Verbaasd opent Alana haar mond. "Ongelooflijk," zegt ze zachtjes. Ze schudt haar hoofd. "Hoe kan hij dat doen?" fluistert ze. "Die onbeschofte eikel!"
Boos sluit ze haar boek.
Haat kijkt haar geamuseerd aan. Alana legt het boek met een zucht op het bed. Haat kijkt glimlachend over zijn boek naar haar. De gevaarlijke demon rust kalmer dan ooit in de rode zachte sofa. Hij kijkt weer naar de bruine bladeren van zijn boek.
"Ga je me nog vertellen waarom je zo opgewonden bent?" vraagt Haat geamuseerd. Alana kruist haar armen.
"Dat boek... het is een hele reeks beproevingen en uitdagingen die hij doorstaat en dan uiteindelijk aan het einde. Het einde," herhaalt ze opgewonden, "pleegt hij zelfmoord. Waarom zou hij dat doen als hij eerst alles doorstaat?"
Haat glimlacht geamuseerd.
"Misschien had hij een vervelende dochter", zegt hij plagend. Alana kijkt hem verbaasd aan. Haar mond valt open.
""Je bent ongelooflijk", mompelt ze. "Wat een eikel", beledigt ze en gooit haar hoofdkussen naar hem. Haat grinnikt geamuseerd. De afgelopen weken had ze meer tijd dan ooit met hem doorgebracht. En vreemd genoeg was hij anders; zacht... lief... Ze tolereert hem zelfs nu.
Sinds haar overlijden, of bijna overlijden, leek hij soms zelfs bezorgd... Hij liet haar rondlopen, uiteraard met bewaking, ook al dacht hij dat zij dit niet merkten. Hij liet haar zeggen en doen wat ze eigenlijk wilde.
Ze had zelfs de mogelijkheid om te kiezen waar ze wilde slapen. Bij hem, in Desam's kamer of in een lege kamer.
Momenteel sliep ze bij hem. Ze kon het niet aan om in Desams bed te slapen zonder Desam...
Ze twijfelt soms aan zijn oprechtheid, maar ze klaagt momenteel niet. Ze is dankbaar dat hij zo anders is. Zo... aangenaam bijna. Doet hij dit met voorbedachte rade? Uiteraard. Haat deed alles met voorbedachte rade. Maar waarom? Wat was er veranderd? Misschien beeldt ze het zich niet in. Misschien klopt zijn hart effectief en doet Reki zijn best om de bovenhand te krijgen. Misschien is hij aardig geworden omdat Reki dit zo wil. Zou dat kunnen?
In stilte kijkt ze op. Ze voelt zijn starende blik op haar gericht. Voor een moment lijkt het alsof de tijd stilstaat. Zonder iets te zeggen kijken ze elkaar diep in de ogen.
"Weet je", begint Haat, slikkend, maar hij stopt. Alana glimlacht vriendelijk. Zuchtend staat Haat op. Hij komt naast haar zitten. Alana kijkt hem zacht aan.
Weet u, een ridder ontvangt een ring op de dag dat hij tot ridder wordt geslagen. Elke ring is persoonlijk vervaardigd en gegraveerd, en het is de bedoeling dat u deze draagt tot uw overlijden. Soms geven ridders de ringen door aan hun zonen, hun opvolgers als het ware. Niet omdat ze familie zijn, maar omdat ze het verdienen."
Haat opent zijn hand. Alana's ogen worden groot. Zijn ring siert in zijn handpalm.
"Ik heb geen zoon, maar jij bent beter", glimlacht hij vriendelijk.
"Haat... Bedoel je dat...." Alana slikt. Wat in hemelsnaam is er aan de hand?
Haat neemt haar hand. Voorzichtig schuift hij zijn ring om haar vinger. Alana glimlacht. Tranen schitteren in haar ogen.
"Hij is een beetje groot", merkt ze op.
"Hij zal wel aan je wennen... kleintje", fluistert Haat. Alana omhelst hem voorzichtig. Haat legt zijn ruwe kin op haar schouder. Hij kust haar voorhoofd.
"Ik doe hem nooit uit" belooft ze plechtig. Tevreden knikt Haat. Hij staat langzaam recht. Zijn lange bruine haren wuiven in de lentebries.
"Haat," roept ze. Haat draait zich om. "Dankjewel," fluistert ze. Haat knikt.
"Ik ben straks terug," stamelt hij en verlaat de kamer. Alana kijkt naar de zware zegelring om haar vinger. Is dit net echt gebeurd? En wat is er net echt gebeurd?
Diep in gedachten wandelt Haat door de gangen. Waarom had hij dat net gedaan? En waarom voelde het zo... Zo anders.
"Kom op Haat, je laat toch echt niet Reki de bovenhand krijgen" gromt hij plagend. Zijn stem is plotseling laag. Grommend schudt hij zijn hoofd. "Je hebt geen kans" fluistert hij zachtjes.
Verbaasd kijkt Katara op.
"Welkom" zegt ze. "Kom je me nog eens bezoeken?" vraagt ze. Haat mompelt tussen zijn tanden.
"Wat is er aan de hand, heb je slecht geslapen?" vraagt ze spottend. Haat grijpt abrupt haar strot.
"Wat heb je met mij gedaan?" sist hij tussen zijn tanden. Zijn diepe, lage stem laat Katara beven. Ze schudt haar hoofd. "Vertel me, wat heb je gedaan?" sist hij.
Plotseling laat hij haar los en stapt achteruit.
"Denk er niet aan", sist hij.
"Denk aan wat?", vraagt Katara niet begrijpend.
Haat plaatst zijn handen in zijn nek en grommend stapt hij weer naar haar toe. Katara stapt wantrouwend achteruit. Haat grijpt haar schouders en drukt haar tegen de muur. "Doe het niet", bromt Haat.
"Doe wat niet", roept ze verward. Haat gromt.
"Hou je verdomde bek! Je hebt het recht niet om hier te spreken. Ik ben de opperdemon. Ik ben de meester van jullie." Hij laat haar abrupt los.
"Denk niet dat je enige kans hebt... piratenprins", brult hij diep. Verbaasd opent Katara haar mond. Is hij... tegen zichzelf aan het praten? Tegen Reki? Maar... is hij... aan het vechten met zichzelf? Met Reki? Het lijkt een innerlijke strijd om macht. Om de bovenhand. Ze moet iets doen.
""Teddybeer," fluistert ze en legt haar hand op zijn kaak. Hij kijkt haar plotseling aan. Zijn diepe, donkere blik ontmoet de hare. Katara glimlacht geruststellend.
"Je lijkt gestrest. Kan ik iets doen?"
"Ik ben niet gestrest. Jij... jij hebt dit gedaan. Jij hebt hem hier gebracht, zegt Haat. Katara slikt.
""Laat mij je gedachten ergens anders naartoe brengen," fluistert ze. Ze moet Reki meer tijd geven. Hoe dan ook! Haat kijkt haar doordringend aan. Katara wrijft zachtjes over de punt van zijn oren. Een zachte grom weerklinkt in zijn keel. Voorzichtig kust ze zijn lippen.
"Wat er ook is, Haat... Ik ben ervan overtuigd dat ik het kan oplossen. Laat mij het oplossen... alstublieft... Ik smeek u..." Haat gromt diep. Verdomde heks! Ze wist altijd hoe ze hem in een mum van tijd kon opwinden! Voorzichtig opent ze zijn broek. Haat sluit zijn ogen even. Hij ademt langzaam en diep in en uit. Katara kijkt tevreden op. Het lijkt alsof hij tot rust komt. Precies wat ze nodig had. Als Reki tegen de demonen aan het vechten was, moest ze hem tijd geven. Hoe dan ook, misschien kan hij dit gevecht winnen zonder dat Alana hem hoeft aan te vallen. Haat tilt haar abrupt op. Nerveus kijkt ze hem aan.
"Zoals de dame wenst," fluistert hij en tilt haar voorzichtig in zijn armen. Kreunend sluit Katara haar ogen. Uiteraard kon hij het niet weerstaan. Ze kent zijn zwaktes en zijn gevoelige plekjes. En nu... Nu kwam dat van pas. Happend naar lucht sluit ze haar benen rond hem.
"Haat" kreunt ze. Hij duwt haar rug tegen de muur. "Alstublieft" smeekt ze opnieuw waarop hij grommend binnendringt.
Wat hem ook dwarszat... Katara had zijn gedachten elders gebracht. Hij zou later wel een oplossing zoeken voor zijn probleem. Op dit moment was het weer stil in zijn hoofd. Geen verschillende stemmen die tegen hem spraken...
Alana staart zwijgend door het raam. In gedachten probeert ze te overlopen wat er gebeurd is. Het afgelopen jaar is er echter zoveel gebeurd. Zoveel dat ze het amper kan plaatsen. Het lijkt bijna een droom. Maar dat is het niet. En ondanks dat ze Desam mist. Ondanks dat ze rouwt om hem, kan ze het niet laten om heel even aan Heinrich te denken. Wat is dat toch met haar?! Haar ware liefde is net gestorven. Vermoord... Maar haar vader lijkt zo anders nu. Zo... vaderlijk. Hoe kan hij nog steeds haar vijand zijn? Wat moet ze nu doen? Ze was zo zeker van alles. Zo zeker van wie hij was. En nu... Nu is hij zoveel meer. Meer dan ze ooit had gedacht.
Zuchtend slaat ze haar armen over elkaar. Kon ze maar even met Katinka praten. Zij zou wel weten wat te doen. Of haar moeder... Godin weet of die nog leeft! Haat wrijft troostend over haar armen. "Alles in orde, lieverd?" Alana knikt zwijgend. Ze rust haar hoofd tegen zijn schouder.
Katara bladert langzaam door het dikke boek. Ze kan nog steeds niet geloven dat Haat haar oude dagboek heeft teruggevonden. Haar mond krult in een glimlach. Op één van de pagina's siert een portret van Reki. Katara wrijft mijmerend over de tekening.
"Oh Reki," fluistert ze liefdevol. "We zullen weer samen zijn. Dat weet ik nu," belooft ze plechtig. Ze kijkt hoopvol naar de deur. "Sneller dan je denkt."
JE LEEST
𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙
Fantasy**LAATSTE DEEL VAN 4** De koning is dood... Lang leven de koningin. Lang leven de nieuwe koning! Kan hij hen echter bevrijden? Kan hij haar bereiken? Zij, de uitverkorene, is aangekomen. Haar tijd is aangebroken. Zij is de enige die hen kan redden...