15

69 9 5
                                    

'We zijn de hele middag bij Midsland aan Zee geweest. Toen we daarvan terug kwamen rond 17.00 uur zijn we nog door de tuin naar binnen gegaan en lag ze er nog niet. Een uur later kwamen we de keuken weer in en toen zagen we door het raam dat er iemand in de tuin lag’. Vertelt Wolfs zo uitgebreid mogelijk aan de zeer jonge plaatselijke agent die zijn verklaring opneemt. Alleen wat er in dat ene uur gebeurd is, ging deze lokale collega op Terschelling niets aan. Wolfs schat hem hooguit een jaar of 25. Hoofdschuddend vraagt hij zich af waarom er zo’n jonge onervaren collega op dit soort meldingen wordt afgestuurd. Eva staat verderop in de woonkamer wat verdekt opgesteld het tafereel van een afstandje te aanschouwen. Ze staat met haar armen over elkaar tegen de muur geleund. Nog altijd op haar sokken, met daarboven het overhemd wat overduidelijk niet van haar is en daaronder het korte sportbroekje dat af en toe een glimp van bestaan geeft als ze beweegt. De politie was zo vliegensvlug ter plaatse dat ze geen tijd had om zich nog om te kleden. Haar nog steeds half natte haren hangen los en wat wild over haar schouders en verraden dat ze niet zo lang geleden onder de douche vandaan gekomen is. Ook Wolfs zijn haren zijn nog nat, maar die had tenminste zijn gebruikelijke outfit direct na het douchen weer aangetrokken. Met andere woorden, een beetje agent kon wel raden wat er in dat ene uur was gebeurd.

‘U was er ook bij?’ Vraagt dan de betreffende agent die Eva ondertussen heeft opgemerkt. Ze wisselt een korte blik met Wolfs en knikt dan kort ter bevestiging. ‘En wat is uw naam?’ De agent bekijkt haar van top tot teen en trekt een bepaalde blik die ze niet kan plaatsen. ‘Eva’. Zegt ze dan enkel twijfelend. De agent kijkt haar met bedenkelijk gezicht aan. ‘Wat bent u van meneer Wolfs?’ Het bloed stijgt Eva direct naar haar hoofd die net zo rood wordt als een boei. ‘Is dat nodig?’ Vraagt Wolfs dan ook met wat ongemak in zijn stem, maar de agent laat zich niet van de wijs brengen en blijft Eva vragend aankijken. Paniekerig denkt ze na over een antwoord. Ze weten zelf nog niet eens wat ze precies van elkaar zijn en vertellen dat ze collega’s zijn lijkt haar ook geen optie. ‘Gewoon, we zijn gewoon samen hier’. Is het beste dat er in haar op komt. Ze werpt een blik op Wolfs, die duidelijk niet helemaal content is met dit antwoord. De agent daarentegen lijkt er genoegen mee te nemen. ‘En uw achternaam graag’. Ze twijfelt even. ‘van Dongen’. Bekend ze dan toch. Ze hadden eigenlijk juist besproken dat ze haar naam niet zouden noemen voor de zekerheid. ‘Kunt u dat misschien stil houden?’ Lijkt Wolfs haar gedachten te lezen en bij de jonge agent verschijnt een klein glimlachje. ‘Uiteraard’. Is zijn antwoord. ‘Niet dat wij iets gedaan hebben’. Vult Eva snel aan. ‘Ik snap het’. Antwoord de agent net iets te snel met datzelfde kleine glimlachje. Het heeft iets dubbelzinnigs. Eva knijpt haar ogen achterdochtig samen als ze de agent aankijkt. ‘Wat bedoel je daarmee?’ De kleine glimlach van de agent verdwijnt en hij lijkt het een klein beetje benauwd te krijgen van deze vraag. Hij schraapt zijn keel. ‘Ik, ik bedoel we, we zullen heel discreet omgaan met uw gegevens’. Het komt er wat stotterend uit en deze opmerking lijkt ook eerder tegen Wolfs bedoeld dan tegen haar. Eva houdt haar hoofd een tikje scheef als ze deze jonge, duidelijk onervaren agent nog achterdochtiger aankijkt dan daarnet. ‘Discreet?’ Herhaalt ze vragend op en een verklaring wachtend. De agent kijkt van Wolfs in zijn dure nette pak naar Eva in haar relatief weinig verhullende outfit en richt zich dan weer tot Wolfs. ‘Als u dat niet wil, zal ik niet in uw verklaring meenemen dat u hier samen bent met uw escort’. Zegt de agent dan met een stalen gezicht. Eva’s mond valt verontwaardigd open en Wolfs wil direct inhaken, maar krijgt daar de kans niet voor. ‘Wilt u ook nog wat verklaren?’ De agent heeft zich weer richting Eva gedraaid die hem haast vuurspuwend aankijkt. Als blikken konden doden had deze agent ondertussen naast de dode vrouw in de tuin gelegen. Ze recht haar schouders en gaat demonstratief met haar armen over elkaar staan. ‘Ik wil zeker nog wat verklaren, ja! Het lichaam was al koud toen ik de hartslag voelde. Het lijkt mij dus onwaarschijnlijk dat ze pas enkele minuten overleden is’. De opgetrokken wenkbrauw tekent haar arrogante gezicht als ze de agent aankijkt. ‘U heeft veel politieseries gezien zeker?’ Vraagt de agent minachtend met een flauw lachje, totaal niet onder de indruk. Eva balt haar vuisten. Deze agent begon ondertussen aardig op haar zenuwen te werken en dat zou ze hem vertellen ook. Wolfs daarentegen ziet het gebeuren en wil duidelijk een escalatie voorkomen. ‘Weten jullie al wie het slachtoffer is?’ Vraagt hij, snel voordat Eva uit haar slof kan schieten. Wolfs doet alsof zijn neus bloedt wanneer hij het vraagt. De identiteitskaart had hij natuurlijk uitgebreid bekeken en daarna weer teruggestopt op de plek waar hij het gevonden had De agent draait zich weer naar Wolfs, Eva zuchtend en hoofdschuddend achter zich latend. ‘Een dronken student met waarschijnlijk te veel drugs op, hier van de Appelhof’. Ongelovig staren zowel Wolfs als Eva eerst elkaar en dan de agent aan. ‘Is dat niet iets te kort door de bocht?’ Vraagt Wolfs zich hardop af. ‘Als u ons nou ons werk laat doen, dan kunt u gewoon van uw tijd samen genieten’. De gemaakte vriendelijkheid is te horen in de stem van de agent. Hij zit duidelijk niet te wachten op twee mensen die hem de les lezen.

Een tweede, eveneens zeer jonge agent komt binnen lopen en houdt de identiteitskaart die Wolfs al eerder in zijn handen had omhoog. ‘De vermiste dame van gisterenavond’. Deelt hij met zijn collega zonder Wolfs en Eva een blik waardig te gunnen. ‘Mooi, dan kunnen we dat afsluiten’. Antwoord de eerste agent. Wolfs en Eva zien ongelovig aan wat er gebeurd. ‘Is dit het? Jullie gaan geen verder onderzoek doen?’ Vraagt Wolfs haast verontwaardigd. Hij kan het gewoon niet geloven dat er zo makkelijk over gedaan wordt. De tweede agent knikt, Eva en Wolfs volledig negerend, naar zijn collega. ‘De collega’s zijn klaar. Het lichaam is afgevoerd. Ben jij ook zo ver?' Met stomheid geslagen aanschouwen Wolfs en Eva de werkwijze van deze twee agenten, of sterker nog, hun collega’s, die aanstalten maken om naar buiten te lopen. Wolfs wil erachteraan, maar Eva houdt hem tegen. ‘Wolfs’. Sist ze waarschuwend. Het was misschien maar beter om dit te laten gaan. Het is hun zaak niet. De eerste agent draait zich nog om voordat hij daadwerkelijk naar buiten stapt. ‘Ik verzoek u bereikbaar te blijven voor eventuele vervolgvragen, goedenavond’. Benoemd de agent voor de vorm, hij knikt naar Wolfs en loopt naar buiten, Eva compleet negerend.

Een diepe zucht ontsnapt uit Eva haar mond als de deur dicht valt en de agenten het huisje hebben verlaten. ‘Niet te geloven’. Verzucht ook Wolfs. Lichtelijk overvallen door dit optreden blijven ze nog even zwijgend in hun eigen gedachten naast elkaar staan. ‘Een escort ook echt’. Mompelt Eva dan en ze voelt de boosheid weer opborrelen. Wolfs schiet in de lach en legt zijn hand op haar schouder. ‘Het lijkt mij een compliment’. Even wil Eva hier boos op reageren tot ze omkijkt, recht in de pretogen van Wolfs en schiet dan toch ook in de lach. ‘Als het inderdaad de boeken ingaat als gewoon een stommiteit van een student die te veel gedronken heeft, dan weten we in elk geval zeker dat dit verhaal niet opeens in Maastricht terechtkomt'. Brengt ze het op een ander onderwerp. Wolfs knikt beamend. Dat klonk inderdaad als een aannemelijke uitkomst. Dan draait Eva zich spontaan volledig om en vouwt zonder aankondiging haar armen om Wolfs zijn middel en drukt zichzelf tegen hem aan. Haar hoofd legt ze tegen zijn borst. Overrompeld laat Wolfs deze unieke actie over zich heen komen en een warm gevoel vult zijn lichaam. Hij vouwt zijn armen om Eva heen en geeft haar een kus in haar haren, waarna hij zijn kin voorzichtig op haar hoofd laat rusten. Beiden genietend van deze fijne knuffel blijven ze staan.

18.00 uurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu