10

69 8 4
                                    

Beiden kauwend op een broodje staan Marion en Romeo ontspannen tegen de politieauto geleund. Even pauze van het surveilleren in de stad. ‘Ga je nog wat leuks doen dan, op je vrije dag?’ Vraagt Romeo aan Marion. Ze hadden eigenlijk het hele weekend vrij, maar vanwege een tekort waren ze beiden opgeroepen voor een extra dienst vandaag. Ze denkt zichtbaar na terwijl ze haar hap doorslikt. ‘Nou, toevallig wel. Frits vertelde gisteravond dat hij een vriendin heeft. Dus ik heb hen uitgenodigd om te komen eten’. Ze stopt even met praten, maar gaat dan toch verder. ‘Ik had tenslotte toch niets te doen’. Met de laatste opmerking doelt ze hoorbaar op de eerdere afwijzing van Eva die haar uitnodiging om weer eens samen wat leuks te doen had afgeslagen. ‘Wat leuk voor Frits!’ Negeert Romeo vakkundig de laatste opmerking. ‘Ja leuk hé, ik ben benieuwd. Ik heb vanmorgen alle boodschappen al ingeslagen en ga een keer uitgebreid koken. Het is niet zo vaak dat er mensen komen eten’. Vertelt Marion dan enthousiast. Romeo kijkt haar gemaakt beteuterd aan. ‘Maar je nodigt mij nooit uit om te komen eten’. Klinkt dan zijn zielige stem. Het toneelstuk wordt extra aangedikt door een pruillip. Marion slaat Romeo speels tegen zijn schouder en lacht. ‘Als je wil mag je ook komen hoor, morgenavond’. Biedt Marion spontaan aan en Romeo schiet in de lach. ‘Dat wil ik de kersverse vriendin van Frits niet aan doen. Het lijkt me al spannend genoeg om alleen je nieuwe schoonmoeder te ontmoeten, laat staan ook nog haar collega van de politie.’ Knipoogt Romeo en beiden moeten lachen. De krullen van Marion bewegen vrolijk mee. Hij is blij om te zien dat het na de lastige periode weer goed met haar gaat. Steeds vaker ziet hij haar weer ongedwongen lachen, écht lachen. En als ze dat doet dan dansen haar krullen altijd mee.

‘Wat ga je maken?’ Vraagt Romeo geïnteresseerd. Ondertussen scant hij met zijn ogen de straat af. Het is rustig voor een zaterdagmiddag. Naast hem humt Marion bedenkelijk, op zoek in haar geheugen naar het complete menu dat op de planning staat voor morgen. Ze veert omhoog wanneer ze het zich lijkt te herinneren. ‘Ja! Ik maak zelf bruschetta voor bij de paprika-tomatensoep en.. OH!’ Met iets wat klinkt als een geschrokken angstkreet stopt abrupt haar zin. Haar enthousiasme slaat om in een licht paniekerige toestand en ze slaat haar hand voor haar mond terwijl ze Romeo verschrikt aankijkt. Uit automatisme kijkt Romeo op zijn beurt geschrokken om zich heen, maar het is nog even rustig als daarnet. ‘Wat is er?’ Maar Marion blijft zonder te reageren geschrokken met haar hand voor haar mond voor zich uit staren. Een bezorgd gevoel overvalt Romeo. Misschien is dit toch weer een paniekaanval. Hij pakt haar bij haar schouder. ‘MARION, WAT IS ER?!’ Roept Romeo bezorgd en voor de zekerheid kijkt hij nogmaals beroepsmatig om zich heen. ‘Ik heb helemaal geen staafmixer, die is stuk’. Marion kijkt er wanhopig bij en Romeo kijkt haar ongelovig aan. ‘Serieus Marion?! Ik schrik me echt hélemaal kapot’. Boos kijkt hij haar aan. Marion haar wanhopige gezicht maakt plaats voor een brede glimlach als ze zich beseft dat ze Romeo zojuist de stuipen op het lijf heeft gejaagd. ‘Oh sorry, Romeo, maar ik heb wel écht een staafmixer nodig’. Grinnikt ze en Romeo leunt hoofdschuddend tegen de auto. ‘Heb jij geen staafmixer die ik kan lenen?’ Hoopvol kijkt ze Romeo aan die nog aan het bijkomen is van de schrik ‘Nee, waarom zou ik? Ik maak geen soep’. Een ergerlijke zucht van Marion volgt. ‘Mannen’. Romeo draait met zijn ogen en stapt in de politieauto en gooit de deur direct dicht. Marion blijft met haar armen over elkaar tegen de politieauto staan en lijkt geen aanstalten te maken om ook in te stappen. Romeo doet zijn deur weer open. ‘Stap in’. Commandeert hij dan toch vriendelijk. ‘Waarom?’ Maar nog voordat de vraag uit haar mond is gekomen gooit Romeo de deur weer dicht. ‘Wolfs heeft vast wel zo’n staafmixer, die kookt graag’. Klinkt het dan vanuit de politieauto.

Behendig stuurt Romeo een aantal minuten later de politieauto de straat van de Ponti in. Het was niet ver van waar ze op dat moment aan het surveilleren waren en in de hoop dat er inderdaad een staafmixer aanwezig is, leek het Romeo een goed idee om dat ding dan maar direct even op te halen. Hij had geen zin in een nog vier uur durende dienst met een partner die zich zat op te vreten omdat ze geen staafmixer heeft. Met de neus van de auto enkele centimeters bij de voordeur van de Ponti vandaan stopt hij de auto. ‘Anders parkeer je ‘m even binnen joh’. Moppert Marion. ‘Wolfs is dit weekend helemaal niet thuis, Romeo’. Moppert ze verder, maar Romeo is al uitgestapt en belt aan. ‘Ik denk niet dat Eva opeens de keukenprinses zal uithangen dit weekend’. Grinnikt Romeo, wetende dat Eva nooit kookt. ‘En ik neem toch aan dat zelfs Eva wel weet wat een staafmixer is’. Ook Marion grinnikt nu om de laatste opmerking. De deur zwaait open. Nico staat in de deuropening en onder de capuchon van diens roze hoodie pieken wat bruine krullen vandaan. ‘Komen jullie mij alsnog een bekeuring geven?’ Achterdochtig kijkt Nico de twee agenten aan en ziet dan hoe dichtbij de politieauto staat. ‘Jullie staan mooi dichtbij geparkeerd zie ik’. Romeo, die maar voor één doel hier is -de staafmixer- negeert beide opmerkingen en stapt ongevraagd langs Nico naar binnen. ‘We komen voor de staafmixer’. Klinkt het als zijnde mededeling. En doelgericht loopt hij naar beneden, Marion en een verbaasde Nico achter zich latend. Marion lacht vriendelijk als Nico met diens arm uitnodigend naar binnen wijst. ‘Kom anders even binnen’. Mompelt Nico er dan zachtjes en snelt achter de twee agenten aan die opeens onaangekondigd in de keuken van de Ponti staan. ‘Is Eva niet thuis?’ Is Marion de eerste die opmerkt dat Eva niet aanwezig is. Nico gaat ongemakkelijk met diens handen in de zakken van de hoodie staan. ‘Die is even naar de supermarkt’. Het komt er wat twijfelachtig uit. Marion kijkt verbaasd. ‘Jij had toch gisteren boodschappen gedaan?’ Herinnert ze Nico eraan dat ze elkaar gisteren al tegen kwamen met boodschappen. ‘Uh, ja, ik was wat vergeten, maar wat is er met de staafmixer?’ Probeert Nico zichzelf uit de benarde situatie te helpen. ‘Die van Marion is stuk, en ze heeft er écht één nodig dit weekend’. Klinkt het van achteruit de keuken waar Romeo nu ongevraagd alle kastjes open trekt. ‘Ik heb een staafmixer nodig, en we dachten dat Wolfs er vast wel één zou hebben. Zouden we die mogen lenen, denk je?’ Vult Marion vriendelijk vragend aan. Nico haalt de schouders op en volgt Romeo die de zoektocht staakt en bij hen komt staan. ‘Heeft Wolfs geen staafmixer?’ Wederom haalt Nico de schouders op. ‘Geen idee, Wolfs kookt altijd’. Daar was geen woord aan gelogen. ‘Anders wachten we wel even op Eva, misschien dat zij het weet’. Oppert Marion en bij Nico breekt het zweet ter plekke uit. ‘Ik bel Wolfs anders wel even. Ik denk dat Eva het ook niet weet hoor’. Is het eerste wat er in Nico op komt en pakt direct diens telefoon erbij. Terwijl Marion en Romeo hen aanstaren gaat de telefoon over. Wolfs naam en profielfoto van WhatsApp staan angstvallig lang in beeld terwijl de telefoon maar over blijft gaan. Net als Nico het wil opgeven verdwijnen de naam en foto van Wolfs uit beeld en laadt het videobel-scherm. Nog voordat het zwarte beeld geladen wordt en Wolfs zijn hoofd in beeld zou moeten komen, hoort Nico een vrolijke stem die hen uit duizenden herkent. Vliegensvlug drukt Nico het gesprek weg, maar zowel Marion en Romeo kijken bedenkelijk op. ‘Hoorde ik nou Eva?’

18.00 uurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu