6

78 6 1
                                    


Plaatsgenomen op de snelboot is Wolfs al snel in slaap gesukkeld. Ze grinnikt. Niet gek na zo’n lange rit. Ze waren vroeg opgestaan en zij had nog even kunnen slapen tijdens de rit, maar Wolfs had het hele eind aan één stuk door gereden met relatief weinig slaap. Ze heeft een puzzelboekje uit haar rugzak gepakt, maar haar gedachten dwalen af naar de gebeurtenissen van een paar weken geleden. Haast elke dag speelden die gebeurtenissen zich als een film af in haar hoofd. Ieder detail kon ze zich herinneren. Zo bang, zo ontzettend bang als die laatste dag, dat laatste uur, zo bang was ze nog nooit eerder geweest. Met het vertrekken van de snelboot uit de haven van Harlingen speelde de film van gebeurtenissen zich wederom af in haar hoofd.

- Al maanden hield een reeks moorden Maastricht in haar greep. Al vijf maanden op rij werd er stipt om 18.00 uur op de eerste dinsdag van de maand een anonieme melding gedaan van moord in een willekeurig pension in Maastricht. Geen minuut eerder of later kwam de melding binnen. Exact 18.00 uur. Naast dat elke moord in de keuken van het betreffende pension was gepleegd en dat de slachtoffers allemaal van het vrouwelijk geslacht waren, was er verder geen enkele aanwijzing te vinden van de dader. Bij iedere moord geen enkel spoor dat tot ook maar iets van de dader leidde. De moorden werden dan wel iedere maand stipt op hetzelfde moment gemeld. Het moment van daadwerkelijk overlijden was door Timo bij ieder lijk op een ander moment vastgesteld. Wisselend van een uur voor melding, tot aan een tijdstip van overlijden ruim twee weken voor de melding. De betreffende dame had twee weken in de keuken gelegen en niemand leek haar gemist te hebben. Zij en Wolfs waren ondertussen op andere zaken gezet omdat er weinig nieuwe ontwikkelingen waren en een ander recherche duo had deze zaak nu opgelegd gekregen. Tot ongenoegen van haar. Iets in deze reeks moorden interesseerde haar en ze kon haar vinger er maar niet op leggen. Stiekem was ze er iedere avond mee bezig. Ze leek iets op het spoor te zijn. Iets met cijferreeksen wat mogelijk de volgende locatie onthulde, maar er helemaal uit was ze nog steeds niet. Wolfs had iedere keer gezegd dat ze het los moest laten en dat het hun zaak niet meer was. Het irriteerde haar mateloos dat hij het zo gemakkelijk los kon laten. Na er nog een aantal keer over te zijn begonnen hield ze het voor gezien. Als ze eruit was wat die cijferreeksen inhielden, dan zou ze het weer met Wolfs delen. Dan kon hij niet anders dan het met haar eens zijn dat ze weer op de zaak gezet moesten worden.

Twee dagen voor de zesde eerste dinsdag van de maand waren Marion en Romeo opgeroepen voor een inbraakmelding. Omdat het om een pension bleek te gaan, was het recherche duo dat op de pension-moorden was gezet meegegaan. Mogelijk was er DNA materiaal gevonden en dat zou een doorbraak in de zaak betekenen. Mokkend had ze het aangehoord. Ze kon maar niet begrijpen waarom Zitman hen niet alsnog op de zaak zette. ‘En?’ had Wolfs gevraagd aan Marion en Romeo toen ze terugkwamen van het betreffende pension. Zij en Wolfs hadden een saaie papierwerkdag op kantoor en konden wel wat spannende verhalen gebruiken. Twijfelend had Marion even Romeo aangekeken. ‘Er is bekend DNA materiaal aangetroffen. Het is van Tjong.’ Als door een wesp gestoken was ze overeind geschoten. Haar hersenen draaiden op volle toeren. Dit zou een doorbraak kunnen betekenen in de zaak. Ze had Wolfs vastbesloten aangekeken. 'Kom, we gaan daarheen'. Wolfs had zijn hoofd geschud en keek haar moeilijk aan. 'Het is niet onze zaak Eva. En bovendien, als Tjong hier bij betrokken is, moeten wij dit misschien helemaal niet willen oppakken'. Ze had het niet begrepen. En dat was een understatement. Waarom deed Wolfs zo. 'Het is toch júist handig dat ik hem ken'. Gooide ze als weerwoord. Maar Wolfs bleef standvastig. 'Het is niet verstandig Eva'. Hoe kon hij dat nou zeggen. Deze zaak, ze moest er wat mee. Ze voelde het aan alles. Ondertussen was Zitman ook bij het gesprek aangesloten. Mooi, vond ze. Ze zou het eens even goed bespreken met Zitman wat ze er allemaal van vond.

‘Eva, ik wil jou even spreken dadelijk. In mijn kantoor. Ik kom eraan'. Zitman had streng gekeken en ze had maar vast plaatsgenomen in het kantoor. Eén been wiebelde ongeduldig toen haar oog viel op een stapel papierwerk. Van wat ze kon zien leek het over de pension-moorden te gaan. Stiekem viste ze een kopie van een blad met cijfers en letters tussen de stapel papierwerk vandaan dat uitstak. Haar hart had een sprongetje gemaakt. Het waren uitkomsten met letters van cijferreeksen die verdacht veel leken op de cijferreeksen waar zij al weken op vastliep. Waarom had ze dit nooit eerder gezien? Schichtig had ze om zich heen gekeken of Zitman er weer aan kwam, maar die leek nog altijd in een geanimeerd gesprek te zijn buiten haar kantoor. Snel had ze een foto gemaakt van de kopie en het daarna snel weer teruggeschoven tussen de stapel papieren. Na een paar minuten was Zitman nog steeds niet teruggekeerd en haar geduld was op. Ze moest uitzoeken hoe het zat met die cijferreeksen en de combinatie met Tjong waarvan opeens sporen waren gevonden bij die inbraak. Doelbewust stond ze op en beende het kantoor uit. ‘Ik ga vast!’ Had ze naar Wolfs geroepen en zonder een antwoord af te wachten was ze het bureau uitgesneld, op weg naar de Ponti.

18.00 uurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu