10. (t.w.) aangerand ⚠️

95 5 2
                                    


Dan hoor ik ineens in mijn oor een fluisterstem zeggen: 'Wil je dansen?' Ik kijk geschrokken om naar de bekende persoon die achter mij staat, waarvan ik mezelf had beloofd nooit meer te zien.


Lucy POV

Ik kijk een jongen met zwart haar en blauwe ogen aan. 'Niels, donder op. Ik had toch gezegd dat ik geen contact meer hoefde.' zeg ik boos terwijl ik de jongen die mijn leven heeft verpest aan kijk. Mijn fucking klote ex. 'Hé, hé doe eens eventjes rustig, Luus. We hebben het toch achter ons gelaten.' zegt hij terwijl hij mij dichter naar hem toetrekt. 'Laat me los' zeg ik maar hij stopt niet. Hij duwt me verder van de jongens af, richting een hoekje van de club. Geen van de jongens lijkt het te merken, ze zijn met andere dingen bezig. 'Stop, Niels, stop. Ik wil dit niet.' En ik probeer me los te trekken uit zijn grip maar hij houd me te sterk vast. 

Hij duwt me tegen hem aan en is er bijna geen ruimte meer tussen ons in. Zijn hand verdwijnt onder mijn slipje. 'Stop, stop, raak me niet aan' probeer ik te zeggen maar zijn lippen gaan op die van mij halverwege mijn zin. Hij zet me klem tegen de muur aan en ik kan nergens meer heen. Niemand lijkt het te zien. Ik duw Niels van me af en probeer weg te komen maar hij pakt me stevig vast. 'Jij gaat helemaal nergens heen, schatje' 'Noem me niet zo, nooit meer.' zeg ik maar hij duwt me alweer tegen de muur aan. Dit keer verdwijnt zijn hand ook onder mijn bh en hij zoent me stevig door. Ik probeer zijn tong er niet door te laten gaan, maar het is hopeloos. Hij is te sterk. 

Als ik merk dat zijn hand, ofwel zijn vingers, ook nog ergens anders heen willen gaan word ik echt woest maar ik kan er niks tegen doen en ik laat hem zijn gang maar gaan. 'Kreun zachtjes voor me' fluistert hij, maar ik hou mijn mond stijf dicht. Ik ga helemaal niks doen, zeker niet voor hem. Dan voel ik dat hij zijn grip verliest en dat hij ineens weg getrokken wordt van mij. 'Kom met mij mee, je bent veilig.' hoor ik iemand zeggen in mijn oor en ik kijk om. Een meisje van een jaar of 20 wenkt me en ik loop met haar mee. Ik vertrouw het niet maar alles ik beter dan Niels. Ik zie twee andere jongens hem uit de club slepen.

'Die krijgt een club verbod, maak je maar geen zorgen hoor. We tolereren dat soort dingen hier niet,' zegt het meisje en inmiddels ben ik in een andere kamer gekomen. Het is er erg donker, ik kan nog maar net zien waar ik loop. Dan knipt het meisje het licht aan en zie ik waar ik ben gekomen. De keuken van de club, het is een grote witte ruimte met in het midden een afwastafel. Aan de randen van de kamer staan allemaal ovens en gasfornuizen. Er is helemaal niemand. 

'De keuken wordt s 'avonds niet gebruikt, we hebben niet genoeg serveersters en chefs. De frituur staat bij de bar dus er komt niemand binnen, maak je geen zorgen.' zegt het meisje die zich voorstelt als Emma. Ze schudt mijn hand eventjes voorzichtig. 'Lu-lucy' zeg ik zachtjes terwijl ik nog steeds bij kom van de schrik. Ze pakt een glas uit een van de vele opbergkasten en vult hem met water uit de kraan. 'Hier drink maar op, dat zal je goed doen. Hij was je aan het aanranden hé, Lucy?' vraagt ze. Ik knik voorzichtig en neem het glas dankbaar aan. Ik drink het in een teug leeg. 'Ken je hem?'. Ik twijfel, ik kan toch niet mijn hele levensverhaal met een vreemdeling delen. Maar ze ziet eruit alsof ze zich echt zorgen maakt. Ik besluit een deel van de waarheid te vertellen. 'Hij is mijn ex. We zijn toch al zeker een jaar uit elkaar maar hij blijft me maar opzoeken.' 'Ach meisje, wat vervelend. Is er iets wat we voor je kunnen doen?' vraat ze bezorgd. Ik schud met mijn hoofd van nee. 

'Dit is de eerste keer sinds tijden dat ik hem weer zie, ik denk dat het pure toeval is. Het valt wel mee.' zeg ik en ik maak aanstalten om weer te vertrekken. Ik wil hier zo snel mogelijk vandaan. 'Blijf nou eventjes staan Lucy, we willen je allemaal maar helpen. Een paar van mijn mannelijke collega's houden hem nu buiten vast. Je kan aangifte doen als je dat wilt, dat is mogelijk.' stelt Emma voor. Nee, dat is letterlijk het allerlaatste wat ik wil. Dat zal dingen allemaal maar erger maken. 'Nee hoor, dat hoeft niet. Ik red het wel. Ik neem aan dat dit hem heeft laten schrikken en dat hij het niet nog een keer zal proberen. Heel erg bedankt voor uw hulp, kan ik nu weer gaan?' vraag ik terwijl ik de deur van de keuken alweer open doe. 'Wacht eens even, hoe oud ben jij?'

'Ik uhm, ik ben 17.' zeg ik met een piepstemmetje. 'Je weet dat je hier helemaal niet mag binnen komen hé. Dat is illegaal.' zegt Emma. 'Ja, tja, sorry.' zeg ik dan maar. Ik heb geen idee meer wat ik hier doe of met wie ik hier was. Dat Robbie had verteld dat als we werden ondervraagd dat we kunnen zeggen dat we bij hem horen, schiet me niet te binnen, ik heb een soort black-out gekregen. De paracetamol die ik heb genomen heeft tot nu toe geen enkel nut gehad; ik heb barstende koppijn. Ik wil zo snel mogelijk naar huis en me verstoppen in mijn bed. 'Ik geef je een waarschuwing en daarmee kom je goed weg, geloof me maar. Moet iemand je naar huis brengen of ben je zelf gekomen?' vraagt Emma. 'Ik ben zelf gekomen op de fiets. Ik red het wel naar mijn huis, het is niet zo heel erg ver weg.' 

'Okay meid, dat is goed. Als je toch van plan bent om aangifte te doen, ben je van harte welkom, je moet dan wel even je naam en telefoonnummer achterlaten. We maken er wel sowieso een melding van bij de politie, maar dat is een standaard protocol en je blijft bij dat proces sowieso anoniem.' zegt Emma. Ik heb daar oprecht nul behoefte aan, there's no way dat ik mijn gegevens hier ga achterlaten. 'Nee dankjewel, ik geloof het wel. 'T komt goed hoor! Daag' zeg ik en ik loop de deur van de keuken uit. Ik zet het lege glas met een klap op de keukentafel en Emma blijft verbijsterd achter.

Ik voel me enorm brak, vermoeid en het enige wat ik wil is naar huis. Ik loop door alle dronken en dansende mensen in de club en baan me een weg richting de uitgang. Als ik een tijdje buiten heb gelopen bedenk ik me dat ik me bevind in een zijstraatje ergens in de stad dat ik niet ken, of wel, ik ben verdwaald. Ik heb echt geen idee waar mijn fiets precies stond in de hoofdstraat. Ik zak op de grond in elkaar en het enige wat ik kan doen is huilen, de tranen stromen onophoudelijk over mijn wangen. Ik hoor in de verte een paar mensen mijn naam roepen, maar ik reageer er niet op. Ik heb geen energie meer en ik voel me extreem licht in mijn hoofd.

Dan wordt het zwart. 


Ik heb dit hoofdstuk in mijn verhaal verwerkt omdat ik dit een belangrijk onderwerp vind dat nog steeds dagelijks voorkomt, maar je hoort er eigenlijk nooit iets over. Op deze manier is er toch een klein beetje aandacht voor gekomen, dus bedankt voor het lezen ❤️

Mijn geheim en geluk  ft // bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu