𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙

⚜️𝕷𝖔𝖙𝖘𝖇𝖊𝖘𝖙𝖊𝖒𝖒𝖎𝖓𝖌

Alana kijkt zachtjes naar de ring aan haar vinger. De ring die hij gaf... Haar vader. Ze kijkt weer naar het slagveld. De sterke soldaten worden aangevallen door hun metgezellen. Door de lichamen van degenen die ze ooit vriend durfde te noemen. Wraak, het beest dat haar ware liefde had proberen te vermoorden, rukt een hopeloze soldaat zijn arm van zijn schouder. De luid schreeuwende jongeman plast over zichzelf terwijl de demon het afmaakt met een schone onthoofding.
Haar ogen glijden naar Woede, zijn gezicht is bedekt met bloed. Moeiteloos breekt hij de nek van een soldaat. Terwijl ze het slagveld afzoekt naar Haat, ziet ze de oude vampiervrouw op venijnige wijze de nek van een man opensnijden. Het geschreeuw overweldigt haar. De kreten en smeekbeden van soldaten, te jong om te sterven.
Huiverend kijkt ze naar Katara. Ze overhandigt Arion een maagdelijk witte wapenrok. Op de wapenrok ligt het halssnoer dat ze van Mauger had gestolen. Arion knikt dankbaar.
Hij geeft Alana het gouden zwaard. Arion kijkt haar bemoedigend aan.
"Je kunt dit" stamelt hij. Weifelend knikt Alana.
"Ik heb vertrouwen in jou." Alana slikt. Ze is daar nog niet zo zeker van.
"Alana, het is oké om bang te zijn. Maar je moet het toch doen." Alana zucht diep.
"Weet je zeker dat Reki terugkomt?"
"Ik beloof het je," antwoordt Arion plechtig. Alana knikt.
Moedig stapt ze uit de maagdelijk witte tent.
Haat staat langzaam op. Hij kijkt glimlachend naar Wraak. Wraak kijkt hem bezorgd aan.
"Wat?" vraagt Haat. Woede komt met open mond naast hem staan. Haat draait zich langzaam om. Alana stapt bevend naar hem toe. Het gouden zwaard siert in haar hand. Haat glimlacht wrang.
"Wel wel," spot hij lachend. Hij stapt langzaam naar haar toe.
Een groep sterke soldaten begeleiden Woede en Eenzaamheid naar de grond.  De demon protesteert vloekend tegen de soldaten die hen vastketenen. Wraak verbergt zich in de schaduwen van de zware kasteelmuur.
Alana slikt. Ze kijkt hem in zijn donkere ogen.
"Het spijt me", snikte ze. Haat glimlachte gemeen.
"Mij ook", antwoordde hij.
Alana haalde een diepe adem. Arion keek gespannen toe. Maar niet alleen Arion. De hele wereld keek gespannen toe... dit was het. Het moment waarop iedereen wachtte.
Nerveus houdt ze haar zwaard vast. Ze wacht tot hij aanvalt. Ze weet dat dit de laatste keer is dat ze hem zal zien. Als ze faalt, zal hij haar doden.
Op afstand cirkelen ze om elkaar heen. Totdat Haat eindelijk aanvalt met een agressieve bovenhandse slag. Mauger had gelijk. Hij was sterk en krachtig. Verdomme!
Alana hief haar zwaard op, in een poging om aan te vallen, maar Haat stapte achteruit. Ze liep angstig weg van hem. Zeven bovenhandse slagen werden uitgedeeld. Snel, agressief en brutaal. Alana's handen brandden. Haar hoofd tolde. Haar hart fladderde als een stervende vlinder. Kreunend rolt ze over de grond. Wegduikend voor Haat zijn scherpe wapen. Haar leren broek kraakt wanneer ze weer rechtspringt. Haat glimlacht geamuseerd.
Alana stapt achteruit, bang voor Haat, maar hij stapt enkel vooruit. Hun zwaarden flitsen sneller dan de bliksem. Negen snelle bovenslagen volgen.
Alana's armen branden. Het wordt steeds moeilijker om te blokkeren.
Hun zwaarden kruisen elkaar opnieuw. Ditmaal blijven ze echter tegen elkaar hangen. Het is een krachtmeting. Strijdend om dominantie. Haat kijkt diep in haar ogen. Zij staart in zijn donkere ogen.
"Je hebt geen idee wat ik met je ga doen," fluistert hij plagend.
Hij grijpt haar pols en legt haar op de grond. Jammerend komt ze overeind. Ze snelt naar haar zwaard. Net op tijd. Zijn machtige wapen rust op het heldere goud. Bezorgd kijkt ze hem aan. Met beide benen stampt ze in zijn kruis. Hij stapt puffend achteruit. Ze springt recht en het gevecht begint opnieuw...
Vier onderslagen, acht bovenslagen, negen middenslagen. Tien onderslagen. Vijf bovenslagen. Het blijft maar duren.
Dansend rond elkaar wisselen de slagen zich razendsnel af.
Haat duwt Alana arrogant achteruit. Puffend valt ze neer op haar rug. Ze kijkt naar haar wapen dat wat verder ligt. Ze kruipt wantrouwend weg van de naderende ridder. Hij steekt zijn wapen naar haar.
Een derde wapen blokkeert dit abrupt. Verbaasd kijken Haat en Alana op. Faylinn...
Haat gromt. Hij fluit tussen zijn tanden waarop Wraak Faylinn bij haar kraag vastneemt. Alana kruipt snel naar haar wapen. Haar gevecht met Haat gaat door.
Maar ook Faylinn en Wraak hun gevecht.
De felle bovenslagen duwen Faylinn steeds verder en verder achteruit. Wraak drijft haar rug tegen de stenen muur waar zijn wapen op haar strot rust.
"Wanneer we hier klaar zijn, ga ik je zo hard neuken en vervolgens snij ik je volledig open" dreigt Wraak.
Faylinn stampt hem in zijn kruis.
"Zie maar dat je u ballen dan nog hebt" sist ze. Ze stoot hem in zijn maag.
Wraak duikt grommend weg voor haar wapen. Het geluid van metaal op metaal weerklinkt luid. Faylinn gromt. Haar tanden knarsen. De bovenslag van de ridder is net iets te sterk voor haar. Ze schreeuwt als zijn zwaard haar bovenarm opensnijdt. Wraak lacht geamuseerd. Faylinn geeft echter niet op. Twintig bovenkledingstukken dreigen Faylinn achteruit te duwen. Wraak duwt haar op haar rug. Grommend valt ze neer. Ze draait zich gehaast om. Wraak de brutale demon snijd zijn sterke wapen over haar ribben. Gaspend naar lucht bedekt ze haar bloederige wond. Maar nog steeds geeft het meisje niet op. Ze vecht, zwakker als tevoren tot haar benen doorgeven. Wraak grijpt haar kin vast.
"Laatste woorden", vraagt hij lachend.
"Ik win", fluistert Faylinn. Niet begrijpend kijkt Wraak haar aan. Darwin verschijnt achter Wraak.
"Dat is voor mijn broer", fluistert Darwin en steekt zijn zwaard door Wraaks borstkas. Kuchend valt Faylinn neer.
Wraak, de trouwe demon, valt levenloos naast haar.
Haat gromt. Hij valt kermend op handen en knieën. Een helder licht schijnt door zijn vest.
Alana kijkt verbaasd op. Wat is hier in hemelsnaam aan de hand? Gedesoriënteerd blijft ze staan. Maar al snel herstelt ze zichzelf en valt hem aan. Helaas, te laat...
Haat richt zich net op tijd op. Hij valt Alana aan met twee krachtige bovenhandse slagen. Twee slagen worden al snel tien. Grommend verdedigt Alana zich. Haat draait zijn wapen rond haar zwaard. Een poging om haar te ontwapenen. Maar ze geeft niet toe. Heel even vecht het paar in kruiselingse slagen, maar al snel vermant Haat zich. Hij valt aan met tien bovenhandse slagen. Hij dwingt Alana tegen de muur.
Gemeen stampt ze in zijn ballen. "Verdomme" vloekt hij. Zweet parelt op zijn voorhoofd. Haat valt neer op de grond. Alana valt hem aan, maar nog steeds is hij te snel. Hij blokkeert haar slag, draait zich om en heft zijn zwaard. Opgejut blijft Alana hem aanvallen. Haat, liggend op zijn rug, blokkeert alle zeven slagen grommend. Met zijn rechterbeen duwt hij haar achteruit terwijl hij met zijn linkerbeen in haar gezicht trapt. Jammerend stapt ze achteruit. Bloed sijpelt van haar mond.
Haat staat razendsnel overeind. Twaalf verdiepingen kruisen elkaar. Het duo verstrikt hun zwaarden hopeloos in elkaar. Ze botsen tegen elkaar. Zo dichtbij dat ze zijn warmte kan voelen. Ze duwt hem tegen de koude kasteelmuur, maar hij duwt haar weg en rolt langs haar vandaan. Alana rent gehaast naar hem toe, een nieuwe aanval voorbereidend, maar Haat blokkeert bliksemsnel.
Ze wil haar knie in zijn ballen planten maar hij houd haar abrupt tegen. Hij legt haar op de grond. Boos springt ze recht. Haat grijpt haar vast en drukt haar tegen zijn borstkas. Ze duwt hem achteruit tegen de kasteelmuur en slaat haar achterhoofd tegen zijn neus. Vloekend veegt hij het bloed van zijn neus. Ze wil aanvallen maar hij blokkeert haar zwaard. Hij drukt haar neer.
Een luide knal weerklinkt. Het gouden zwaard is gebroken.
"Wat heb je gedaan?" vraagt ze angstig. Haat lacht geamuseerd. Hij grijpt haar voorzichtig vast. Zij grijpt zijn pols waardoor ze allebei op de koude grond terechtkomen. Grommend krabbelen ze overeind. Haat grijpt haar vast. Boos als nooit tevoren. Alana slaat hem op zijn borst. Haat verstijft. Hij haalt diep adem. Langzaam stapt hij achteruit. Een kreun ontsnapt uit zijn lippen. Alana haalt diep adem. Ze richt zichzelf langzaam op. Haat kijkt naar zijn borstkas.
Bloed sijpelt van zijn borst. In het midden van zijn borstkas steekt een gouden stuk van het zwaard diep in zijn lichaam...