Christine

12 1 0
                                    

"Tot volgende week," zei ik tegen meneer Brandsma.

Hij keek op van zijn laptop. Zijn warrige grijze haar, gekreukelde kleren en enorme wallen gaven hem een vermoeide uitstraling. Van Jessica, mijn collega, had ik gehoord dat hij samen met zijn vrouw een doos met kittens langs de weg had gevonden en nu voor hen zorgde. "Ja, tot volgende week."

Hij schoof zijn bril van zijn neus en wreef met beide handen over zijn gezicht. Vandaag was hij twee keer in slaap gesukkeld. Jessica en ik hadden hem geholpen door enkele van zijn taken over te nemen. Dit was geen probleem, want ik hield van mijn baan. Het allerleukste vond ik om de boeken te sorteren. Ik genoot ervan om hun gewicht in mijn handen te voelen en hun geur op te snuiven. Wanneer een kaft mijn interesse wekte, maakte ik een foto en zocht het boek daarna in de bibliotheek op.

Op mijn hakken draaide ik me om en slenterde de winkel uit om mijn weg naar de skatebaan te vervolgen. Na uren in gezelschap van mensen te hebben doorgebracht, was ik nog niet klaar om die in te ruilen voor de stilte van mijn huis.

Ik snoof. Wie hield ik voor de gek? Ik ging erheen in de hoop een glimp van Vlinder op te vangen. Zij was als een felle lamp in een donkere nacht, en ik was als een mot die onvermijdelijk naar het licht werd getrokken. Het enige verschil was dat ik, in tegenstelling tot de mot, wist dat ik niet te dichtbij moest komen. Desondanks kon ik mezelf niet helpen. Ik moest me branden aan haar licht. Het was het enige wat me kon troosten.

Blijkbaar was Aimee zich daar ook van bewust, want tot mijn grote verrukking was Vlinder aanwezig. Ze rolde over een obstakel dat ik gemakshalve een betonnen glijbaan noemde. Volgens Vlinder behoorde het tot één van mijn minpunten dat ik de termen niet kende, en ze was zelfs zo ver gegaan om me dit minpunt af te leren. Tevergeefs, aangezien ik erg gehecht was geraakt aan haar geïrriteerde uitdrukking wanneer ik het verkeerde zei.

Ik zocht een plekje op zodat ik ongegeneerd naar haar kon staren. Niemand begreep beter dan ik dat Vlinder de kunst van het skaten volledig onder de knie had, en toch wist ze me telkens weer te verwonderen. Ze bezat een bepaalde souplesse in de manier waarop ze wentelde en sprong, alsof ze met het skateboard geboren was.

Aan het eind van haar routine reed ze naar een jongen die ik niet kende en gaf hem een high five. Om niet volledig als een stalker over te komen, koos ik ervoor om de rest van mijn tijd aan mijn huiswerk te besteden. Ik graaide in mijn tas naar mijn boek en schrift en boog me over de wiskundeformules. Een schaduw danste over mijn papier terwijl ik net bezig was met een moeilijke som. Nieuwsgierig hief ik mijn hoofd op, en mijn adem stokte. Voor me stond niemand minder dan Vlinder. Haar voorhoofd was een beetje bezweet, en een paar druppels gleden langs haar schattige neus. De zon gaf haar huid een droomachtige gloed, en zonder erbij na te denken, bevochtigde ik mijn lippen.

"Wat ben je aan het doen?" haar stem haalde me uit mijn trance, en ze plofte naast me neer. Al snel bevond ik me weer in een nieuwe trance, door de manier waarop ze erbij zat.

Haar skateboard stond verticaal omhoog, en met haar rechterarm leunde ze erop, terwijl haar linker enkel op haar andere been rustte. Het gaf haar een nonchalante en tegelijk geïnteresseerde uitstraling, alsof de hele wereld haar gestolen kon worden en ik het fascinerendste wezen op deze planeet was. Mijn wangen begonnen te blozen.

"Nou?" ik ontving een teder tikje van haar schoen.

"Huiswerk," stammelde ik.

Ze knikte begrijpend. "Hoe laat is je moeder thuis?"

"Laat."

"Heb je misschien zin om met ons te gaan eten?"

"Ons?"

Op zoek naar jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu