Pip

28 2 0
                                    

Voor Celine was het geluid van de deurbel als de eerste hap van een versgebakken cake. Althans, deze specifieke deurbel, want die was vol hoop en opwinding. Het signaal kondigde namelijk de aanwezigheid van mijn vriendje aan, de persoon op wie Celine – sinds mijn geboorte – had gewacht.

Ze vertoonde dan ook een onmiskenbare gelijkenis met een trouwe hond die na lange tijd weer met zijn baasje herenigd werd. Vol bezieling sprong ze op van haar stoel, waardoor de afstandsbediening van haar schoot gleed. Haar hand klemde zich stevig om mijn arm en haar nagels priemden door mijn trui. Sissend duwde ik mijn koptelefoon naar beneden en ving nog net de vage tonen op van de anime die ik aan het kijken was.

"Oh Pips, je vriendje is er," ze bleef aan mijn arm trekken. "Zal ik opendoen?"

Wanhopig speurde ik met mijn ogen naar Diana, die met haar laptop aan de keukentafel zat, en smeekte haar stilzwijgend om bijstand. Een glimlach speelde om haar lippen en ik vroeg me af wat haar zo amuseerde aan de situatie.

"Dat kan ze prima zelf," zei ze met een knipoog en ze stond op om haar vrouw terug in haar stoel te zetten.

Hierdoor kreeg ik eindelijk de gelegenheid om de voordeur te openen. Thijmen oogde in één woord onberispelijk. Zijn krullen waren zorgvuldig bijeengebonden, zijn nagellak was tot in de puntjes verzorgd, en om zijn pols schitterden diverse armbanden. De warme, bruine spijkerjas accentueerde zijn vriendelijke uitstraling, terwijl de zwart gescheurde broek en bijpassende sneakers een sportieve toets toevoegden.

"Hallo, liefje," nonchalant vlijde hij zich tegen de deurpost, "ik heb speciaal voor de gelegenheid mooi weer meegenomen."

Met een lichte hoofdknik wees hij naar de zon, die met haar stralen de wereld omhelsde.

"Hmm," was mijn reactie op de bijnaam.

"Waar kan ik deze," vroeg hij, terwijl hij een stapje terugdeed en naar de fiets gebaarde die naast Diana's auto stond, "plaatsen?"

"Je kunt hem daar laten staan."

"Top. Mag ik nu binnenkomen?"

"Indien je dat werkelijk wilt," ik voegde er nog een schepje bovenop door het stille gebed naar Manasse te gebaren.

"Nu niet meer."

"Ik vrees dat het te laat is."

"Ik kan nog rennen."

Het was alsof Celine ons gesprek heimelijk had gevolgd, want precies op dat moment stormde ze de gang binnen. Uit de achtergrondgeluiden meende ik op te maken dat Diana tevergeefs probeerde haar echtgenote aan te manen ons met rust te laten, maar deze leek doof voor haar woorden. Met een enthousiaste kreet vloog ze Thijmen om de hals, alsof ze hem al jaren kende, en zong. "Welkom in de familie!"

"Eh," stammelde de ongelukkige jongen. Ongemakkelijk zocht hij mijn hulp, en ik haastte me om hem uit de omhelzing – of wurggreep – te verlossen.

"Rustig aan, schat," zei Diana terwijl ze zich bij ons voegde en haar vrouw bij de arm nam, vermoedelijk om te voorkomen dat ze Thijmen opnieuw in een verstikkende omarming – of wurging – trok. "We willen graag dat hij vaker over de vloer komt."

Diana stak haar hand naar hem uit, maar hij leek inmiddels voorzichtig te zijn geworden. Op gepaste afstand stelde hij zichzelf voor.

In een poging hem te kalmeren – ik wilde immers niet dat hij na deze ontmoeting onze afspraak zou afzeggen – krulde ik mijn vingers om zijn arm en vroeg of alles in orde was.

Thijmen bevestigde dit. Zijn hand gleed door zijn haar, waardoor enkele krullen uit zijn staart loskwamen.

"Maak je geen zorgen, dit is hoe Ce-"

Op zoek naar jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu