Arion kijkt zijn dappere soldaten aan. De laatste vrijwilligers die zich inzetten. Inzetten voor een bloederig gevecht dat de toekomst van het land zou bepalen. HIj wist het. Hij voelden het Deze strijd zou anders zijn. Hij geeft Haat geen kans om te spreken. Geen kans voor genade. Neen. Daar was het te laat voor.
"Vandaag is de strijd. De strijd waar ze jaren later nog over zullen praten. Jullie zijn soldaten van het noorden. Ik heb vertrouwen in jullie. Geloof nu in jezelf! Wat er ook door die poorten komt... We vechten, " brult Arion. Hij kijkt over zijn schouder naar de dubbele poorten die langzaam openen.
Een luide kreet galmt over het plein. De grond trilt. Wat is dat? Een sterke windvlaag raast over het plein. Arion huivert even. Wat heeft hij getoverd? Wat is dat? Een luide schreeuw doet iedereen sidderen. Plotseling ziet Arion het. Zijn mond valt langzaam open...
DRAAK!!!
Een enorme zwarte draak stijgt majestueus op van het kasteelplein. Scherpe, sierlijke hoorns sieren zijn geschubde kop. Gevaarlijke, ronde, rode ogen branden in zijn smalle snuit. Zijn enorme vleugels spreiden zich wijd uit terwijl hij een krachtige brul uitstoot. Zijn rug en staart zijn bedekt met een rij gevaarlijke, scherpe hoorns. Arion voelt zijn lip trillen.
"Het is onmogelijk", stamelt hij. De draak stijgt op naar de hemel. Brullend en schreeuwend. Zijn lange keel gloeit als een waarschuwing.
Plotseling duikt hij terug naar de grond. Hij graaft zijn klauwen diep in de zachte grond.
"Richt op zijn keel en ogen" beveelt Arion met luide stem. Zijn boogschutters starten een wanhopige aanval. Maar wat kunnen zij doen tegen een draak? Arion weet dit ook... Ze hebben geen kans!
Een zee van vlammen ontsnapt uit de bek van het monster. Zijn mannen duiken schreeuwend weg.
"Mijn heer", roept zijn kapitein en trekt hem achterwaarts. Het beest schreeuwt luidkeels. Haat leunt geamuseerd tegen de kasteelmuur. Wraak, Woede, Eenzaamheid en Raewyn staan grijnzend naast hem. Tevreden kijken ze toe hoe hun monster iedereen verslindt. Ordella kijkt met afschuw toe. Naarmate de dag vordert, neemt het aantal slachtoffers helaas in grote aantallen toe. Heinrich, Wolfgang en Godfried wachten geduldig op bevelen. Godfried sluit zijn ogen en bidt voor de hopeloze zielen. Ze hebben geen kans, dat weet iedereen. Wat kunnen zij doen tegen zo'n monster? Een beest, gevormd uit duistere magie?
Alana kijkt peinzend uit het raam. Hoe is het mogelijk dat hij een draak heeft weten te bemachtigen? Ze duikt weg voor de machtige staart die langs haar raam raast. Ze kan hier niet zomaar blijven zitten! Ze moet iets doen. Maar wat? Wat kan zij doen tegen zo'n monsterlijk wezen? Hoe heeft Haat in hemelsnaam een draak kunnen bemachtigen?!
Darwin stormt haar kamer binnen.
"Alana," zegt hij. Alana huivert.
"Wat is er aan de hand?" vraagt ze bezorgd.
"Oorlog," bromt Darwin.
"Dit is geen oorlog meer. Dit is een slachting." Darwin zucht. Hij omhelst haar troostend.
"Laten we hopen dat het snel voorbij is", verzucht Darwin. Alana sluit haar ogen. Ze probeert alles buiten te sluiten. De doodskreten, het gebrul. Maar het lukt niet. Hoe kan hij opnieuw winnen? Dit kan zo niet doorgaan! Ze beseft nu dat ze iets moet doen!
"Darwin" zucht en stapt uit zijn armen. "We moeten iets doen." Darwin zucht diep.
"Wat kunnen we doen? Het is een draak, Alana."
"Meen je dat?" vraagt ze sarcastisch. Darwin zucht diep. Hij masseert zijn voorhoofd.
"We hebben zelfs geen wapen dat sterk genoeg is om een draak te doden", mompelt Darwin. Alana kijkt langzaam op.
"Dat hebben we wel", stamelt ze.
Arion kijkt gepijnigd rond. Vuur en rook vullen de lucht. Zijn bondgenoten schreeuwen luid terwijl ze levend verbranden. Anderen worden gekookt in hun ijzeren harnas. Tranen wellen op in zijn ogen. As bedekt zijn gezicht. Gekookte lichamen liggen op de met bloed besmeurde grond. Het brullende beest vliegt door de oranje lucht. Hij slikt.
"Als dit in brand moet eindigen, moeten we allemaal maar samen branden", zegt hij terwijl hij de vlammen hoog in de nacht ziet opstijgen. "Als ik vanavond sterf, sterf ik samen met hen."
"Mijnheer", protesteert zijn kapitein beleefd. "Het enige wat ik zie is vuur..." Arion knikt. Zijn pijn is groot. "We hebben een wonder of een held nodig", zucht de kapitein. Arion gromt diep. Hij pijnigt zijn hersenen. Pijlen doen het beest geen pijn. Hij ziet de vlammen steeds verder branden.
"Ik"Ik heb een plan", mompelt hij zachtjes.
Alana opent haastig de deur.
"Ik heb een plan", zegt ze. Ze tilt haar rok op terwijl ze door de gang rent. Darwin rent haar niet begrijpend na.
"Ga de prinses halen" vraagt ze. Darwin zucht en rent naar de cellen.
"Bazige trut" bromt hij.
"Ik hoop dat u mij niet zult vergeten", grapt Arion terwijl hij op de houten kar klimt.
"Dit is niet grappig, mijn heer", gromt zijn kapitein. Arion brengt zichzelf in evenwicht.
"Mijnheer, ik raad u dit ten zeerste af." Arion zucht. Hij kijkt naar de hongerige vlammen. De rook en de verbrande lichamen.
Alana rent hijgend de hoge muur op. Ze keek abrupt naar de schade. De vlammen brandden feloranje. Rook steeg op naar de hemel. Darwin keek haar diep aan. Tranen brandden in haar ogen. De stapels onherkenbare lijken waren overweldigend. De stank nog meer! Ze snikte zachtjes.
"Indien ik samen met mijn mannen in de vlammen zal smelten, benoem dan Desam tot koning", beveelt Leonidas. De kapitein knikt.
"Ik hoop dat u mij zult herinneren", fluistert hij opnieuw. Alana bedekt haar oren. Het geschreeuw is verschrikkelijk. Het lijkt alsof de hemel naar beneden valt.
"Klaar", vraagt Arion beleefd. Hij kijkt met respect naar de kapitein. Na een bevestigend knikje springen tien van zijn sterkste soldaten voorzichtig vanaf de tonnen. Het tegengewicht zorgt ervoor dat Arion de lucht in vliegt. Maar zal hij hoog genoeg reiken?
Arion vliegt met een brullend geluid door de lucht. Hij houdt zich vast aan de zwarte schubben. Een onaangename geur van roet en teer overweldigt hem. De hitte verbrandt zijn handpalmen.
"Alana," brult Nénar. "Wat doe ik hier?" vraagt ze beleefd. Alana slikt. Ze wijst naar de Draak. Nénar kijkt geschokt op.
"Mijn hemel," stamelt ze.
Arion glijdt vloekend van het hoofd van het beest. Hij grijpt zich vast aan een van zijn lange baardharen. Arions zwaard valt naar beneden.
"Verdomme" vloekt hij. Hij grijpt met zijn andere hand de lip van het beest vast. Zijn hand glijdt langzaam van de baardpijl. Het grommende wezen probeert wanhopig de koning af te schudden. Grommend slaat hij zijn kop tegen de kasteelmuur. Het hele kasteel trilt. Arion vloekt hardop. Met een soepele beweging belandt hij terug boven op de kop van het beest. Hij heft walgend zijn hand op. Slijm bedekt zijn hand.
"Arion" brult Nénar. Haar licht dooft abrupt.
"Nénar" troost Alana. "Ik heb gelezen dat draken duistere wezens zijn. Een goede vriend vertelde me ooit dat het duister niet kan overleven in het licht." Nénar kijkt haar diep aan.
Arion steekt zijn dolk in de nek van het wezen. Helaas is het tevergeefs. Het metaal breekt. Grommend probeert hij zich vast te houden aan de stevige nekstekels.
"Darwin," fluistert Nénar zachtjes. "Ik ben een ster," verkondigt ze.
"En ik ben een elfenprins," stamelt Darwin. Nénar lacht. "Maar wat doen sterren?" vraagt ze retorisch. Ze slaat haar armen om Darwin heen.
"Zo lijkt het," fluistert ze. Een helder licht schijnt van haar slanke lichaam. Darwin houdt haar stevig vast. Hij kust haar lippen op een gepassioneerde manier. Het heldere licht verspreidt zich plotseling. Grommend legt Alana haar arm voor haar ogen.
"Haat," gromt Wraak. Hij duwt de demonenmeester met respect neer. Vloekend verbergen de demonen zich voor het heldere licht. Het maagdelijk witte licht straalt vanaf de hoge kasteelmuur. Het daalt neer over het slagveld.
De draak probeert luid brullend te ontsnappen. Hij sluit zijn ogen en schreeuwt. Zijn gitzwarte schubben gloeien fel. Arion verbergt zijn ogen achter de gekrulde hoorn. Het beest duikt schreeuwend naar de grond. Arion maakt snel gebruik van zijn afleiding. Hij steekt de dolk respectvol in de buikwand van de vurige draak. Grommend en krijsend strekt het wezen zijn vleugels uit. Arion houdt zich stevig vast. Klaar om de klap op te vangen, maar het is hopeloos. Het beest valt met een luide plof op de grond. Arion rolt van zijn kop. Stuitert vier keer over de grond alvorens hij grommend neervalt.
"Arion", roept de kapitein. Hij haast zich naar zijn koning, die roerloos op de grond blijft liggen. De draak gromt kort, waarna zijn felle ogen doven. Voorzichtig slaat de kapitein zijn arm om Arions nek.
Regenwolken bedekken de heldere sterren. Donder rolt over het land. Dikke druppels doven de vuren voorgoed. Vloekend kijkt Haat op. Wraak zijn hand ligt op Haat zijn achterhoofd. Wraak verwijdert zijn handen en kijkt op. Beide demonen rechten hun borstkas.
"Verdomme" brult Haat razend. Hij staat sissend op. Boos slaat hij zijn vuist op de houten poort.
"Maak dat je wegkomt" roept Darwin gehaast. Alana haast zich snel naar binnen. Darwin werpt een touw langs de stevige muur en knoopt Nénar haar torso hiermee vast.
"Wat doe je?" protesteert ze. "Kom alsjeblieft met mij mee."
"Niet zonder mijn vader," fluistert Darwin. "Je zult zien. Morgen zijn we samen," fluistert hij. Nénar haar heldere licht verdwijnt abrupt. Tranen stromen over haar bleke gezicht. Darwin kust haar lippen liefdevol.
"Tot ziens, mijn liefste," fluistert hij zachtjes terwijl hij haar neerlaat.
"Ik zie je binnenkort," fluistert hij hoopvol. Hij haast zich naar binnen, voordat Haat ontdekt dat hij zojuist zijn draak heeft gedood.
Beide partijen trekken zich terug, verslagen, uitgeput en gebroken.
De zwarte draak ligt stil op de grond. De plotselinge stortbui doorweekt het geschubde lichaam. Alsof hij zal smelten, stijgt er zwarte rook op van de slang. En een dof gekraak weerklinkt. Waar ooit het drakenlijk lag... ligt nu Drakken.
Bloed sijpelt uit zijn onderbuik. Helderwitte wonden bedekken zijn huid. Van zijn hoofd tot zijn tenen. Zijn dure kleding is hier en daar gescheurd. Hij hoest diep. Een traan loopt uit zijn heldere oranje oog voordat het sluit...
JE LEEST
𝕳𝖆𝖆𝖙⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖇𝖊𝖛𝖗𝖎𝖏𝖉𝖙
Fantasy**LAATSTE DEEL VAN 4** De koning is dood... Lang leven de koningin. Lang leven de nieuwe koning! Kan hij hen echter bevrijden? Kan hij haar bereiken? Zij, de uitverkorene, is aangekomen. Haar tijd is aangebroken. Zij is de enige die hen kan redden...