hoofdstuk 4

271 22 3
                                    

Milo zit naast Matthyas in de tuin. Rob en Koen waren boodschappen doen en Raoul was druk bezig met het in elkaar zetten van zijn opnamehok. 

De afgelopen weken hebben de jongens zichzelf opengesteld richting de buurt. Wie ze waren en wat ze deden. Dat de buren lichtelijke twijfel hadden over de heren en de sociale cohesie in de wijk, werd niet onder stoelen of banken geschoven. 

Nog altijd hadden de jongens geen contact kunnen krijgen met hun buurman. De man die zich afzonderde van de buurt en waar verschillende verhalen de ronde over gaan. Wel waren de jongens achter de namen van de meiden gekomen. Ze kwamen tot de ontdekking dat er drie meiden woonde. Hun moeder zou, naar het schijnt, al enige tijd geleden zijn overleden. 

Wel waren de jongens achter de namen van de meisjes gekomen. Naar het schijnt hadden ze een meisje van 3, Cato. Dat meisje zou geboren zijn waarbij hun moeder is komen te overlijden. De buurt gaf aan dat hun buurman tot die tijd een liefdevolle huisvader was. 

Raoul had het al voor ogen. Die man had het verdriet en het gemis van zijn vrouw nooit verwerkt en daardoor moesten de meiden het allemaal ontgelden. Ook Matthyas had die link ondertussen al kunnen leggen maar toch vond hij het allemaal erg verdacht. Er klopte gewoon iets niet. Alsof het verhaal gewoon telkens halverwege stopte omdat men bang was voor god mag weten wat. 

Lot en Puck waren twee meiden die al naar school gingen. Dat waren ook de meiden die Milo de eerste dag had zien vertrekken richting hun school. De afgelopen dagen heeft vooral Robbie, die uitzicht had op de straatkant, opgemerkt dat de meiden altijd alleen naar school gaan maar ook op compleet andere tijdstippen. De ene ochtend waren ze al om zeven uur vertrokken terwijl ze een dag later om half tien nog een sprintje moesten trekken. 

"Zullen we het vanavond gewoon nog een keer proberen?" 

Mat schrikt op van de stem achter hem. Het was Koen die over hem heen hing. "Koen? Ik weet niet in welke seksuele droom jij bent beland maar het antwoord is nee." Lachend kijkt Matthyas naar de jongen terwijl Rob en Milo over de grond rollen van het lachen. 

"Sorry? Maat waar was jij met je gedachten," lacht Koen nu ook, "ik vroeg alleen of we vanavond nog een keer zouden proberen om langs te gaan bij de buren." 

"Oww dat," het schaamrood stond ondertussen al op Mat zijn kaken, "ja dat zou wel kunnen ja." 

"Iemand bier?" Rob houdt zijn nieuwe biertjes in de lucht. Ze hadden boodschappen gedaan en bier stond nu eenmaal altijd op het lijstje. "Als je zo aandringt," grapt Milo, "dan zeg ik daar uiteraard geen nee tegen."

Terwijl de jongens hun bier nuttigen in de achtertuin, speelt zich in de voortuin iets heel anders af. Boven op de oprit staan drie kleine meiden. Alle drie nog veel te klein voor de verantwoording. "Maar jij had de sleutel toch Lot?" vraagt Puck als ze nog een keer naar hun eigen huis kijken. 

Cato trekt nog altijd aan haar oudste zus haar arm. "Plassen blieft," snikt ze bijna. Puck kijkt met medelijden naar haar oudste zus. Ze hadden oprecht geen andere keus dan aan te bellen bij de nieuwe buren. De buren die ze de eerste dag hadden gezien en die er een stuk vriendelijker uitzagen dan hun eigen vader. 

Bij die gedachten alleen al trekt Lot haar broekje nog iets verder naar beneden. De blauwe plek over haar bovenbeen moest verborgen blijven. Een stom ongeluk was het, dat is in ieder geval wat haar juf denkt nadat ze was vergeten dat ze gingen gymmen vandaag. Haar juf wilde naar huis bellen om te vragen of het goed ging met het meisje, dat langzaam afzwakte, maar gelukkig had zij ook dat idee uit haar hoofd gepraat. 

"Kom Lot," zucht Puck als ze haar jongere zusje op haar heup zet, "we moeten echt aanbellen of Cato plast in haar broek en we weten allebei wat er dan gebeurd." 

kleine tornado - bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu