Een onheilspellende wind raast door de donkere gangen. De rollende donder doet alle deuren trillen. Heldere bliksem wekt iedereen op dit grauwe vroege uur. Iedereen behalve Haat...
Met een zucht klopt Eenzaamheid opnieuw op de deur. Hij slikt. Langzaam schuift zijn hand naar de deurknop. Hij weet dat het niet mag. Maar het is een noodgeval. Een noodgeval is uitzonderlijk... toch?
Aarzelend opent hij de deur. Hij kijkt door het kiertje naar de slapende demon. Zijn ontblote borstkas ligt uitgestrekt op het bed. Zijn rechterarm hangt naast de matras. Katara ligt naakt naast hem, verborgen onder de zijden lakens. Gekleurde vlekken sieren haar gelaat. Eenzaamheid stapt voorzichtig naar hem toe. Hij strekt zijn hand uit maar stopt in het midden van de lucht. Aarzelend tikt hij gehaast op Haat zijn schouder. Zijn gezicht draait naar hem toe maar de demon is nog niet ontwaakt. Zijn lange haren hangen warrig over zijn gezicht.
Hij tikt opnieuw op Haat zijn schouder. Deze keer langer en iets harder. Haat gromt kort. Voorzichtig neemt Eenzaamheid een stap achteruit. Hij fronst. Waarom kan hij nu niet gewoon roepen. Hij tikt en duwt opnieuw op zijn schouder.
"Hmm", antwoordt Haat. Zijn ogen blijven echter gesloten. Eenzaamheid tikt in morsecode op zijn schouder. Langzaam opent Haat zijn ogen.
"Wat is er toch aan de hand dat je zo vreemd op mijn schouder tikt?" mompelt hij geeuwend. Zijn halfgeopende ogen vallen langzaam weer dicht.
Eenzaamheid houdt zijn oogleden tegen. Grommend schudt Haat met zijn hoofd.
"Wat zit je nu mijn ogen open te houden man" mompelt Haat. Grommend richt hij zijn borstkas op. Eenzaamheid gebaart haastig.
"Kalm," bromt Haat. "Kalm," herhaalt hij langzaam.
Eenzaamheid herhaalt langzaam zijn gebaren. Haat zucht diep. Hij had dit al zien aankomen. Maar zo snel? Neen, zo snel had hij dit niet verwacht. Leunend op zijn elleboog wijst hij naar het glas water. Eenzaamheid overhandigt het glas gehoorzaam.
"Waar zijn ze al?" vraagt Haat beleefd. Hij neemt een grote slok. Eenzaamheid gebaart rustig ditmaal. Geschokt spuwt Haat het water uit. Eenzaamheid sluit zijn ogen wanneer dit zijn gezicht raakt. Geïrriteerd veegt hij het van zijn gezicht.
"Kon je niet wat eerder komen" brult Haat. Eenzaamheid gebaart een korte zin. Haat rolt met zijn ogen.
"De regel dat men niet mag binnenkomen vervalt op zulke momenten," mompelt hij. Hij wijst naar zijn broek, waarop Eenzaamheid gehaast de katoenen zwarte broek neemt. Haat gromt zuchtend. Hij neemt de broek, maar stopt abrupt. Met open mond kijkt hij Eenzaamheid aan. Eenzaamheid staart hem niet begrijpend aan.
"Waar wacht je op man, wil je een prive show ofzo" roept Haat boos. Met spoed verlaat Eenzaamheid zijn kamer. Haat zucht teleurgesteld. Hij kijkt over zijn schouder naar Katara. Ze is nog in een diepe slaap.
Zuchtend trekt hij de blouse over zijn hoofd.
Wanneer de deur met een luide klap dichtvalt, opent Katara abrupt haar ogen. Ze wacht een paar ogenblikken tot ze zeker weet dat hij weg is. Dan grijpt ze haastig haar kleding. Eindelijk was het zover.
Haat buigt zich beleefd over de tafel. Met een zucht bekijkt hij de plattegrond van het kasteel.
"Raewyn" zegt hij blaffend. Raewyn wandelt gehaast naar hem toe. "Jij en Ordella hier" zegt hij waarop de dames knikken.
"En ik dan", zegt Rodehanthe teleurgesteld.
"Ik heb jouw nodig om het kasteel te beschermen. Zorg ervoor dat niemand binnenkomt en dat zij niet naar buiten gaat", bromt hij. Raewyn lacht geamuseerd.
"Passende job voor een nietsnut" spot ze. Rodehanthe sist boos. Raewyn kijkt hem ongeïnteresseerd aan. Dreigend stapt hij dichter. "Rot op voor ik je leegzuig" gromt Raewyn. Een ondeugende glimlach verschijnt op Wraaks lippen.
"Denk je dat ik bang voor je ben?" lacht Rodehanthe maniakaal. Hij stapt dichter naar haar toe. "Trouwens, je hebt geen hoektanden," lacht Rodehanthe. Grommend trekt Haat hem achteruit aan zijn arm. Rodehanthe kijkt haar lachend aan. Boos duwt Haat haar achteruit.
"Rod" brult Haat. Hij was klaar met de jonge piraat. Zijn arrogante houding werd hem soms te veel. Godfried verbergt zijn glimlach. Het is alsof hij naar Wolfgang kijkt. Wolfgang toen hij pas gebeten was...
Haat kijkt Wolfgang diep aan.
"Wolf" blaft hij. Wolf nadert langzaam. Haat overhandigt hem zijn dolk. Twijfelend neemt Wolf de dolk aan. "Adem diep door je neus" beveelt Haat. Wolfgang knikt dankbaar. Haat kijkt op naar Wraak die een beker water overhandigt. Beleefd neemt Haat het flesje dat hij van Xena stal. Hij gooit de mysterieuze vloeistof in de beker en roert met zijn vinger. Langzaam stapt hij naar Drakken toe.
"Hebt u zin om uzelf opnieuw te bewijzen?" vraagt Haat. Drakken knikt. Hij kijkt Haat diep in de ogen. Haat glimlacht op een valse manier. Hij overhandigt Drakken de beker en verwijdert de ketting van zijn hals. Dankbaar drinkt Drakken de beker leeg. Wraak glimlacht wrang. Haat helpt Drakken recht.
"Kom" beveelt hij en wandelt gehaast buiten. Even wankelt Drakken op zijn benen maar de trotse gespierde man verbetert zich snel. Hij volgt Haat naar het plein.
"Wat zou u graag willen dat ik doe, mijnheer?" vraagt Drakken beleefd. Hij kijkt hem respectvol aan. Haat stapt langzaam achteruit. Drakken blik wordt troebel. Jammerend buigt hij voorover. Zijn botten kraken luid.
"Wat heeft u mij gegeven?" stamelt Drakken. Haat glimlacht geamuseerd. "Een herkansing," fluistert hij. Rodehanthe staart met open mond naar Drakken, die schreeuwend verandert in een verschrikkelijk wapen... iets waar Arion nooit op voorbereid kon zijn. Het jammerende gehuil van Drakken gaat door merg en been.
JE LEEST
𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙
Fantasy**LAATSTE DEEL VAN 4** De koning is dood... Lang leven de koningin. Lang leven de nieuwe koning! Kan hij hen echter bevrijden? Kan hij haar bereiken? Zij, de uitverkorene, is aangekomen. Haar tijd is aangebroken. Zij is de enige die hen kan redden...