Eva heeft ondertussen haar weinig verhullende outfit ingeruild voor een wat warmere outfit met een lange sportbroek en een dikke trui. Haar haren zijn nu ook zo goed als gedroogd, maar hangen nog steeds losjes over haar schouders. ‘Maar het is dus wel gezellig?’ Galmt Nico door de telefoon die Eva in haar handen heeft. Ze zit aan tafel en kijkt via het scherm een veel te blije Nico aan bij het stellen van deze vraag. Ze had voor het gemak maar even weggelaten dat er eerder nog een dode vrouw in de tuin lag en dat het hier wemelde van de politie, zeer onervaren politie om precies te zijn. Nico zou zich anders wellicht onnodig zorgen maken en dat wilden zowel zij als Wolfs niet. ‘Ja wijsneus, we vermaken ons prima’. Laat ze vooral heel erg in het midden wat er allemaal is gebeurd. Opeens schiet haar te binnen dat eerder die dag Nico opeens Marion en Romeo onaangekondigd over de vloer had. Door alle gebeurtenissen leek dat haast al een week geleden. ‘Hadden Marion en Romeo verder nog wat?’ Ze durft het toch niet op de man af te vragen wat ze weten, bang voor het antwoord. ‘Ik had toch gestuurd: Geheime missie kan worden voortgezet. Aasgieren zijn gevlogen. Kust is veilig’. Citeert Nico diens eigen verstuurde app, wetende waar Eva op doelt. ‘Maar weet je zeker dat ze niets door hadden?’ Ze is er niet gerust op. Ze ziet Nico op -dit keer haar eigen- scherm zuchtend met diens ogen draaien. ‘Nee Eef, alles onder controle’. Lacht Nico dan en Eva zucht opgelucht. ‘Maar je moet niet meer Wolfs zijn telefoon opnemen in het vervolg, want anders maak je het wel echt heel lastig’. Nico houdt er belerend diens vinger bij omhoog. ‘Ik kon net op tijd de smoes gebruiken dat ik per ongeluk jou had gebeld in plaats van Wolfs’. Trots op diens eigen oplossing kijkt die Eva aan. Lichtelijk beschaamd lacht Eva om deze toevoeging. Het was haast haar eigen schuld geweest dat Marion en Romeo achter deze hele geheime missie waren gekomen. Daar was ze zich meer dan van bewust. Vanaf nu moeten ze echt nog alerter zijn. ‘Ik ga dan nu de stad in’. Brengt de galmende stem van Nico door de telefoon haar weer bij de les. ‘Wel appen als je weer thuis bent’. Normaal gesproken is het Wolfs die dit Nico opdraagt, maar die was al even in geen velden of wegen te bekennen. ‘Jullie zijn niet eens thuis’. Lacht Nico. ‘Toch doen!’ Roept Eva direct en zwaait naar haar telefoon waar Nico aan de andere kant enthousiast terugzwaait. Nog voor ze iets kan zeggen wordt de verbinding verbroken en staart ze voor de tweede keer die dag naar haar eigen evenbeeld in het zwarte scherm.
Wolfs ligt boven op de dekens met zijn pak nog aan op bed. Duidelijk in gedachten. ‘Nico vermaakt zich volgens mij prima’. Vertelt Eva als ze de slaapkamer in loopt. Verbaasd kijkt ze naar Wolfs als ze hem zo op bed ziet liggen. ‘Wat doe je?’ Het was nog niet bepaald de tijd om naar bed te gaan. Het was pas net een uur of negen en na alle hectiek hadden ze vrij laat gegeten. Zin om uit eten te gaan hadden ze niet meer en helaas voor Eva was er geen Chinese afhaalmogelijkheid. De supermarkt in hetzelfde dorp was ook al dicht, dus was het tot ergernis van Wolfs een patatje met kroket geworden van de lokale snackbar. ‘Die vrouw stierf in onze tuin’. Spreekt Wolfs dan uit wat er in zijn hoofd omgaat. Eva slaakt een diepe zucht en loopt om het bed heen. ‘Het is niet ónze tuin.’ Wijst ze hem op de feiten. Met zijn handen onder zijn hoofd gevouwen ligt hij op bed naar het plafond te staren. Eva neemt zijn voorbeeld over en neemt plaats aan de andere kant van het bed. Een aantal minuten staren ze zwijgend naar het plafond, een flinke ruimte tussen hen in gelaten. ‘Het klopt niet’. Is dan de zeer beknopte conclusie van Wolfs. Eva knijpt haar ogen dicht in de hoop dat het bij deze conclusie blijft en ze gewoon van een rustig weekend kunnen genieten, tevergeefs. ‘Deze zaak is zo lek als een mandje’. Vult hij dan aan. ‘Het is onze zaak niet’. Benoemd Eva nogmaals de feiten, maar Wolfs lijkt hier geen genoegen mee te nemen. ‘Ze is niet zomaar dood neergevallen door alcohol en drugs’. Vervolgd hij dan zijn analyse. ‘Wolfs’. Spreekt Eva hem waarschuwend toe. ‘We zijn vrij. Als we graag een moord hadden willen oplossen, hadden we net zo goed thuis kunnen blijven en kunnen gaan werken’. Ze draait haar hoofd richting Wolfs. De diepe denkrimpel in zijn voorhoofd verraadt dat hij deze zaak niet zomaar los gaat laten. Toch blijft het even stil. ‘Jij denkt dus ook dat het moord is’. Hij draait nu ook zijn hoofd richting Eva die al direct spijt heeft van haar woordkeuze. ‘Ik denk helemaal niets’. Dat is niet helemaal waar, want eigenlijk was ze het volledig met Wolfs eens en dacht ze inderdaad aan moord. Er klopte iets niet en het was onbegrijpelijk dat de agenten hier op Terschelling zo kortzichtig omgingen met de hele situatie, maar tegelijkertijd zou het maar wat goed uitkomen als de dood van deze vrouw de boeken in gaat als een ongeluk. Dan zouden hun namen nooit ergens boven komen drijven. ‘Kom op Eva, jij wil toch ook dat als dit echt moord is dat de dader wordt gepakt’. Wolfs had gelijk, maar toegeven wilde ze niet. ‘Jij verpest ons weekend’. Beschuldigd ze hem van het feit deze zaak niet los te kunnen laten. Mokkend staart ze naar het plafond. Het blijft weer even stil. ‘Wat wil je dan doen?’ Wolfs kijkt haar vragend aan en er verschijnt een speelse glimlach op haar gezicht. Ze kijkt hem aan met een ondeugende twinkeling in haar ogen. Iets wat Wolfs nog niet zo heel vaak heeft gezien. ‘Ik weet nog wel wat leuke dingen te verzinnen’. Geeft ze dubbelzinnig antwoord en op haar wangen verschijnt een rode blos. Verder verroert ze geen vin en blijft Wolfs enkel met die ondeugende blik innig aankijken. Zijn hart maakt een sprongetje. Het feit dat Eva nog niet eerder dit soort dubbelzinnige opmerkingen heeft gemaakt, maakt dat hij het net een beetje extra warm krijgt. ‘Oh?’ Is dan ook het enige wat er uit zijn keel komt, zelfs zijn stem slaat er bij over. Eva haar uitdagende blik zet nu ook door naar een uitdagende glimlach. Ze rolt over haar schouder dichter naar Wolfs tot hun gezichten slechts enkele millimeters van elkaar verwijderd zijn. Wolfs houdt verlangend zijn adem in tot Eva de volgende stap zet. Ondertussen zijn ook zijn wangen roodgekleurd en dat wordt al dan niet nog erger nu Eva hem zo verleidelijk aankijkt. Heel voorzichtig drukt ze dan haar lippen teder op die van hem. Het duurt enkele seconden. ‘Dit bijvoorbeeld’. Fluistert ze dan zachtjes en verleidelijk tegen zijn lippen, terugkomend op haar eigen dubbelzinnige antwoord. Opnieuw drukt ze haar lippen op die van hem, iets steviger dit keer en Wolfs beantwoordt gewillig de kus. Dan maakt hij zich opeens los van haar lippen en een denkrimpel verschijnt. ‘Ze zag eruit alsof ze uren lang achterna is gezeten’. Denkt hij dan hardop, compleet afgeleid van het intieme moment. Eva staart hem vol ongeloof en enigszins beduusd aan. ‘Jemig Wolfs!’ Verzucht ze dan zwaar geërgerd als ze weer bij zinnen is gekomen. Ze draait zich gefrustreerd weer terug en ploft met haar hoofd op het kussen. Weg intiem moment. ‘De agent zei dat ze vermist was, toch?' Vervolgt Wolfs onverstoorbaar. Dezelfde diepe denkrimpel als eerder tekent zijn gezicht. Hij ging deze zaak niet zomaar loslaten, dat voelde ze aan alles. Even blijft ze naar hem kijken of hij nog bij zinnen komt, maar als dat niet het geval lijkt ze zijn komt ze zuchtend overeind. Ze gaat in kleermakerszit zitten naast Wolfs die nog geen centimeter bewogen heeft. ‘Je gaat dit niet loslaten hé?’ Wolfs grinnikt en voordat ze het doorheeft staat hij naast het bed. ‘Ik zet koffie’. Deelt hij, wetende dat dit nog een lange avond gaat worden. Dit keer is het Eva die hem hoofdschuddend nakijkt als hij de slaapkamer uitloopt. Die man was soms echt niet te geloven.
‘Heb jij nou gewoon een laptop meegenomen?’ Vraagt Wolfs als hij de woonkamer binnen komt lopen met twee mokken dampende koffie. Ongelovig staart Wolfs naar Eva die opeens met laptop op schoot op de bank zit. ‘Jij hebt handschoenen in je colbert meegenomen’. Antwoord Eva beschuldigend met een uitgestreken gezicht. Ze heeft haar haren weer in de welbekende strakke paardenstaart gedraaid en haar geconcentreerde werkmodus staat duidelijk aan. Haar ogen zijn strak op het scherm gericht tot ze iets zinnigs gevonden lijkt te hebben. ‘Yara Vermeulens, studeert hier Ocean Technology op Terschelling aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz en werkt bij Café de Zeevaart op West-Terschelling’. Ze draait haar laptop richting Wolfs. ‘Staat op LinkedIn’. Meldt ze overbodig terwijl hij dat zelf ook kan zien. ‘Waarom heb je die laptop meegenomen?’ Vraagt Wolfs nogmaals omdat er nog geen antwoord op is gekomen. Eva haalt haar schouders op als antwoord. Het was niet per se logisch om op een weekend als dit een laptop mee te nemen. 'Homeland'. Verklaart ze dan toch enkel. Verbaasd kijkt Wolfs op. 'Die serie is toch al vier jaar geleden geëindigd?' Lichtelijk gegeneerd knikt Eva bij deze vraag. Ze had eigenlijk gedacht misschien toch stiekem ergens een moment te kunnen vinden om een aflevering te kijken. Belachelijk idee natuurlijk, want wanneer zou ze dat moeten doen nu ze constant samen zijn. Ze wist zeker dat Wolfs niet zat te wachten op een avondje Homeland. 'En toch kijk je het nog, vier jaar na dato?' Vraagt Wolfs ongelovig. Nog een knik van Eva volgt en Wolfs kan een lach niet onderdrukken. 'Hoe vaak heb je die afleveringen gezien?' Vervolgt Wolfs het verhoor. Even lijkt het erop dat Eva geen antwoord gaat geven. 'Vaak'. Geeft ze dan toch schoorvoetend toe. 'Dus je bent tóch ergens fan van'. Constateert Wolfs zelfgenoegzaam bij deze nieuwe ontdekking over Eva. 'Ja ja ja, kijk nou maar even'. Moppert ze, duidelijk minder blij met deze ontdekking terwijl ze de laptop opnieuw naar hem toe schuift. Het voelt haast een beetje extra kwetsbaar nu Wolfs ook dit weer van haar weet. Het ging maar om een televisieserie, maar toch voelde het als iets dat alleen van haar was. En nu is dat kleine stukje niet meer alleen van haar. En dat voelt kwetsbaar. Het veel meer openstellen naar Wolfs voelde sowieso heel kwetsbaar. De afstand die ze al die jaren koste wat het kost had weten te bewaren werd steeds kleiner. Nooit eerder had ze iemand zo dichtbij gelaten als nu, en dat is eng. En kwetsbaar.
JE LEEST
18.00 uur
FanfictionDe geur van matige filterkoffie vult het politiebureau. Het is bijna 18.00 uur en dan kan ze gaan. Met een paar vrije dagen in het vooruitzicht, samen. Maar wat is samen en wat betekent dat? - Ik vind het een leuke uitdaging om met mijn verhaal zo...