hoofdstuk 8

235 20 1
                                    

Pure concentratie. Haar tong steekt net een puntje naar buiten uit haar mond. Ze heeft de dobbelsteen in haar handje en kijkt even op. Milo kijkt vermakelijk naar het meisje en ook Rob, die ondertussen Cato op schoot had, geeft Lot een brede glimlach. 

Ze moest zes gooien. Je kan niet altijd zes gooien. De woorden van haar vader dansen in haar hoofd, maar god wat hoopte ze dat ze nu wel zes gooide. Dan stond ze op het laatste vakje. Ze had genoeg geld gespaard om van haar huisjes een hotel te maken. 

De jongens hadden de meiden een paar weken geleden meegenomen naar de speelgoedwinkel. Cato mocht iets uitzoeken en Puck en Lot mochten wat spelletjes zoeken die ze graag wilde spelen met de jongens. Om die reden zitten de twee heren aan een potje monopoly junior met de oudste en de jongste van de meiden. 

Ze dobbelt de dobbelsteen en haar ogen vergroten als er inderdaad zes dobbelsteenogen tevoorschijn komen. "Oh," giechelt ze enthousiast als ze op haar knieën gaat zitten om haar geld te pakken, "ik mag een hotel! Oww ik mag een hotel!" 

Lachend geeft Rob het meisje haar hotel en Lot betaald de prijs die de man had gevraagd. Het lukte haar vrij aardig om zelfstandig het gevraagde bedrag te betalen. Ze levert ook de huisjes in en kijkt naar Milo die nu aan de beurt was.

"Wil jij gooien Catootje?" Het meisje was naar Milo zijn schoot gegaan en knikt enthousiast. "Cato moet drie gooien toch?" Milo kijkt naar het meisje met een twinkeling in haar ogen voordat zijn blik weer richting het spelbord gaat. Als Cato inderdaad drie zou gooien, zouden ze op het hotel terecht komen dat Lot net neer had gezet. 

Het meisje gooit en nog voordat Milo überhaupt kan kijken wat ze daadwerkelijk had gegooid, steekt Lot haar hand al uit. "Uhm dat wordt," ze stopt even met praten en kijkt nog een keer goed op haar kaartje, "heel veel centjes!" 

Cato grijpt al het geld wat er ligt en legt het gretig in Lot haar handen. "Zo," zegt de driejarige overtuigend, "wij wint!" 

Lot schudt haar hoofd lachend als ze Rob het geld geeft. "Was een leuk spelletje toch?" Lot kon het niet over haar hart verkrijgen om Cato te melden dat ze niet had gewonnen, en zag dat Raoul de pannen al aan het afgieten was. "Een heel leuk spelletje Lot. Ik zal hem even opruimen meid, kan jij toevallig Matthyas roepen om te eten? Hij zit waarschijnlijk in zijn eigen kamer. Miel kan jij even bij Koen kijken?" 

De twee knikken en Rob ruimt het spel op terwijl Cato vrolijk achter hem aan huppelt. "Ga jij de borden bij Roel halen Catootje? We kunnen moeilijk van de tafel eten." Cato knikt en vervolgd haar huppel tocht naar de man die net een pan aan het afgieten was. Gelukkig hoorde Raoul de lichtvoetige voetjes over de vloer zijn kant op komen en had hij zich al voorbereid op het meisje dat zichzelf naar zijn been ging lanceren. 

"Ik bordjes?" Lachend kijkt Raoul naar het meisje als hij knikt. "Tuurlijk mag je de bordjes Cato, maar je moet mij heel eventjes los laten want ik heb een hete pan in mijn handen lieverd." Meteen laat het meisje los en wacht ze geduldig op haar beurt af. Raoul vond het frappant voor een meisje dat nog geen twee maandjes drie was. "Wat doe je dat goed Catootje," lacht de man als hij voor haar neerhurkt als hij de pan op de inductieplaat zet, " zullen we vanavond een ijsje halen? Ik denk wel dat jullie dit hebben verdiend toch?" 

Enthousiast gooit ze zich richting Raoul en knuffelt de man. "Jij lief."

"Jij bent ook heel lief Catootje," lacht de man zacht, "heel erg lief." 


Bij Matthyas kijkt de jongen naar een deur die zacht open wordt gedaan. "Ik kon er zelf bij," klinkt een klein stemmetje die de kamer binnen komt gelopen. Mat legt zijn koptelefoon aan de zijkant en sluit zijn editing programma af. 

kleine tornado - bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu