12

86 7 6
                                    


Uitkijkend over de zee hebben ze naast elkaar plaatsgenomen genomen bovenop de duinen. Met beiden een koffiebeker van een lokale strandtent, een ingewikkeld belegd speltbroodje voor Wolfs en een wit broodje met kaas voor Eva, staren ze zwijgend naar de zee die heel constant iedere keer een beetje verder het strand op spoelt. Het was eigenlijk de bedoeling dat ze ergens zouden gaan lunchen, maar omdat ze het niet eens konden worden over de locatie, zaten ze nu dus opeens op een willekeurige duin. Tot lichte ergernis van Wolfs. Wat hem betreft waren ze al bij de eerste strandtent  gaan zitten die ze tegenkwamen. Eva daarentegen had het menu maar ingewikkeld gevonden bij de eerste strandtent. Er was te veel vis op de kaart bij de tweede strandtent en het was te druk bij de derde. Zodoende was het een broodje in de hand geworden. Misschien achteraf maar beter ook, want door het oneindig discussiëren liep het ondertussen alweer tegen het einde van de middag.

Ondanks de wind is het nog erg aangenaam buiten door de zon die al sinds de ochtend onafgebroken aan het schijnen is. Verderop, aan de rand van het water lopen vele kleine witte vogeltjes iedere keer weg van het water, om er vervolgens weer naartoe te rennen. Drieteenstrandlopers, heeft Wolfs zich laten vertellen door de lokale VVV folder. Het is een schattig gezicht. ‘Het zijn drieteenstrandlopers’. Deelt Wolfs zijn gedachten als hij ziet dat Eva met haar ogen dezelfde vogeltjes volgt. ‘Dat geloof ik niet’. Zegt ze resoluut zonder op te kijken. Quasi beledigd kijkt Wolfs haar kant op. ‘Het stond in de VVV folder’. Zegt hij dan, als een verdere reactie van Eva uitblijft. De broodjes en koffie zijn op en Eva heeft haar armen om haar opgetrokken benen geslagen en leunt met haar kin op haar knieën. Wolfs ziet haar even nadenken waarna ze grinnikt. ‘Gekke naam’. Is de korte conclusie. Wolfs grinnikt mee en samen aanschouwen ze zwijgend de drieteenstrandlopers die in grote getalen iedere keer weer opnieuw wegrennen voor het aanspoelende water.

Met de halve meter leegte tussen hen in, zou je van een afstandje niet zeggen dat ze wellicht een setje zijn. Of waren ze dat misschien ook niet? Wolfs zucht onhoorbaar terwijl Eva onverstoorbaar de drieteenstrandlopers blijft volgen. Het is voor hen beiden even zoeken naar een nieuwe dynamiek nu ze elkaar onlangs de liefde hebben verklaard. Wolfs vindt het lastig wanneer hij wat meer toenadering tot Eva moet zoeken, of wanneer hij haar juist even moet laten gaan. Hij wil Eva niet afschrikken, maar tegelijkertijd wil hij ook niet op dezelfde voet verder gaan als voor dé dag. Maar het feit is dat ze sinds dé dag nog steeds gigantisch om elkaar aan het heen draaien zijn. Weliswaar met veel meer aanrakingen en kusjes hier en daar, maar er echt over praten hebben ze sinds dé dag niet meer gedaan. En oké, misschien hebben ze sindsdien stiekem een aantal keren het bed gedeeld, maar meestal slapen ze ieder op hun eigen kamer. Al was dat maar om de situatie verborgen te houden voor Nico. Bovendien, zodra het onderwerp ter sprake kwam was er altijd wel een excuus om het er vooral niet over te hebben, liep één van beiden weg of ging het gesprek simpelweg gewoon over in een ander onderwerp. En dat was zeker niet alleen door toedoen van Eva, die de zogenoemde struisvogeltactiek heeft uitgevonden. Ook hij kon er wat van. Zeker nu opeens zijn gevoelens voor Eva sinds dé dag lijken te zijn geëxplodeerd. Hij probeerde het te onderdrukken, maar vaak was het mateloos irritant aanwezig. Zeker omdat Eva nergens last van lijkt te hebben. Opvallend was daarom ook dat het juist Eva was die uit het niets met het idee kwam om samen een weekend weg te gaan. ‘Om het één en ander samen uit te zoeken’ had ze plompverloren met een rood hoofd opeens gezegd. Veel woorden had ze er verder niet aan vuil gemaakt. En zo waren ze opeens meerdere avonden zoet geweest met het kiezen van een bestemming. Al die tijd in het midden latend wat de situatie tussen hen nu exact inhield en als de dood dat er ook maar iemand achter zou komen wat er speelt. Waren ze nu samen, of niet echt? Voelde hij meer voor Eva dan zij voor hem? En wilden ze überhaupt echt samen verder, of bleef het zoals het nu was? Konden ze het eigenlijk nog wel, een relatie na alles wat ze hadden meegemaakt? Zeker nu ze alleen zijn. Zonder werk, zonder hun eigen plek in de Ponti, zonder Nico, maar met z’n tweeën, op een eiland op elkaar aangewezen. Het is een interne strijd die hem bezighoudt en onzeker maakt.

Diep in zijn eigen gedachten verzonken, voelt hij opeens een warme hand in zijn hand glijden. Verrast door deze kleine onaangekondigde toenadering van Eva kijkt hij op. Tegelijkertijd kijkt Eva hem aan en de meest prachtige glimlach verschijnt op haar gezicht. Of haar wangen rood zijn door de wat kouder wordende wind of door deze toenadering was hem onduidelijk. Aandoenlijk was het in elk geval wel. Ze knijpt kort in zijn hand. Als ze een klein stukje dichter naar hem toe schuift ploft er met een doffe klap en opspattend zand een voetbal tussen hen in. Een korte gil ontsnapt uit Eva haar keel van schrik. Iets verderop staat een jong meisje van een jaar of 6 hen verschrikt aan te kijken. Wolfs schiet in de lach om de situatie en Eva schenkt het meisje een vriendelijke glimlach, waarna ze de bal in de lucht houdt. ‘Is die van jou?’ Roept ze naar het meisje dat vervolgens met volle overtuiging knikt. Eva geeft de bal een zetje waardoor het de duin afrolt en het meisje grist de bal zo snel als ze kan weg. Net als ze zich heeft omgedraaid om weg te lopen lijkt ze zich te bedenken en draait ze zich nog even terug naar Eva en Wolfs. ‘Dankuwel’ glimlacht ze verlegen en rent dan met de bal onder haar arm weg. Met de glimlach nog op haar gezicht kijkt Eva het meisje na tot het uit haar zicht verdwijnt. Wolfs ziet het. ‘Eef?’ Begint hij en Eva humt wat. ‘Heb je nooit spijt dat je geen kinderen hebt gekregen?’ Het is iets wat hij zich opeens afvraagt nu hij Eva zo naar het meisje ziet kijken. Ze hebben het zelden over zulke persoonlijke onderwerpen. Eva kijkt hem op haar beurt met één opgetrokken wenkbrauw aan. ‘Ik ben pas veertig hé’. Zegt ze dan enkel licht verontwaardigd en laat een stilte vallen. ‘Wie zegt dat ik daar niet alsnog aan zou kunnen beginnen?’ Vervolgt ze als Wolfs haar niet begrijpend aankijkt. ‘Of kan een vrouw van veertig volgens jou geen kinderen meer krijgen?’ Beledigd kijkt ze hem aan en Wolfs voelt dat hij het warm krijgt. Hij vindt het lastig in te schatten wat ze hiermee bedoeld. ‘Er zijn zat vrouwen die nog op hun veertigste aan kinderen beginnen’. Doet ze er nog een schepje bovenop. En Wolfs hersenen draaien op volle toeren. Ook al hadden ze het hier nooit over gehad, hij heeft nooit de indruk gehad dat Eva mogelijk kinderen zou willen. Ook toen ze jaren geleden wel zwanger was geraakt, had ze het in eerste instantie ook niet gewild. Ze zou toch nu niet alsnog kinderen willen? Ze is weliswaar een stuk jonger, maar dan nog.

Net voordat hij volledige kortsluiting krijgt verraad de twinkeling in de ogen van Eva dat ze hem in de maling zit te nemen. Een gigantische grijns verschijnt op haar gezicht als hij zichtbaar opgelucht ademhaalt. ‘Jemig Eef, ik schrik me kapot’. Spontaan pakt ze zijn gezicht tussen haar handen en drukt gepassioneerd een kus op zijn mond. Daarna beweegt ze haar hoofd weer een stukje bij hem vandaan en kijkt hem nog steeds met diezelfde twinkeling in haar ogen aan. ‘Grapje’. Zegt ze dan voordat ze zijn gezicht weer loslaat en geeft hem nog snel een tweede kusje waarna ze weer haar armen om haar opgetrokken benen slaat. Wolfs die volledig verrast deze actie over zich heen liet komen, kan een verliefde glimlach niet onderdrukken. ‘Weet je het zeker?’ Vraagt hij er dan toch niet helemaal gerust op. Eva knikt. ‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik moeder wilde worden. Als het destijds wel zo had mogen zijn die zwangerschap, dan was ik daar toen echt wel voor gegaan. Maar dat was niet zo, en dat is oké. Mijn werk is belangrijk voor me’. Even houdt ze in en lijkt kort te twijfelen. ‘Jij bent belangrijk voor me’. Vult ze zachtjes aan. Ze kijkt hem aan en Wolfs voelt een warme gloed door zijn lichaam stromen. Heel even heeft Eva haar bekende masker laten zakken en dat ze hem dit vertelt doet hem goed. Zijn interne strijd ebt langzaam weg. Hij legt zijn hand op haar knie, maar het lijkt erop dat Eva van mening is genoeg te hebben gedeeld en nog voordat zijn hand daadwerkelijk de knie raakt, is ze opgesprongen. ‘Het wordt koud, we gaan’. Klinkt de mededeling. Ze klopt het zand van haar broek en laat zich soepeltjes van de steile duin glijden. Wolfs kijkt haar na, wederom hoofdschuddend, maar met een enorme glimlach. Eva is echt de meest ingewikkelde en bijzondere vrouw tegelijkertijd die hij ooit is tegengekomen.

18.00 uurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu