De koele wind waait over zijn droge lippen. Zijn hongerige maag rommelt luidruchtig. Langzaam spitst hij zijn scherpe oren. Wat is dat geluid? En die geur?
Hij kijkt langzaam op. Een heerlijke geur verspreidt zich door de grote zaal. Is dat...Geroosterd varkensvlees...
Zijn lege maag gromt plotseling. Zuchtend gaat hij terug tegen de muur liggen. Hij probeert het te negeren.
Wraak loopt langzaam naar hem toe en gooit een stuk vlees op de grond. Drakken kijkt hem boos aan. Wraak lacht geamuseerd.
"Zelfs de honden moeten af en toe eten", spot hij. Grinnikend wandelt hij weg. Drakken wacht geduldig tot Wraak ver genoeg is. Zodra de demon uit het zicht is, vliegt hij abrupt naar het stuk vlees. Zijn ademhaling wordt abrupt uit zijn luchtpijp gesnokt. De ijzeren ketting jammert luidkeels. Kuchend wrijft Drakken over zijn bloederige, pijnlijke huid. De rode huid is her en der gebarsten.
Morrend reikt hij zijn hand uit. Slechts een luttele centimeter.. meer heeft hij niet nodig. Zijn vingertoppen raken het sappige vlees bijna... Morrend laat hij zich weer neervallen. Hij probeert vergeefs zijn benen uit te strekken. Zijn voet duwt het vlees per ongeluk enkel verder. Morrend probeert hij opnieuw.
Geërgerd snuift Woede. Drakken kijkt langzaam op. De demon heeft een boosaardige blik in zijn ogen. Pesterig stampt hij het vlees verder. Drakken gromt boos. Lachend wandelt Woede weer weg. Zuchtend laat Drakken zich op de grond vallen.
"Verdomde idioten" vloekt hij grommend. Aarzelend wandelt Haat voorbij Drakken. De jonge gedaantewisselaar ligt uitgestrekt op de koele grond. Zijn ogen zijn gesloten. Zijn kaak rust in een gemorst plasje water. Of is dat bloed? Zijn uitgestrekte hand wijst naar een koud stuk vlees. Fronsend kijkt hij naar Drakken zijn torso. Beweegt het? Ademt hij? Hij stampt achteloos met zijn voet in diens ribben. Kuchend draait Drakken zich om. Haat kijkt hem diep aan. Drakken kucht diep. "Mijn heer" stamelt hij. Gehaast gaat hij op zijn knieën zitten. Haat stampt het stuk vlees naar hem en wandelt in stilte weg. Gehaast grijpt Drakken het vlees. Als een bezetene begint hij te kauwen aan het zachte varkensvlees.
De tijd verstrijkt langzaam. De zon maakt plaats voor een ronde, volle maan. De stilte keert geleidelijk terug in het kasteel.
Drakken kucht diep. Zijn droge keel prikt. Grommend sluit hij zijn ogen voor enkele ogenblikken. Drakken is het zat. Het is tijd om hulp te zoeken.
Een donkere wolk verspreidde zich om hem heen. Waar de machtige gedaantewisselaar eens lag, bevond zich nu een zwarte, machtige adelaar. Zijn rode ogen glansden in het licht. Drakken vloog gehaast naar het plafond.
Zijn gevederde lichaam glipte door het halfopen dakraam. Met één laatste luide kreet vloog Drakken het kasteel uit... Op weg naar de vrijheid waarnaar hij zo verlangde.
De koele wind waait door zijn sterke vleugels. De sterren schitteren in zijn donkere veren. Drakken sluit zijn ogen enkele seconden. Bijna was hij vergeten hoe fantastisch dit was. Hoe goed dit voelde. Hij opent zijn koraalrode kraalogen opnieuw. Verbaasd stopt hij zijn vlucht abrupt. Hij blijft verbaasd in de lucht hangen. Zwevend cirkelt hij boven de drassige woestijnvelden....
Arion...
De kroonprins, rijdend op een stralend wit paard, is op weg naar het kasteel. Zijn sterke lichaam is gehuld in een maagdelijk wit harnas. Op zijn hoofd rust een sierlijke zilveren kroon. Achter hem lopen bijna negenduizend soldaten, gehuld in heldere harnassen. Vier soldaten vooraan houden een geweven vlag trots in de lucht. Een heldere noordenster is genaaid op een zilveren achtergrond. Zevenhonderd faunen en zeshonderd centauren volgen het koninklijke leger langzaam. Vier feniksen, negentig waternimfen en honderd boselfen maken het leger compleet. Helemaal achteraan sluiten driehonderd meermannen het peloton af.
Plotseling draait Drakken zich om. Zo snel als de wind hem toelaat rent hij terug het kasteel in. Er was geen tijd. Hij weet wat hij moet doen...
De donkere havik landt met een luide kreet op de marmeren vloer. Met een grom verandert hij terug in zijn menselijke gedaante. Hij rent zo snel als hij kan door de slecht verlichte gangen. Grommend verandert hij in de donkere hond. Het ongewone dier loopt snel naar Wraaks kamer. Hij heft zijn been op en plast tegen de zwarte deur. Opgetogen loopt hij verder.
Yavanna kijkt verbaasd op. De olijfgroene jurk ritselt zachtjes als ze opstaat. Haar ronde, volle buik is gespannen in de strakke jurk. Haar lange, rode haar is in een strakke vlecht gebonden. Twee olijfgroene diamanten schitteren in haar oren. Drakken kijkt haar ademloos aan.
"Drakken" uit ze gelukkig. Ze kust zijn droge en gebarsten lippen liefdevol. Tranen wellen op in haar ogen. Haar vingers glijden over de korstjes in zijn hals.
"Het is in orde", fluistert Drakken. "Het is in orde". Yavanna schudt haar hoofd. Drakken's ruwe handen glijden liefkozend over haar buik. Plotseling voelt hij een doffe klap tegen zijn hand.
"Wat was dat?" Yavanna klikt gelukkig. Drakken kust haar hartstochtelijk.Yavanna kreunt in zijn mond.
"Drakken, tenzij je me wil neuken mag je me zo niet aanraken" spot ze lachend. Drakken grijnst.
"Hoe graag ik het ook zou willen, er is helaas geen tijd", stamelt hij. Yavanna kijkt angstig op.
Drakken knipt met zijn vingers. Een muntgroene cape met een lange kap verschijnt.
"Hier, doe hem snel aan", beveelt hij. Weifelend neemt ze de jas aan. "Snel", beveelt Drakken. "We hebben geen tijd voor pisposh". Yavanna fronst. Het is ernstig. Ze merkt het aan hem. Wat is er aan de hand? Zonder uitleg neemt Drakken haar pols vast. Hij begeleidt haar door de gang.
"Drakken," fluistert ze. Drakken legt zijn vinger op haar lippen. Hij haast zich naar buiten, waar hij zich in de donkere schaduwen van het kasteel verbergt. Hij kijkt wantrouwend op naar de muur. Precies wat hij nodig had. Eenzaamheid. Hij gebaart langzaam naar Yavanna. Yavanna knikte begripvol. Drakken sloop geknield naar de muur. Met een krachtige sprong landde hij achter Eenzaamheid. Drakken's sterke armen sloten zich om de borst en keel van de demon. De demon, die toch geen geluid kon maken, protesteerde abrupt. Hopeloos probeerde hij te ontsnappen aan de brute kracht die hem zijn zuurstof ontnam.
"Slaap," beveelt Drakken wanneer de demon verslapt. Hij legt Eenzaamheid voorzichtig neer. Zorgzaam helpt hij Yavanna door de poort.
"Drakken, wat zullen we doen?" vraagt Yavanna beleefd.
"Ik breng je naar je broer," kondigt hij aan. Voordat ze verder kan vragen, verandert Drakken in een gespierde, sterke hengst. Zijn wuivende lange manen en zwierige lange staart betoveren Yavanna.
Haar ogen worden diep aangekeken door rode ogen. Yavanna slikt.
Drakken gaat ongeduldig liggen, wachtend tot ze op zijn rug komt. Zenuwachtig grijpt ze zijn manen vast.
"Bent u er zeker van?" vraagt ze bevend. Drakken snuit bevestigend. "Ga dan maar" blaast ze. Ze voelt zijn sterke spieren onder hem opspannen. Zijn lange slanke benen graven diep in de grond. Hinnikend spurt Drakken ervandoor. Alsof de duivel hemzelf achter hem aan zit rent hij over het zwoele zand. Yavanna klemt haar benen in zijn zijde. Hopeloos probeert ze zich zo goed mogelijk vast te houden. Zijn snelheid is ongeloofelijk! Drakken ademt diep uit zijn zijn. Met elke mijl die hen passeert ademt hij zwaarder en zwaarder.
Achter hem verandert de hemel langzaam van kleur. Hij had geen tijd meer. Hij rent gehaast sneller.
Arion kijkt voorzichtig op. Hij steekt zijn gebalde vuist in de lucht.
Een zwart paard rent gehaast naar hen toe. Is het dier op hol geslagen? Een jonge vrouw, beschut onder een donkere kap, zit op zijn rug.
Het wilde beest stopt abrupt op amper een meter afstand van hem. Hijgend laat Yavanna zijn haren los. Het paard gaat opnieuw op de grond liggen, zodat ze kan afstappen. Zweet parelt op zijn sterke hals. Een zwarte wolk omarmt het nobele dier.
"Drakken," zei Arion beleefd. Hij gebaart naar zijn boogschutters.
"Nee," zei de vrouw luidkeels. Arion's mond viel open. Is dat... Nee, dat kan niet. En toch?
"Drakken, ga alsjeblieft met mij mee," smeekt ze. Drakken zucht diep. Ze plaatst zijn hand op haar buik. "Voor ons kind. Alsjeblieft." Drakken kust haar lippen liefdevol.
"Ik ben niet in staat om dat te doen. U weet waarom."
"Drakken, als u ooit een schuld had, is die allang afbetaald." Drakken zucht. Hij kust haar lippen op een gepassioneerde manier.
"Hou vol, liefste," fluistert hij. Hij kust haar buik.
"We zijn samen voor je het weet. Zij heeft mij nog nodig. Ik moet Alana helpen," fluistert Drakken. Tranen lopen over Yavanna's gezicht. Drakken streelt haar kaak waarna hij in de zwarte havik verandert.
Yavanna snikt radeloos. Met tranen in haar ogen draait ze zich om. Ze loopt kalm naar Arion toe, haar handen omhoog houdend. Arion kijkt haar diep in de ogen.
"Mijnheer," groet ze beleefd buigend.
"Wie bent u?" vraagt Arion. Yavanna glimlacht.
"Is het werkelijk zo lang geleden... dwerg" zegt ze met een glimlach. Arion zijn ogen groeien abrupt.
"Yavanna" roept hij. Hij springt van zijn paard en rent naar haar toe.
"Yavanna," fluistert hij. Zijn sterke armen omringen haar. "Mijn lieve, lieve zus," snikte hij.
"Ik dacht dat je... Ik dacht dat ik je nooit meer zou zien." Yavanna veegt haar tranen weg. Arion glimlacht warm.
De draak fladdert met zijn vleugels sneller dan ooit tevoren. Hij wurmt zich gehaast terug door het raam. Hij rent naar de ketting, verandert in een soepele kat en steekt zijn hoofd erdoor. Voetstappen echoën in de gang. Grommend verandert hij in de sterke man die hij is. Hij legt zich neer op de koude grond en sluit zijn ogen. Haat en Woede komen abrupt binnen.
"Ik verzeker je, hij is vertrokken", mompelt Woede geërgerd. Haat kijkt fronsend naar Drakken. De jonge wisselaar bevindt zich in een diepe slaap. Haat kijkt fronsend naar Woede. Woede kijkt hem verbaasd aan. Arrogant slaat Haat tegen het achterhoofd van Woede. "Volgende keer wek je mij voor een effectieve ramp", gromt hij, waarna hij wegloopt. Woede kijkt fronsend naar Drakken. Hij was er zo zeker van... De ketting was leeg! Drakken was weg!
JE LEEST
𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙
Fantasy**LAATSTE DEEL VAN 4** De koning is dood... Lang leven de koningin. Lang leven de nieuwe koning! Kan hij hen echter bevrijden? Kan hij haar bereiken? Zij, de uitverkorene, is aangekomen. Haar tijd is aangebroken. Zij is de enige die hen kan redden...