Andy

34 1 0
                                    

De tijd tikte genadeloos door, waardoor ik er niet meer onderuit kon. Het was zondagmiddag en ik had afgesproken met Xander.

Met tegenzin fietste ik door een rustige buurt, waar middenin een kleine speeltuin lag met slechts een glijbaan en twee schommels. Voor een huis dat er net zo uitzag als alle anderen, stopte ik en drukte op de deurbel. Een diep geblaf doorbrak de stilte en mijn gezicht verbleekte. Xander opende de zware deur en nog voordat ik er erg in had, stormde een enorme boxer op me af. Mijn hartslag schoot omhoog en vlugger dan een Formule 1-auto sprintte ik weg.

"Rocky! Af!" commandeerde Xander.

Pas nu ontdekte ik dat het gedrocht me niet meer volgde. Hij stond krachtig tussen Xander en mij in. Zijn baas riep nogmaals en gehoorzaam keerde het gedrocht terug naar huis. Met zijn voet sloot Xander de deur en leunde er met zijn schouder tegenaan. Mijn ademhaling was nog altijd gejaagd en het hielp niet dat ik het gedrocht hoorde blaffen.

Ik sloot mijn ogen en kneep in de brug van mijn neus. Langzaam ademde ik in en uit, in en uit, in en uit. Het duurde twintig seconden voordat ik weer gekalmeerd was. Al die tijd had Xander me geobserveerd. Een rimpel lag op zijn voorhoofd en zijn linker mondhoek leek last te hebben van een tic.

"Je bent bang voor honden," de ironie droop van zijn stem.

Het tweedehandsspruitje.

"Nope, zeker niet."

Zijn linker mondhoek gleed weer omhoog.

"Wat?"

"N-niets, het is alleen," hij schraapte zijn keel, "het verrast me, omdat ik ervan uitging dat je nergens bang voor was."

"Is dat een compliment?"

"Nee," zijn vingers wreven over zijn hals, "meer een opmerking," zijn blik dwaalde af naar de deur, waar dat gedrocht nog altijd achter stond te blaffen. "Jij blijft hier. Dan sluit ik de hond op. We willen natuurlijk niet dat je wordt opgegeten."

Ik stak mijn middelvinger naar hem op. Xander lachte, en nadat hij dat gedrocht had opgesloten, liet hij me binnen. Hij leidde me eerst naar de keuken, waar ik kennismaakte met zijn moeder.

Neuriënd stopte ze de flessen in een boodschappentas en begroette ons met een vrolijke, "Hallo."

Ze schoof haar zoon min of meer aan de kant, zodat ze zich aan mij kon voorstellen. "Irene, de moeder van Xander."

"Andy."

"Leuk om je te ontmoeten."

De woorden klonken oprecht en ik spiekte naar mijn charmante zielsverwant. Dus hij had niet over mij gesproken.

"Jullie moeten samen een presentatie maken, toch?"

Ah, hij had het toch over mij gehad.

"Ja," en we zijn zielsverwanten.

"Succes. Presentaties waren nooit mijn ding."

"De mijne ook niet."

Ik mocht haar, besloot ik op dat moment.

"Hé," dit was gericht op Xander, en ze sloeg hem met een fles tegen zijn hoofd – ik mocht haar zeker, "ik ga boodschappen doen. Kan ik wat lekkers voor jullie meenemen?"

Spontaan begon mijn maag te knorren en beschaamd legde ik mijn handen op mijn buik, in de hoop het geluid te dempen.

Mango's.

"Dat vat ik op als een ja," haar ogen glommen, alsof ze blij was ons te verwennen.

Misschien was dat iets moederlijks, en ik vroeg me af of mijn eigen moeder ooit zoiets had gedaan. Ik herinnerde het me niet meer en dat stak. Nooit had ik verwacht dat de tijd zo genadeloos was en ieder detail uitwiste.

Op zoek naar jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu