8

99 8 5
                                    


Wolfs was weggegaan. Hij was écht weg dit keer. Als aan de grond genageld was ze nog enkele minuten blijven staan. Ze had zich verloren gevoeld. De belangrijkste man in haar leven was weggegaan en het was haar eigen schuld. Na al die jaren was dit de druppel. Hij zou niet meer terugkomen. Ze slikte. Tranen welden op. Ze kon maar niet begrijpen hoe hij al die tijd alles had geweten over de pension-moorden en over Tjong, zonder ook maar iets aan haar te vertellen. Al die tijd was ze ermee bezig geweest en dat wist Wolfs. Ze kon dit ook zonder hem. Ze had hem niet nodig. Het belangrijkste was dat ze meer te weten zou komen over Maurice. Dat was ze hem verschuldigd. Ze balde haar handen tot vuisten en kneep zo hard ze kon. Het verloren gevoel verdween en een standvastige blik in haar ogen ontstond. Ze veegde de tranen uit haar ogen en beende de Ponti uit. Op weg naar Tjong. Ze wist waar ze hem kon vinden.

Binnen een kwartier stapte ze het statige hoge gebouw binnen aan de Boschstraat, nog geen kwartier lopen bij de Ponti vandaan. Het was al laat op de avond geweest en rustig op straat. Het gebouw, een pension, was stil en deels verlaten vanwege de tijd van het jaar en de doordeweekse werkdag. Ze sloop de trappen op naar kamer 4-18 op de bovenste verdieping zoals ze had ontcijfert vanuit de cijferreeksen. Het was een gok, maar ondertussen ging ze ervanuit dat Tjong iedere keer al een aantal dagen voor de moord in het betreffende pension verbleef. Ze had alle cijferreeksen teruggebracht naar een oplossing en iedere oplossing stond voor een adres waar een pension op gevestigd was met een kamernummer. Iedere keer kamernummer 18 op de hoogste verdieping. Ze had even moeten slikken toen kamernummer 4-18 in haar gezichtsveld verscheen. Ergens was ze zich ervan bewust dat niemand zou weten dat ze hier was. Stel dat er wat gebeurde? Wolfs was er altijd, of in elk geval in de buurt, maar nu was ze alleen. Echt alleen. Geen back-up, geen arrestatieteam stand-by, geen Zitman die wist waar ze was en vooral, geen Wolfs. Maar echt doordringen deed het niet. Ze was hier met een doel. Tjong. Ze pakte haar wapen en hield het schietklaar omhoog. Nog één flinke teug lucht en zonder zich nog te bedenken duwde ze met haar elleboog de klink naar beneden. Ze draaide de kamer in met het wapen voor zich uit. En daar zat hij, in de stoel. Duidelijk in afwachting van haar. De deur viel achter haar weer dicht. ‘Zo, Eva. Daar ben je dan. Ik was al bijna bang dat je me niet zou vinden’. Een koude rilling was over haar rug gegleden bij het horen van zijn stem. Er zat een ondertoon in die onheilspellend aanvoelde. Ze vouwde haar handen steviger om haar wapen. ‘Ik wil antwoorden’. Haar stem klonk onvast. Voor het eerst had ze zich oprecht afgevraagd waar ze aan was begonnen, maar ze kon niet terug. Nu niet meer. Met een geniepig lachje keek hij haar aan. Langzaam stond hij op terwijl hij Eva bleef aankijken. ‘Ik wil ook weleens wat, Eva’ Heel langzaam beweegt hij in haar richting, zich niets aantrekkend van het getrokken wapen van Eva. ‘Ik wilde bijvoorbeeld bij jou in je pension logeren, maar dat mocht ook niet’. Tjong kwam steeds dichterbij en haar hart klopte ondertussen wild in haar borstkas. ‘Blijf staan’. Zei ze dit keer met een minder onvaste stem, maar Tjong leek hier geen gehoor aan te geven. Hij liep nog steeds even langzaam op haar af. Uit een natuurlijk reflex stapte ze achteruit. ‘BLIJF STAAN’. Riep ze nu duidelijk. Tjong bleef haar doordringend aankijken en in zijn ogen zag ze dat hij maar op één ding uit was; en dat was zij. ‘Je hebt Maus volledig in de steek gelaten, Eva. Je hebt hem laten wegrotten in de kliniek en daarna bij die oom en tante van je. Maus heeft jou dat nooit vergeven’. Een steek ging door haar hart toen hij het zei. En terwijl ze zijn woorden over zich heen liet komen stapte ze iedere keer een stukje naar achteren zodra hij een stukje dichterbij kwam. Het was pure razernij wat ze in zijn ogen zag. Hij wilde haar dood hebben. Dat besefte ze zich nu. Het ging hem om haar. ‘Door jou is Maus dood. Door jou was Maus zo geworden. Je wilde toch alles weten over hem? Maus hááte jou, Eva. Hij had een hekel aan jou gekregen’. De woordenstroom om haar kapot te maken ging door, en het lukte. Ze voelde zich zwak, verslagen. Nog een stap zette ze naar achteren en daarmee voelde ze de vensterbank van het lage raam in de achterkant van haar bovenbenen duwen. Ze kon niet verder en Tjong stond slechts een meter bij haar vandaan. Vlug keek ze achterom. Het raam was open, geforceerd, want normaal moest dat niet kunnen op zo’n hoogte. Ze werd spontaan misselijk bij het zien van de diepte achter zich. Tjong stond ondertussen met zijn borst tegen de loop van haar wapen en keek dwars door haar heen. ‘Schiet dan, Eva’. Klonk Tjong zijn stem, gevolgd door dat enge, akelige lachje. Ze was totaal bevroren, haar benen leken wel van elastiek. Ze kon zich niet meer verdedigen. Deze man wilde haar dood hebben en hij zou niet stoppen voordat hem dat gelukt was. In een fractie van een seconde sloeg hij het wapen uit haar hand. Een soort oerkracht kwam in haar los en ze dook op hem af. Ze wilde niet dood. Maar Tjong is veel groter en sterker waardoor de impact van zijn duw haar uit balans bracht. Ze voelde opnieuw de vensterbank drukken in haar benen en haar bovenlichaam kantelde gevaarlijk ver uit het raam. Vliegensvlug greep ze met beide handen de kozijnen vast, maar het was te laat.

18.00 uurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu