⚜️𝕭𝖊𝖕𝖗𝖔𝖊𝖛𝖎𝖒𝖌𝖊𝖓&𝕾𝖙𝖗𝖆𝖋𝖋𝖊𝖓

4 0 0
                                    

De gangen weergalmen met luid geroep. De geur van ontbinding ontsnapt door alle kieren. Het zwakke lantaarnlicht werpt angstaanjagende schaduwen op de vochtige muren. Een zachte wind waait onder de zware houten deuren.
De zware voetstappen van de man weerklinken in de duisternis. Zijn losse maliënkolder rinkelt zachtjes. De grote sleutelbos aan zijn riem ritselt zachtjes in de gang.
Langzaam heft Katara haar hoofd op. Haar slanke lichaam is stevig vastgebonden op de houten stoel. Een vurige blik weerspiegelt zich in haar ogen. Bloed sijpelt uit haar mond.
"Haat" begint ze, maar zijn hand die tegen haar kaak slaat onderbreekt haar.
Grommend spuugt ze het bloed uit. Haat kijkt haar dreigend aan. Katara huivert. Het was duidelijk dat de demon opnieuw de overhand had genomen. Medogenloos, achteloos wezen. Haat knielt voor haar neer. Hij kijkt haar diep in haar saffieren ogen. Zijn stilte beangstigt Katara.
"Ik betwijfel of je ooit nog het daglicht zult aanschouwen", zegt hij met een spottende toon. "Viswijf."
Zij klemt haar tanden sissend op elkaar. Zijn tanden bijten haar nek abrupt open. Kreunend sluit ze haar ogen.
"Misleidende feeks", gromt hij. Katara sist.
"De pot verwijt de ketel", gromt Katara. Haat grinnikt geamuseerd.
"Dacht u werkelijk dat je kon ontkomen?" vraagt hij boos. Katara gromt diep.
"Dacht jij dat?" antwoordt ze moedig. Haat lacht geamuseerd. Hij maakt haar touwen los en grijpt haar keel vast.
"Het is grappig. De laatste die ik zo stevig vasthield, is overleden", merkt hij op. Katara slikt en kijkt naar zijn hand. De ring is nog steeds vermist. Gelukkig. Hij sprak dus niet over Alana.
Haat kijkt haar diep aan. Grommend laat hij haar vallen. Kuchend kruipt ze over de grond.
"Haat," protesteert ze wanneer hij haar nekvel vastneemt. Hij knielt bij haar op de grond. Protesterend probeert ze weg te komen van hem. Maar het monster is te sterk.
"Grappig eigenlijk niet. Elke keer dat je op de grond zit, probeer je weg te komen van mij." Grommend kijkt ze op.
"Haat," schreeuwt ze. Haat grijpt haar abrupt vast. Brutaal penetreert hij haar. Katara bijt op haar tanden. Het is waar... Reki is weg... En ze vreest deze keer... voorgoed.
Annora kijkt bedenkelijk in de spiegel. Ze strijkt over de luxueuze marineblauwe jurk. Gouden stiksels en tule maken het een rijk geheel. Haar rondere buik is duidelijk zichtbaar in de strakke jurk. Voorzichtig aait ze over haar buik. Ze glimlacht voorzichtig. Haar hongerige maag knort abrupt. Zuchtend verlaat Annora haar kamer.
Een koude wind waait door de grote zaal. Haar ogen glijden naar de schaduwen. Drakken ligt uitgestrekt op de koude grond. Zijn schouders rusten tegen de harde muur. Rond zijn gespierde nek siert een zware ijzeren ketting.
Ze zucht meelevend. Ze had hem al eerder een kussen aangeboden, maar hij weigerde. Zelfs nu bleef hij trouw aan Haat. Voorzichtig knielt ze neer bij hem. "Drakken," fluistert ze. "Drakken?" De ogen van Drakken gaan langzaam open. Zijn heldergele oog staart haar aan.
"Zou u iets willen eten?" vraagt ze fluisterend. Drakken knikt.
"Water," stamelt hij hees. Annora staat voorzichtig op.
"Annora?" Hij kijkt haar aan als ze zich omdraait.
"Dankjewel". Annora knikt. Kort daarna komt ze terug met een kan water en twee boterhammen met ham en ei.
Drakken valt hongerig op het eten aan. Hij drinkt gretig van het water.
Annora kijkt hem met een geruststellende blik aan. Langzaam staat ze op. Drakken kijkt haar met een bezorgde blik na.
Verdorie. Demonen! Hij verbergt de boterhammen achter zijn rug. Wraak kijkt hem met een geamuseerde blik aan.
"Heeft onze nieuwe puppy wat water gekregen?" vraagt Wraak beleefd. Drakken slikt verbaasd. Langzaam stapt Wraak naar hem toe. "Heb je dat wel verdiend?" vraagt hij vriendelijk. Drakken gromt zachtjes. Lachend tikt Wraak de kan water met zijn voet om. Hij wandelt glimlachend weg.
Drakken zucht diep. Hopeloos laat hij zijn hoofd hangen. Dit was de zwaarste beproeving waar hij ooit was doorgegaan. Dat was duidelijk. Zuchtend probeert hij het water op de grond te bereiken. Hij steekt zijn tong uit, maar de ketting om zijn nek is te kort... net niet...
"Verdorie," vloekt hij.
Het zou beter zijn als Haat zou verliezen in de volgende oorlog. Hij zou een vreselijke koning worden!
Faylinn veegt het zweet van haar voorhoofd. Een vuile veeg siert haar gezicht. De ijzeren rand om haar pols had een bloederig spoor achtergelaten. Wantrouwend kijkt ze op. Een stel langzame voetstappen nadert haar. Verbaasd kijkt ze naar de gespierde demon. Precies wat ze nodig had... Een glimlach rust op Woede's lippen.
"Hoe ver ben je?" vraagt hij.
"Verder dan jouw verstand reikt," gromt ze. Woede lacht geamuseerd. Hij drukt haar zachtjes neer op het aanbeeld. Kleine stukjes hout schuren over haar wang.
"Stop," protesteert ze luid. Vloekend probeert ze van hem weg te komen. Ze neemt de hamer en slaat deze op Woede's been. Jammerend stapt hij achteruit. Faylinn draait zich haastig om. Woede richt zich razend op, maar Faylinn is al voorbereid. Met beide benen trapt ze hem in zijn middenrif. Huffend wankelt Woede op zijn benen.
"Verrot wijf" gromt hij. Faylinn wil hem opnieuw aanvallen, maar Woede is sneller. Hij knijpt haar vingers samen tot ze jammerend de bijl laat vallen. Ze kijkt hem met een diepe ademhaling in zijn donkere ogen aan.
"Dit zal je zeker betreuren," fluistert hij. Faylinn slaat haar voorhoofd op dat van hem. Grommend stapt hij terug. Hij struikelt over een touw en komt met een doffe klap op de grond terecht. Faylinn zoekt gehaast naar haar hamer. Als dat niet lukt, dan maar een tang. Maar Woede staat sneller dan verwacht weer overeind. Hij grijpt haar arm en draait deze achter haar rug. "Auw", kreunt ze. Hij duwt haar medogenloos over de werkbank.
"Dacht je werkelijk dat het zo makkelijk was. Hm??" Gemeen duwt hij haar plat. Hij dringt binnen en bijt de zeikant van haar nek open. Huiverend knarst Faylinn haar tanden op elkaar.
Ze had er genoeg van. Ze wenst dat hij haar beproeving eindigt. Smekend dat hij haar dood sluit ze haar ogen.
Alexi kijkt verbaasd op. De zware deur gaat plotseling open. Darwin komt langzaam binnen. Zoals elke dag bracht hij eten, een nieuw boek en voldoende water om de dag door te komen. Alexi glimlacht dankbaar.
"Mijn geliefde zoon", stamelt hij. Darwin gaat met een zucht bij hem zitten.
Alexi neemt troostend zijn schouder vast. "Het komt goed mijn zoon" sust hij. Darwin schud zijn hoofd. "De laatste dagen... wordt er meer gemarteld en gepeinigd als ooit" blaast hij. "Er is iets gebeurt met Haat. Hij is... hij is terug.." Alexi knikt. "Ik hoorde het" mompelt hij. Darwin kijkt verbaasd op. Binnenmonds vloekt hij. Natuurlijk kon zijn vader alles horen!
"Wat is er met de prinses gebeurd?"
"Yavanna?" Alexi knikt.
"Ze is opgesloten in Drakken's kamer."
"En Drakken?" Darwin krabt aan zijn korte baard.
"Hij krijgt de gebruikelijke behandeling" stamelt Darwin. Alexi zucht.
"Het wordt tijd dat we koning Haat van de troon verwijderen" gromt Alexi. Darwin knikt. Hij staat zuchtend recht.
"Zeker dat je niet meegaat?" Alexi schud zijn hoofd.
"Ik ga hem niet tegenwerken." Darwin knikt.
Verontwaardigd sleept Haat de eens zo heldere ster door de gang. Het jonge meisje lijkt echter uitgeput nu. Haar bleke huid is dof net als haar haren. Tranen glinsteren onder haar ogen en haar eens zo witte jurk heeft donkere vlekken. Hier en daar is de stof gescheurd. Verbaasd kijkt Haat op. Darwin stapt kalm uit de cel. Langzaam sluit hij de deur. Nerveus kijkt hij de prinses aan.
Haat kijkt verbaasd naar de prinses. Een helder licht verschijnt op haar huid. Langzaam begint ze te stralen. Haat kijkt bedenkelijk naar Darwin. Fronsend kijkt hij de jonge prins aan. Hij gromt en duwt de ster in de eerste de beste cel. Zwijgend sleept hij Darwin mee.
"Haat," protesteerde Darwin. Haat wierp hem achteloos op de marmeren vloer. Zijn ogen draaiden even naar Drakken. De machtige wisselaar was veranderd. Een zwarte enorme hond bevindt zich aan de ketting. Geamuseerd keek hij in diens rode ogen.
Hij keek terug naar Darwin en trok hem recht bij zijn strot.
"Van alle hoeren in dit kot" begint hij. Hij mept Darwin op zijn gezicht. Herhaaldelijk en aanhoudend.
"De ster" brult hij en laat de bloedende jongen vallen.
Darwin kreunt ongemakkelijk.
"Wat he, wat ga je doen? Ga je me ook vermoorden? Wel doe maar" bromt Darwin. "Het maakt me niet meer uit." Haat kijkt hem geamuseerd aan. Hij grijpt de iongen vast.
"Je hebt mijn moeder vermoord, Davina, mijn broer waarschijnlijk. En je houdt mijn vader opgesloten. In zijn eigen huis! Jij bent geen koning. Je bent een duistere rotzak" brult Darwin. Haat lacht maniakaal. Hij grijpt Darwin zijn strot vast.
"Oh maar ik ga je niet vermoorden" lacht hij. "Jij blijft leven. Zodat je kan zien hoe ik je vader vermoord. En daarna. Je vriendin. En als laatste dan.. dan vermoord ik je" lacht Haat. Darwin slikt. Wat had hij nu verwacht. Darwin gromt diep.
"Ik hoop dat Alana je vermoord" sist hij.
"Wat zei je" gromt Haat.
"Je hebt me gehoord" gromt Darwin. Haat stampt zijn knie in Darwin zijn ballen.
Boos slaat Haat op Darwin zijn gezicht. Hij blijft slaan tot de jongen neervalt en niet meer beweegt. Grommend knielt hij neer bij hem.
"Als ik je nog eenmaal bij die domme ster zie snijd ik je ballen eraf" gromt hij. Hij knikt naar Woede die Darwin op een vriendelijke manier naar zijn kamer begeleidt. Haat veegt voorzichtig het bloed van zijn hand. Langzaam gaat hij zitten op de troon.
Een duistere mist vloeit onder de stoel uit. Darwin had gelijk... Koning Haat was een heerser van duisternis. Iedereen in het kasteel zou lijden onder zijn bewind. Als ze dachten dat hun beproeving momenteel zwaar was, vergisten ze zich... de ergste straf moest nog komen. Een glimlach verscheen op zijn lippen.

𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu