zijn gebroken hart met een grote mond, wat ik ergens ook wel kon begrijpen.

'Het spijt mij zo.' Fluisterde ik, terwijl ik mijn voorhoofd tegen die van hem drukte. 'Het spijt mij zo ontzettend Mace, ik wist het echt niet.' Ik moest mijn eigen tranen bedwingen.

'Het is oké, jij kon dat ook niet weten.' Ik schudde mijn hoofd. Ik had niks gezien, niks in zijn appartement, van foto's, iets wat ik zou kunnen zien als een herinnering aan haar.

Hij pakte mij weer vast en ik liet het toe. Hij drukte zijn neus in mijn haren en probeerde zijn ademhaling onder controle te krijgen.

'Het is niet dat jij het litteken wat het heeft achtergelaten aanraakt, maar jij bent de eerste die steeds een stapje dichter bij mij in de buurt komt...'

En die zin sloot hij af met een zoen op mijn voorhoofd. O god.

Ik mis mezelf, net zoals ik jou mis (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu